Vlaamse communicatiewetenschapper Jonathan Hendrickx: ‘Nieuws? Dat is een luxeproduct’

De Vlaamse journalist Christophe Degreef interviewde voor Doorbraak.be de Vlaamse communicatiewetenschapper Jonathan Hendrickx (1994), die studeerde en doctoreerde aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).  Sinds 2024 werkt en woont hij in Kopenhagen, waar hij les geeft aan de universiteit. Maar hij volgt de evolutie van de media in Vlaanderen nog altijd op de voet.

Doorbraak.be is een Vlaamse nieuws- en opiniesite. Het richt zich vooral op wie interesse heeft in binnen- en buitenlandse politiek, economie, wetenschap en satire, maar in de mainstreamjournalistiek zijn gading niet vindt. Journalist Degreef vult aan: ‘Bij Doorbraak.be leest u wat u elders niet leest.’

Christophe Degreef: ‘Hoe ik bij Jonathan Hendrickx ben gekomen? Jonathan is een niet erg bekende jonge communicatiewetenschapper die met zijn inzicht dat journalistiek een luxeproduct is, een heilig huisje durft slopen. Daarnaast stellen wij ons als onafhankelijk medium natuurlijk ook de vraag waarom de mainstreamjournalistiek toch nog zo’n grote greep heeft op de samenleving, terwijl de wereld zo ontzettend verandert. Stof genoeg voor een interview, kortom.’

Spreekbuis.nl kreeg toestemming van journalist Christophe Degreef om zijn interview met Jonathan Hendrickx door te plaatsen.

Laat ons er maar meteen invliegen: waarom betaalt de Vlaming o zo moeilijk voor online nieuwsmedia?

Jonathan Hendrickx: ‘Dat is de vraag die iedere Vlaamse communicatiewetenschapper en journalist zich stelt (lacht). In Scandinavië ligt de bereidheid om te betalen een pak hoger. Tot 40 procent van de nieuwsconsumenten betaalt hier gewoon graag voor zijn of haar online media. Maar wij hinken achterop: slechts 15 procent van de Vlamingen betaalt voor online nieuws.’

‘Hoe dat komt? Niemand weet dat echt. In de eerste plaats misschien omdat wij eind jaren ’90 laat waren met online nieuws, en de inhaalbeweging versneld hebben ingezet door nieuws gewoon gratis mee te geven op een nieuwswebsite. Sindsdien is er almaar meer achter de betaalmuur verdwenen. Je hebt mensen dus eerst gewoon gemaakt aan een gratis product, om hen nadien voor voldongen feiten te zetten.’

‘Maar ik denk ook dat voor een groot deel van de bevolking nieuws gewoon een luxeproduct is. Journalisten en onderzoekers als ik staren ons blind op nieuws, we denken dat mensen dat nodig hebben. Maar dat is niet zo. Een groot deel van de bevolking heeft geen behoefte aan nieuws of neemt er om allerlei redenen afstand van.’

‘Daar komt nog eens bij dat de VRT een behoorlijk groot gratis nieuwsaanbod heeft, waardoor de drempel om te betalen groter lijkt. Al moet ik daarbij vermelden dat uit flink wat internationaal onderzoek blijkt dat een gratis openbare omroep er meestal niet voor zorgt dat mensen niet bereid zijn om te betalen voor nieuws van private nieuwsmedia. Enfin, dat is in vele Europese landen toch zo.’

Scandinavië is eens te meer de gidsregio. Wat kunnen we van hen leren?

‘Wat me opvalt in Scandinavische landen, is vooral dat de nieuwsmedia makkelijker standpunt innemen in maatschappelijke kwesties. Je hebt er duidelijke linkse, conservatieve of rechtse kranten. Vlaanderen is meer ontzuild, ook in de media. Bij ons zijn redacties meer gaan inzetten op de breedst mogelijke lezer. De band tussen lezer, redactie en nieuwsmerk is in Scandinavië veel sterker. Ik denk eerlijk gezegd dat lezers ook daardoor makkelijker betalen.’

