EenVandaag moet online groeien. Anders raakt het programma de aansluiting kwijt met belangrijke groepen, zoals kijkers en luisteraars van 30 tot 40 jaar. Vindt de nieuwe hoofdredacteur van de dagelijkse actualiteitenrubriek van AVROTROS, René van Brakel.
Hij is sinds februari verantwoordelijk voor EenVandaag, maar zit zijn hele loopbaan al in het nieuws. Na een stage bij het Radio 1 Journaal van de NOS werkte hij onder meer voor Met het oog op morgen, Omroep Brabant en NOS Nieuws, waar hij uiteindelijk chef van de eindredactie was. “Dan ben je bezig met alle programma’s van NOS Nieuws, van het Journaal en het Radio 1 Journaal tot en met de bulletins op de radio en de nieuwspagina’s op Teletekst. Ik ben overgestapt naar EenVandaag omdat ik daar verantwoordelijk ben voor één rubriek, waaraan ik richting kan geven.”
Hij is nog te kort hoofdredacteur om al allerlei uitgekristalliseerde plannen te hebben, maar één ding staat voor Van Brakel vast: EenVandaag moet een groter bereik halen op digitale platforms zoals Facebook. “De meerderheid van onze kijkers en luisteraars is ouder dan 50 jaar. Het publiek van 30 tot 40 jaar volgt het nieuws al vooral via andere kanalen dan radio en televisie. Een hele generatie ziet platforms als YouTube inmiddels als ‘NPO4’, een extra kanaal. Als wij daar niet optimaal aanwezig zijn, bereiken we die groepen niet meer.”
Van Brakel heeft nog geen uitgewerkt plan voor de verdere ontwikkeling van EenVandaag op digitale podia, maar hij kan wel aangeven in welke richting hij denkt. “Ik wil verder gaan op de weg die wij bijvoorbeeld rond de afgelopen verkiezingen zijn ingeslagen. Kijkers konden toen onder meer vragen stellen aan lijsttrekkers op Facebook en we lieten de voorbereidingen zijn voor het debat tussen Rutte en Wilders. Interactie met het publiek vind ik heel belangrijk. We zullen ook nog meer gaan doen met ons EenVandaag Opiniepanel, dat is een groep van 50.000 mensen die we om hun mening over bepaalde onderwerpen vragen. Een peilstok in de samenleving.”
Knauw
Politiek gezien liggen de digitale activiteiten van de publieke omroepen gevoelig. Een aantal partijen, zoals VVD en PVV, wil opnieuw fors bezuinigen op de publieke omroepen of ze zelfs opheffen. De online aanwezigheid van ‘Hilversum’ is hen een doorn in het oog, omdat die de markt voor commerciële partijen zou verstoren. Van Brakel bestrijdt dat. “De digitale podia zijn geen verdienmodel. Trouwens, niet alleen de publieke en de commerciële omroepen zijn actief via internet, kranten zetten tegenwoordig ook video online. Dus waar hebben we het eigenlijk over? Ik zou aan de politiek willen vragen: waarvoor hebben we in Nederland publieke omroepen? Volgens mij om een goede afspiegeling van de maatschappij zichtbaar te maken. Dan moet je dat niet doen op plekken waar bijvoorbeeld jongeren nauwelijks nog zitten, maar juist op de kanalen waar ze wel zijn. Wij willen onze content makkelijk te vinden maken en goed op die podia toegesneden aanbieden. Dat kunnen we nu niet voldoende, daar hebben we de middelen niet voor. De politiek moet niet weer in onze budgetten snijden, het zou doodzonde zijn als er op de journalistieke taak van de publieke omroepen wordt gekort. Dat zou de noodzakelijke pluriformiteit een knauw geven.”
De maatschappelijke rol van de publieke omroepen is een essentieel punt voor Van Brakel. “Pluriformiteit in de journalistiek is belangrijk, juist in deze tijd. We hebben te maken met veel onderwerpen, zoals de Brexit en het beleid van president Trump, die je van zoveel mogelijk verschillende kanten moet bekijken. Het is onze taak alle groepen het gevoel te geven dat ze worden gehoord en ze uit te dagen om hun mening bij te stellen of aan te scherpen. Dat is maatschappelijk belangrijk, want als mensen zich niet gehoord voelen ontstaat er onrust. De publieke omroepen vormen één van de weinig factoren die verbindend werken. Bij EenVandaag maken we vanuit de beleving van de kijker en luisteraar veel persoonlijke verhalen, die relevant zijn voor hun wereld. Veel mensen zitten in hun eigen ‘bubbel’, er zijn niet veel plekken meer waar ze geconfronteerd worden met andere opvattingen.”
Nieuwe bezuinigingen tasten volgens Van Brakel de kerntaak van de publieke omroepjournalistiek aan: het controleren van de macht. “Het is belangrijk om aan waarheidsvinding te doen. Wat is de werkelijkheid, wat zijn de feiten. Ik ken heel goed de discussie over de vraag of bijvoorbeeld objectiviteit wel bestaat. Maar wat mij betreft blijft onafhankelijke journalistiek van groot belang. De publieke omroepen zijn daarvoor noodzakelijk. Wij zouden veel meer moeten doen aan onderzoek, research. Dat is duur, er is veel geld nodig om bijvoorbeeld goed uit te zoeken wat nou precies de relaties waren tussen het team van Trump en Rusland. Een goed voorstel om onze middelen daarvoor gezamenlijk in te zetten, zou ik zeker interessant vinden. Maar we moeten niet allemaal achter hetzelfde onderwerp aanhollen. Pluriformiteit is nodig.”
Geef als eerste een reactie