Patrick Kicken: Is radio ouderwets?

[BLOG] Het grote radioavontuur dat effectief zo’n 30 jaar in beslag nam voor me begon in 1989. Ik was 15 en mijn broer deed een programma bij een lokaal station net over de grens in Vlaanderen. Hij was ziek en zei ‘anders ga jij het maar doen’. Ik was een paar keer mee geweest en dacht ‘dat lukt wel’. Muziek kwam van vinyl, reclame vanaf snelstartcassettes. Je nam zelf de telefoon aan, er stond geen computer in de studio, wel een TV met Teletekst.

Inmiddels zijn we 30 jaar verder en heb ik radio natuurlijk onder mijn ogen en handen zien evolueren. Als snel deed de CD speler zijn intrede, MiniDiscs kwamen op, computers in de studio. Niet lang daarna kwamen de playlists, FM frequenties voor commerciële radio in Nederland en apparatuur om snel (telefoon)gesprekken mee te monteren. Iedere verandering was even wennen, maar gaf jou als jock wel meer tools om je luisteraar mee te vermaken. En het radioproduct werd er ook sneller door.

Toen kwam het internet. En de mobiele telefoon. Zo’n beetje tegelijkertijd. Ik kan me nog de woorden van mijn toenmalige programmaleider (ik noem geen namen want daar houden ze niet van) herinneren toen ik een SMS nummer ging noemen op de landelijke radio (‘SMS’en dat doet toch niemand..). En dat ik flitsers op de radio ging noemen vond hij ook maar niks. Ik begon in 1997 een website, www.kicken.com, een van de eerste funsites in Nederland met in z’n hoogtijdagen 25.000 bezoekers per dag. Mega succes, pre-youtube en pre-dumpert, op heel veel scholen zaten ze de filmpjes te bekijken en stukjes radio te luisteren. Toch was het een van de redenen dat ik weg moest bij de omroep. Want ‘zo doen we dat niet hier‘.

Verandering en vernieuwing in de radiowereld wordt niet altijd gewaardeerd en kan je zelfs je kop kosten. Gelukkig waren er ook mensen die mijn vernieuwingsdrift bij de radio wel konden waarderen, zoals Rob Stenders en later stationmanager Uunco Cerfontaine. Hij noemde in 2004 zelfs mijn website kicken.com als een van de redenen dat hij me bij Veronica wilde hebben. Vond het prachtig dat ik stukjes radio viraal liet gaan in een tijd dat dat nog bijna niet gebeurde. Waardeerde het dat ik druk was met Hyves (pre-Facebook) terwijl veel andere jocks nog faxen zaten voor te lezen. Gaf me bij een beoordelingsgesprek ‘excellent’ op het gebied van zelfpromotie en social media.

Waarom ik dit nu allemaal vertel? Om mezelf veren in de reet te steken? Wellicht, wij deejays zijn daar niet vreemd van, zie de individuele luistercijfers die iedere maand uitgeknipt bij diverse jocks op hun Facebook verschijnen. Maar ik werk naar een punt toe. Het is nu 2019 en de jocks die hun nek hebben uitgestoken om radio te moderniseren (Van Velthuysen, Veenstra en ik) zitten of op een internetstation (Michiel), weggestopt in de nacht (Rick) of maken podcasts en zijn het zat steeds maar teruggefloten te worden als ze willen vernieuwen. Ik was het echt beu, iedere keer maar nee te horen of vreemde blikken te krijgen als ik eens iets nieuws wilde proberen.

Een van mijn laatste pogingen die ik deed radio te vernieuwen was iets wat ik zelf ‘content rotatie’ noem. Als je vele uren uitzendt per week en in een tijd leeft waarin de échte aandacht van de luisteraar schaars is door alle afleiding kun je makkelijk leuke bits en talks, net als tweets en facebookposts, slim herhalen, via een rotatieschema. Iets wat je op maandag om 16u10 laat horen kan makkelijk op donderdagavond om 18u50 nog een keer. Zeker als je het iets aanpast of korter knipt. Helaas werd het niet begrepen intern; maar geen enkele luisteraar die erover klaagde. Ook verbaast het me nog altijd dat we bij veel landelijke zenders nog steeds lange gesprekken via slechte kwaliteit telefoonlijnen horen, terwijl Facebook audio en WhatsApp audio lang en breed overal voor handen is.