‘Ook Scandinavische landen hebben hun politieke en maatschappelijke schandalen, maar er is hier zowel in de politiek als in de journalistiek genoeg vertrouwen in de democratie, en er is afstand tussen pers en politiek, ook al is de pers ideologischer. Uitgesproken media zorgen hier paradoxaal genoeg misschien voor een grotere mate van vertrouwen. Als je weet wat je aan elke krant hebt, dan kan je het maatschappelijke debat misschien ook makkelijker in perspectief zetten.’

Het is niet omdat een journalist links is, dat de berichtgeving ook automatisch links is. Net dat is een typische vorm van wantrouwen tegenover de journalist

U zegt dus: de ontzuiling in Vlaanderen leidt tot minder vertrouwen in de media?

‘Tja. Ik ben wetenschapper, dus ik heb daar geen definitief antwoord op. Maar ik zou het alleszins geen slechte zaak vinden als onze media ook opnieuw een beetje ideologischer zouden worden. Zolang media zich maar aan de deontologie houden, zie ik het probleem niet met uitgesproken linkse of rechtse kranten. Dat zou het vertrouwen in journalistiek kunnen herstellen. Uit onderzoek weet ik dat lezers bovenal transparantie van hun krant verwachten: je legt hen uit waarom bepaalde keuzes worden gemaakt, en andere niet. En dat is altijd beter.’

Uit onderzoek in Vlaanderen blijkt natuurlijk ook dat het gros van de Vlaamse journalisten links of centrumlinks denkt en stemt. Geeft dat geen linkse vertekening in de media?

‘Het is niet omdat een journalist links is, dat de berichtgeving ook automatisch links is. Net dat is een typische vorm van wantrouwen tegenover de journalist. Geen enkel onderzoek kan dat trouwens hardmaken. Nu, die zaken zijn ook erg moeilijk om te onderzoeken. Mijn persoonlijk aanvoelen is dat vooral rechts denkt dat de journalistieke berichtgeving in Vlaanderen te links is. Ik sluit niet uit dat dat kan, maar hoed me om automatisch het ene aan het andere te koppelen.’

Vroeger was nieuws consumeren haast ritueel: je moest de krant kopen, je zette een kop koffie, en je bladerde door de krant. Zulke rituelen gaan eruit door sociale media

Hoe kijkt u als communicatiewetenschapper naar de covidperiode? De pers heeft toen vele steken laten vallen, vinden flink wat mensen.

‘Er wordt alleszins te weinig aan introspectie gedaan in de media over die periode. Nu, het is in de grond wel begrijpelijk dat een pandemie heel veel media-aandacht krijgt. Dus puur als redactionele keuze is het logisch dat media volop gingen inzetten op nieuws daarover. Maar na verloop van tijd mocht de kritiek wel wat uitgesprokener, en was er wel erg veel berichtgeving, op elk moment van de dag. Ik wacht op het eerste grote rapport – en nu richt ik me tot mijn collega’s – dat daarover eens alle feiten en cijfers op een rijtje zet. Dan weten we tenminste waarover we praten. Pas dan kunnen we echt kijken naar wat er fout is gelopen, en wat de media uit die periode kunnen leren.’

Veel van wat de oude media nog brengen, interesseert jongeren niet, of toch niet op de manier dat het gebracht wordt

Wat verbaast u in uw vakgebied?

‘Dat er niet meer onderzoek is naar de rol die sociale media spelen in ons nieuwsgebruik. Vroeger was nieuws consumeren haast ritueel: je moest de krant kopen of in je brievenbus gaan halen, je zette een kop koffie, en je bladerde met de nodige aandacht door de krant. Zulke rituelen gaan eruit door sociale media. Er is nu continu nieuws dat we er eigenlijk altijd wel een beetje bij nemen. Zeker jongeren.’

