Blog Ton Huisman: ‘Taboe’

Met natte haartjes in mijn pyjama, onder het genot van een glaasje prik en ’n filterzakje gevuld met chips naar AVRO’s Wie-kent-kwis kijken, dat is voor mij een stukje nostalgie.

Vier koppels van man en vrouw, het homohuwelijk was toen helaas nog taboe, streden onder leiding van glamourboy Fred Oster tegen elkaar. Veel vriendjes in mijn klas vonden de marmottenrace in het programma hét hoogtepunt van de avond. Marmotten, cavia’s of hamsters, de deskundigen weten nog steeds niet welke beestjes er werden misbruikt en of het spel wel zo eerlijk verliep. André van Duin ging opvallend vaak in het poortje van 1.000 gulden, een ongekend hoog bedrag voor die tijd. Mijn favoriete onderdeel van het programma was echter het beginspel met de monitor. De koppels probeerden, zonder (een deel) van het woord wat op het scherm verscheen te noemen, zoveel mogelijk woorden te laten raden door hun partner. Zo was het te raden woord een keer strijken. Een vrouw die de monitor voor zich had gaf de omschrijving: “Iedereen heeft er een hekel aan”, waarop haar man iets te ad rem het antwoord: “jouw moeder” riep.

Het waren leuke tijden die avonden met de Wie-kent-kwis, maar toen ik van de lagere naar de middelbare school ging, merkte ik dat liefde voor spelletjes en quizzen not done was. Men vond het op zijn minst vreemd dat ik als puber een sticker met de tekst I LOVE FRED OSTER op mijn boekentas had. Niet veel later verdween het programma van de buis en heb ik de sticker verwijderd waarna ik opvallend minder gepest werd.

Nog later, ik moet zo’n jaar of 20 zijn geweest, ontdekte ik het gezelschapsspel Taboe. Het spel lijkt erg op het beginspel van mijn favoriete spelshow. Het verschil is dat er een aantal extra woorden op een kaartje staat die ook taboe zijn en die je dus niet mag noemen. Het warme gevoel van Fred’s monitor kwam weer helemaal terug toen ik het spel speelde. Soms waren er ook woorden bij die ik in eerste instantie niet dacht te kennen. Zo gaf ik een kaartje terug en zei: “Ik ken veel pennen; vulpen, kroontjespen, inktpen, balpen, maar van een tjil-pen heb ik nog nooit gehoord”. Volgens mijn vrouw is goed lezen wat er staat in de loop der jaren nog niet verbeterd. In dat opzicht heb ik nog steeds last van een puberbrein.

Nog niet zo lang geleden was alles wat met Justin Bieber te maken had, bij een groot deel van de pubers niet erg hot en zelfs een beetje taboe. Van mijn dochter hoorde ik dat hij na het maken van zijn laatste cd weer helemaal het mannetje is. Zou de Wie-kent-kwis in 2016 nog bestaan hebben, dan was er vast en zeker een cavia in het eindspel naar Justin vernoemd. Voor een puber is het vormen van een eigen mening vaak moeilijk. Het ontwikkelen van je eigen stijl en smaak gaat met vallen en opstaan. Hier moet je als ouder je kinderen helpen door ze vrijheden te geven. Dit gaat bij mijn eigen kinderen steeds beter. Die vrijheden gaan best ver, maar als opvoeder ken ik natuurlijk mijn verantwoordelijkheid en stel ook ik grenzen. In huize Huisman is muziek van Bieber verboden en nog steeds taboe.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*