Nu ook weer met deze columns over radio, ik krijg van de jonge generatie jocks regelmatig een compliment, sommigen uit de oudere generatie vinden het maar niks, dat ik zo vrij over radio en collega’s durf te schrijven en praten. Toch zullen we die angst eens moeten loslaten, die angst voor verandering. Anders haalt de radio zijn volgende 100 jaar niet. Alles binnen de radio zou ter discussie moeten mogen staan. Het feit dat shows iedere twee of drie uur ‘stoppen’, dat we ellenlange commercialblokken uitzenden, zelden tot nooit content herhalen, alles maar live willen doen, jocks niet regelmatig van shift wisselen, intro’s nog steeds allemaal volpraten ware het een godgegeven talent en geen enkel station full talk durft te zijn ’s ochtends en ’s middags. Er is nog zoveel te bedenken en uit te proberen. Maar waar angst regeert zal alles bij het oude blijven.

Bij het commerciële regionale radiostation Wild FM, waar ik twee uurtjes mag experimenteren op vrijdagavond, breng ik tegenwoordig een mix van (soms 10 jaar) oude en nieuwe fragmenten. Waarom zou een leuk stukje radio met een duidelijke kop- en staart wat luisteraars aan het lachen maakt maar één keer uitgezonden mogen worden? Wat is dat voor ouderwetse gedachte? Op WhatsApp gaan video’s maar ook radio- en cabaretfragmenten jarenlang viral. Voor diegene die het voor het eerst hoort is het nieuw en wie het al kent kan er nog eens om lachen. Helaas staat aan het hoofd van ’s lands grootste commerciële radiogroep een baas die wars is van vooropgenomen radio (alles moet live) en al helemaal niks moet horen van herhalen. Terwijl je die ene hit, classic, commercial of promo toch ook niet maar één keer uitzendt? En wat dacht je van die films die al tig keer op TV zijn geweest?

Ze zijn er heus wel hoor, op de werkvloer, de (jonge) mensen die willen vernieuwen. Maar ze houden braaf hun mond en doen wat er van hun gevraagd wordt, want bange managers zonder eigen ideeën houden niet van ‘ongeleide projectielen’. Ik zou zeggen ga eens met ze om tafel om te horen hoe zij hun radioshow zouden invullen als ze voor 1 week 100% de vrijheid zouden krijgen. Zouden ze dan nog steeds ‘een weerberichtje op half’ doen? Lijsten met files voorlezen? Spelletje om kwart over en belletje om kwart voor? Lekker lachen met de nieuwslezer? Ze zullen er tussen zitten, jocks die het wel prima vinden hun radioshow als invuloefening te zien, maar er zijn er ook een paar wier radiohart sneller gaat kloppen bij het idee dat álles mogelijk is bij de radio. De dag dat dit weer mag of kan ben ik ook weer van de partij. Tot die tijd zoek ik mijn heil op internet en in podcastland, waar deze creatieve vrijheid in hoge mate aanwezig is en je intuïtief dingen mag en kan uitproberen. En nee, druk doen met foto’s van jezelf op sociale media en camera’s met grote bouwlampen in de studio is geen vernieuwing bij de radio, dat is hooguit een extra. Wie durft er op te staan en het radioproduct -zelf- eens te vernieuwen, zodat het voor toekomstige generaties ook nog leuk blijft om naar te luisteren?

Overigens blijft het opvallend dat als je als (bijna ex) radiodeejay hier op Spreekbuis in een interview zegt dat je het medium ouderwets en achterhaald begint te vinden en dus daarom twijfelt of je ermee door wil gaan, het zo nieuwswaardig is dat het het ANP haalt en De Telegraaf. Durft niemand uit de radiowereld dit nu hardop te zeggen of zie ik het allemaal te zwart/wit en valt het wel mee?