‘Tegelijk veranderen de media zelf. De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren, zeker niet voor de werkweekedities. De moderne nieuwsmakers, dat zijn de sociale media. De traditionele media hebben daar nul zeggenschap over. Ik vind dat een gevaarlijke evolutie, omdat niemand goed weet hoe mensen, en zeker jongeren, daarop reageren. Jongeren zijn enorm geïnteresseerd in nieuws, maar ze halen het bij voorkeur zonder filter bij de nieuwe mediabedrijven. De grote nieuwsredacties begrijpen die evolutie niet goed. Want veel van wat de oude media nog brengen, interesseert jongeren niet, of toch niet op die manier gebracht. Hoe dat kwaliteitsvol moet, jonge mensen bereiken, dat weet niemand.’

Je kan toch ook zeggen: fantastisch toch hoeveel gratis podcasts er zijn, over heel veel verschillende onderwerpen, ook moeilijke? Ik merk dat veel jonge mensen best wel mee zijn, en daardoor veel meer weten dan we denken. Sociale media hebben onze perspectieven ook opengetrokken, en het politiek debat breder gemaakt.

‘Dat is zo, en deels is dat fantastisch, zoals u zegt. Maar ik vrees gewoon dat we daarmee dezelfde fout maken als we in de jaren ’90 met online nieuws hebben gemaakt: op sociale media geven we veel nieuws of achtergrond nu gratis weg. Daardoor zal er ook nu geen cultuur ontstaan om te betalen voor nieuws. Als je podcasts of media maakt in de Angelsaksische wereld, dan kan je eventueel nog leven van giften. Maar in Vlaanderen is dat moeilijk.’

Is het niet gewoon wachten op slimme jonge media-ondernemers, die met een eigenzinnig businessmodel podcasts en nieuwe media wél zullen kunnen vermarkten? Met andere woorden: gaan we opnieuw niet te veel uit van de oude media als maatstaf?

‘(Denkt na) Dat kan, maar onderzoek in Vlaanderen toont wel aan dat de podcastmarkt al behoorlijk verzadigd is. Podcasts over niche-onderwerpen, tot daar aan toe. Maar het zal moeilijk zijn om nog met iets nieuws en origineels te komen dat ook financieel duurzaam is.’

Ik denk dat de groep Mediahuis, bekend van De Standaard en Het Nieuwsblad, de samenwerking met Play4 zal versterken

Waar moeten we in 2025 in Vlaanderen naar uitkijken in medialand?

‘Het komende jaar zal er een beheersovereenkomst voor de VRT worden onderhandeld. Verwacht je dus aan heel wat getouwtrek over wat de VRT wel en niet mag doen. Neem dat gerust letterlijk: in de huidige beheersovereenkomst staat exact hoeveel tekst de VRT mag publiceren op zijn website. Ik denk dat de VRT nu verplicht zal worden om meer in te zetten op audiovisuele journalistiek.’

‘Daarnaast denk ik dat de groep Mediahuis, bekend van De Standaard en Het Nieuwsblad, de samenwerking met Play4 zal versterken. Zij waren al eigenaar tot 2018, en ze hebben nog radio Nostalgie samen. Verwacht u aan verregaande synergiën tussen beide bedrijven, ook in wat ze aanbieden, een beetje zoals VTM en Het Laatste Nieuws nu al heel vaak samenwerken.’

Dat brengt ons bij dé Vlaamse mediagroep: DPG Media, eigenaar van Het Laatste Nieuws en VTM?

‘Dat is een moeilijke. DPG is al alomtegenwoordig in Vlaanderen, ik denk dat zij hun verzadiging hier hebben bereikt. Het nieuws van VTM heeft ook nog altijd minder kijkers dan dat van de VRT. Ik denk dat DPG Media daarom nog sterker zal gaan groeien in Nederland dan in Vlaanderen.’

Er is daarentegen wel een markt voor media die zich uitdrukkelijk ideologisch profileren

Wat met de kleinere media in Vlaanderen?

‘De kleinere media zijn vooral niche- en luxeproducten. De Vlaming zweert nog altijd bij de mainstreammedia. Die dominantie is zo groot, dat de kleinere media daar weinig winst kunnen boeken. Ik denk dan ook dat de kleinere media de directe concurrentie niet moeten aangaan, maar vooral op een verstandige manier de luis in de pels moet blijven en zich vooral daarop moet richten. Dat is ook nodig voor de democratie. Maar winstgevend zijn kleinere media amper. Ieder onafhankelijk medium dat alleen een website heeft, moet het doen zonder pasklare oplossingen voor dat probleem.’

Kunnen de alternatieve media een rol spelen in de herzuiling van het medialandschap?

‘Ik ben geneigd te zeggen van wel. Om de simpele reden dat journalistiek zich niet meer kan richten op de gemiddelde lezer, want ook hij levert de journalistiek geen financiële winst meer op. Er is daarentegen wel een markt voor media die zich uitdrukkelijk ideologisch profileren. Fox News in de VS is niet meer dé referentiezender voor conservatieven, en dat komt omdat ze zich meer op de algemene kijker zijn gaan richten. De winnaars daarvan zijn duidelijk conservatieve zenders als Newsmax. Het zal me niet verbazen als die evolutie tot bij ons komt. Al zal het bij ons eerder een herzuiling light zijn, minder uitgesproken dan in de Angelsaksische wereld. Het zal eerder zijn: “Wij brengen dit standpunt, om die redenen, maar u denkt natuurlijk wat u wil”.’

Het oorspronkelijke artikel in Doorbraak.be is hier te lezen.

10 Comments

  1. Wat mij opvalt is dat media en nieuws/ journalistiek doorelkaar worden gehaald zowel op mainstream als online.

    Een krant is niet het zelfde als Facebook. De krant kan wel op Facebook zitten. Het is ook voor iedereen mogelijk om net als een krant iets op sociale media te gaan beginnen met wat dan ook aan meningen. Idd meneer Plasterk, dat is democratie maar niet per definitie (onafhankelijk) journalistiek.

    Maar met steeds meer opinie in kranten kan ik mij de verwarring wel voorstellen.

  2. Ik denk dat het bij nieuws vooral een kwestie van interesse is dan van geld. Je kunt je gratis behoorlijk goed informeren met de sites/kanalen van Nu, NOS, BNR en RTL. En een online abonnement op AD, Telegraaf of regionale krant is echt niet duur. Ik betwijfel of in Nederland echoput journalistiek commercieel haalbaar is. Je ziet bv nu al de ledenaantallen en kijkcijfers van ON! En Omroep Zwart instorten, terwijl zij toch echt uitgesproken zijn. En een medium als de Andere Krant breekt ook geen potten qua aantallen en kunnen alleen overleven door donaties van ideologische zakenlieden als de familie Poot en iemand uit de Parlevliet-familie.

  3. DPG en Mediahuis zijn in Nederland ook steeds machtiger. Ze weten dat.

    Zij stoppen relevante achtergrondstukken waarmee mensen hun kennis kunnen verbreden achter de betaalmuur. Zelfs de meest bizarre nieuwtjes met een clickbaittitel zijn daar al ‘premium’. Dat is onterecht gebruik van dat woord.

    Er zijn genoeg mensen die moeten kiezen tussen 2 euro voor brood of nieuws. Digitaal nieuws vult de maag niet.

    Daarom ben ik blij dat je voor volledige artikelen met landelijk en internationaal nieuws in het Nederlands nog bij NOS, RTL en SBS terecht kan.