Patrick Kicken
twitter.com/kicken

11 Comments

  1. Op zich ben ik best wel “ouderwets”. Mijn aandachtspanne kan soms wel uren duren! Ik ben er zo’n eentje, die genoot van marathonintervieuws van drie uur, zoals de VPRO die durfde uit te zenden op vrijdagochtend of -avond op wat toen nog heette: Hilversum 1. Meestal hadden ze dan ook wel een topverslaggever en een werkelijk prominent, niet per se bekend, persoon, die ook echt iets te vertellen had. Waarom moet alles zo nodig snel, afwisselend, oppervlakkig, lekker, leuk, geil of grappig zijn? Versta me niet verkeerd, hoor. Ik kan beslist genieten van ‘snap shots’ van vroeger en nu, zeker wanneer ze een beetje intelligent gemaakt zijn, maar er zijn nog steeds luisteraars, die wel het geduld en de inspanning kunnen opbrengen om wat langduriger en diepgaander vraaggesprekken te volgen en te waarderen. Ik verlang nog weleens terug naar de VPRO-vrijdag van 8 tot 17 uur op Hilversum 1. Ik bleef er bijna voor thuis.

    • Hoi Paul, dan moet je echt als de wiedeweerga (lekker modern woord) podcastland gaan ontdekken. Daar vind je echt nog mooie lange gesprekken, met inhoud, ook de marathoninterviews van de VPRO. En bijvoorbeeld mijn podcastserie Leven Zonder Stress.

    • Hallo Patrick,
      Ik heb nog niet alles gelezen, dat komt nog. Maar even een snelle reactie: voor mij blijft de radio geweldig. televisie is teveel herhaling en 20 keer het zelfde en veel te veel sport. ik kom hier nog op terug, groet Hans de Weerdt.

  2. Ik maak al jaren op lokaal niveau een radioprogramma (lekker middle of the road 80’s en 90’s, eigenlijk helemaal niks bijzonders), maar ik heb al een tijd het gevoel dat de rek eruit is en twijfel sterk of ik niet gewoon moet stoppen. Ook het geen inzicht hebben in luistercijfers speelt daarin wel een beetje een rol, feedback is er niet of nauwelijks.

    • Ik geloof wel dat je nog steeds een doelgroep zult hebben. Ik ben eveneens twee jaar actief geweest voor een lokaal station. Een emancipatieprogramma en een klassiek muziekprogramma. Ik kon niet zelf “technieken”. Dat deden jongelui voor mij. Op een gegeven moment hield dat op, omdat mijn trouwe Turkse technicus wegging. Het “hoofd” techniek had een hekel aan mij gekregen en verbood andere jongeren mij te ondersteunen. Dat was gewoon een “foute vent”, die persoonlijk en niet professioneel te werk ging. Dat gebeurt helaas ook in zo’n hobbyistische en amateuristische omgeving. Vriendjespolitiek en ontstellende vlakheid.

    • Beste Sven,
      Wat is er lokaal aan dat programma? Wordt er informatie gegeven over Dordrecht of is het een gesubsidieerd hobbyprogramma met je eigen favoriete muziek? Zo zijn er honderden in Nederland.

      • Daar heb je wel een punt. Overigens is dat verwijt mij ook weleens gemaakt. Het was de bedoeling niet alleen klassieke muziek te draaien, maar dit tevens te verbinden met de plaatselijke activiteit in dit genre. Dat probeerde ik wel, maar dit was door gebrekkige faciliteiten (te weinig opname apparatuur, ondersteunend personeel om op locatie te gaan/moeilijk om tijdig aan relevante informatie te komen/onvoldoende belangstelling van het omroepbestuur zelf) lang niet altijd mogelijk. Overigens: de popprogramma’s hadden eveneens een hoog hobbyistisch en persoonlijk gehalte. Niettemin maakten veel jonge deelnemers aan de omroep vaak wel deel uit van het lokale amateurbandjescircuit, waardoor zij toch makkelijker konden “verLeidsen”.

      • Nou favoriete muziek niet, ik maak die show tenslotte voor de luisteraar dus ik probeer een goede mix te maken met wat items er tussendoor. Maar verder niet informatief over Dordrecht, daar zijn weer andere programma’s voor.

      • Nou favoriete muziek niet, ik maak die show tenslotte voor de luisteraar dus ik probeer een goede mix te maken met wat items er tussendoor. Maar verder niet informatief over Dordrecht, daar zijn weer andere programma’s voor.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*