  4. De Amerikaanse jeugd trapt niet in propaganda van het nieuws en uiteindelijk de rest van de westerse jeugd.
    Nu Amerikaanse overheid TikTok wil verbieden, stappen velen Amerikanen over naar het Chinese rednote.
    Prachtig deze ongedwongen verbinding tussen Amerikaanse jeugd en Chinezen. Uiteindelijk ook tussen rest westerse jeugd en Chinezen. Minder kans op oorlog.
    Hoezo nieuws luxe product? Volgt veel jeugd in Nederland niet het Instagram account cestmocro?

    https://x.com/hsu_steve/status/1880403156842213723

  5. Blijft in elk geval de vraag ‘wat is nieuws?’ onbeantwoord; laat staan dat gedefinieerd wordt wat nieuws-als-luxe-product zou moeten zijn. Of liever: de totstandkoming van dat nieuws.

    Goed geverifieerde berichtgeving hoeft niet per sé een kijk-/leescijfersucces te zijn; laat staan een luxe-product.

    Om bij de basis te beginnen, nieuws kan uit meerdere componenten voortkomen:

    Een onverwachte/bijzondere gebeurtenis (maar dan: wat is tegenwoordig nog bijzonder?)
    Signalering, vooronderzoek, vraagstelling soms ook vanuit duiding
    Stellingname of een reactie op een feit of gebeurtenis

    Afgesproken in de journalistiek was volgens een gestructureerde aanpak te vergaren (wie/wat/waar, wanneer, waarom/hoe) en een zo’n objectief mogelijke berichtgeving tot stand te brengen.

    Nou… als je dat bij elkaar neemt dan is in mijn ogen tegenwoordig nauwelijks nog sprake van zo objectief mogelijke journalistiek doordat de bronnen vervuild zijn door…

    Partijpolitieke standpunten, die het verdraaien van feitenmateriaal vanuit eigen visie en het drammerig karakter ervan eerder tot een stoorzender dan een bron maken
    Commerciële motieven en concurrentiezucht (met preselectie, zoniet censuur van feitenmateriaal tot gevolg), waardoor een persvoorlieger al vantevoren op de stoel van een journalist gaat zitten (en de journalist in die situatie onvoldoende controleert).

    …en het uitvoeren van journalistieke taken gehinderd wordt door…

    Te krappe budgetten (hoeveel tijd en geld heb je om een journalist serieus iets goed uit te laten zoeken in een wereld vol ‘fake news’ en digitale kakofonie?)
    Journalistieke luiheid/gemakzucht (lees: slecht personeelsbeleid)
    Gebrek aan inzicht (dat zichzelf in neerwaartse kwaliteitsspiraal voedt)
    Geweld of dreiging met geweld
    Gebrek aan taalvaardigheid

    Nieuwsberichtgeving in deze tijd vind ik geen luxe product maar een ronduit slecht product, waarvoor ik absoluut geen cent neerleg.

    Het valt me op, dat alleen als je naar de inhoud van AD of Telegraaf kijkt (en zij zijn de enigen niet), die sowieso al bol staat van de taal-, spel- en stijlfouten. Correcte berichtgeving is van juist taalgebruik afhankelijk. Die regel wordt dus al geschonden.

    Dan is de inhoud van de berichtgeving in mijn ogen steeds meer trendvolgend in plaats van signalerend geworden; dat lijkt me ook niet goed. Een social mediakanaal kun je als aanleiding gebruiken om naar bronnen te zoeken. Nu worden social mediakanalen als bronnen aangehaald. Dat is in mijn ogen geen nieuws maar een signalement van een ongeverifieerde media-uiting. Dan ben je diep gezakt als je je daar mee inlaat, wat mij betreft. Die trend is voor mij zelfs dé reden geweest om met mijn redactionele werkzaamheden te kappen.

    Verder zie ik veel te veel meningen en meninkjes in kranten. Die lees ik op social media wel. Daar reken ik LinkedIn tegenwoordig ook bij, aangezien dat inmiddels een soort Facebook voor gevorderden lijkt te zijn geworden.

    Het zou wat mij betreft goed zijn als het mechanisme achter de journalistiek zélf eens grondig tegen het licht wordt gehouden en weer geloofwaardig wordt gedoceerd aan een selecte groep talenten.

    Je leest het goed: ik ben groot voorstander van een numerus fixus op journalistieke opleidingen. De afgelopen decennia worden hele horden studenten zogenaamd opgeleid voor het vak, terwijl ze verdorie nog niet eens correct Nederlands kunnen schrijven, een fatsoenlijke edit van een interview of reportage kunnen maken en de inzet tonen om iets tot op de bodem uit te zoeken.

    Wat heeft het voor zin om alleen maar de kwaliteit van de berichtgeving rond de COVID-pandemie te onderzoeken als je het mechanisme achter de totstandkoming daarvan niet tegen het licht houdt? Graaf dieper, blijf doorvragen, houd afstand, blijf zo objectief mogelijk… Ook als je de beroepsgroep doorlicht. Dat gebeurt blijkbaar niet.

    Waarom deze uiteenzetting?

    Omdat naar mijn idee – zoals Madelief terecht opmerkt – in het interview merken door elkaar heen worden gegooid, over marktwerking wordt gesproken en nieuws als een luxe product wordt benoemd dat naar mijn mening inhoudelijk NIET aan de normen van een luxe product voldoet.

    Ik kan die social mediakanalen ook gratis lezen, uit YouTube video’s halen wat ik nodig heb en dat zelf checken als ik dat nodig vind. Wat ik van een luxe journalistiek product verwacht is correct taalgebruik, geverifieerd feitelijk verslag met bronvermelding (en uit meerdere bronnen), duiding en dejargonisering en vooral: afstand tot het feitenmateriaal zelf.

    Hoewel de heer Hendrickx daar zelf ook wel iets over zegt, vind ik dat hij geen heilig huisje sloopt, maar eerder een heilig huisje aanwijst en zegt dat het misschien beter kan worden gesloopt om vervolgens niet de kwaliteit van het journaille maar de kwaliteit van het product van het journaille te benoemen. Dat is toch wat anders…

    Sorry voor de lange preek, maar ik word zo moe van dat academisch geleuter…

    • Wat mij het meest aanspreekt is de vaststelling dat de aandacht voor nieuws toeneemt als een medium werkt vanuit een sterke visie, om de term ideologie te vermijden. In Nederland zoekt bv de NPO het veilige midden, waardoor een grauwe algemene waarheid ontstaat waarin sommige mensen zich herkennen maar steeds meer mensen helemaal niet. Nieuwsuur heeft bv maar 370.000 kijkers. Dat is toch verontrustend weinig voor zo’n programma met deze pretenties. Het wordt professioneel goed gemaakt maar qua smaak is het vlees nog vis. Afwijkende visies krijgen bij de NPO weinig kans. Wil je daar kennis van nemen dan word je als nieuwsconsument naar social media verdreven naar kanalen die meestal als woke worden afgeschilderd maar dat vaak niet zijn. Ze winnen aan populariteit. Ze doen wat kranten en omroep verzuimen: een breder perspectief schilderen dan je in de msm tegenkomt. Lang verhaal kort: verdrijf de journalisten van de msm uit hun schuttersputjes, laat ze in het maatschappelijk debat een duidelijke positie innemen en er ontstaat een levendig debat waarin ook de mensen die nu het nieuws mijden zichzelf zullen herkennen. Het zou kunnen leiden tot herstel van vertrouwen tussen journalistiek en publiek. In dit interview vind ik de bevestiging van mijn idee daarover.

      • Het blijft trekken aan een dood paard omdat de kijkers geen interesse meer hebben, hoe je het ook journalistiek verpakt en aanpakt. Bericht van begin dit jaar over Ongehoord Nieuws:

        “Op 29 november 2022 bereikte het programma volgens SKO een half miljoen kijkers. In de jaren daarna dalen de kijkcijfers gestaag. Op 17 december 2024 werd de laatste uitzending van het jaar bekeken door 70.000 mensen (deel 1) en 49.000 mensen (deel 2).”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*