
NOS-directeur Renate Eringa ontvangt de komende maanden geen vergoeding voor haar werk. Dat heeft ze besloten na ophef over haar hoge interim-salaris van ruim 28.800 euro per maand, terwijl ze al voor drie jaar was aangesteld. RTL Z bracht dit vorige week naar buiten, wat leidde tot verontwaardiging in Den Haag en binnen de NOS.
“Vandaag heb ik de Raad van Toezicht laten weten dat mijn beloning onder aan de streep geen verschil mag maken met wat een ‘vaste’ directeur bij de NOS verdient”, schrijft Eringa in een interne mail die in handen is van RTL Z en die bevestigd is door bronnen binnen de NOS. “Dat geldt voor de gehele periode dat ik voor de NOS werk. Om dit te realiseren werk ik de komende maanden zonder vergoeding.”
“Eén ding staat als een paal boven water: had ik van tevoren geweten dat mijn beloning zoveel vragen en emoties zou oproepen, dan had ik dat nooit zo gewild. En wat ik ook nooit had gewild is dat jullie in een situatie zouden belanden waarin jullie je opnieuw moeten verdedigen als medewerker van de NOS”, schrijft ze.
Ze erkent een gebrek aan alertheid en zegt het belangrijk te vinden dat de organisatie niet wordt belast door discussie over haar salaris. De kwestie leidde tot kritiek over transparantie, de positie van de NOS en het gebruik van zzp’ers, vooral gezien de voorgenomen bezuinigingen bij de publieke omroep.
Had ze het vantevoren geweten dan…
Dacht ze echt dat dit geen ophef zou opleveren? Ze baalt dus van de ophef en gaat …tijdelijk? zonder salaris werken.
Hoe tijdelijk is tijdelijk he?
Boekhoudkundig trucje waar straks niemand meer bij stilstaat. Zou mij niets verbazen…
Niemand maakt mij wijs dat zo’n geldgraaister het voor minder zou doen.
Wat deze kwestie rondom de vergoeding van interim-directeur Renate Eringa vooral pijnlijk blootlegt, is niet zozeer het bedrag — al roept 28.800 euro per maand vanzelfsprekend vragen op in een sector onder druk — maar de institutionele nonchalance waarmee afspraken worden gemaakt die afwijken van wat maatschappelijk aanvaardbaar is. De hoogte van de vergoeding is hier slechts het symptoom van een dieper probleem: een gebrek aan transparantie, afwijkende contractuele constructies, en – volgens Eringa zelf – een opvallend “gebrek aan alertheid”.
De suggestie dat een tijdelijke directeur “onder aan de streep” niet meer zou mogen verdienen dan een vaste directeur, klinkt misschien nobel, maar verhult het wezenlijke punt: dat er überhaupt afspraken zijn gemaakt die deze situatie mogelijk maakten. Dat wordt niet gerepareerd door achteraf een paar maanden af te zien van salaris. Integendeel: zo’n gebaar lijkt eerder op een symbolisch doekje voor het bloeden dan op daadwerkelijke verantwoording.
Daarbij is het misleidend om te spreken over wat een “vaste directeur bij de NOS” verdient, alsof dat een soort natuurlijke norm zou zijn. De Wet normering topinkomens (WNT) is duidelijk: publieke bestuurders mogen niet meer verdienen dan een wettelijk vastgesteld maximum. In de jaarrekening van de NOS over 2023 staat dat beide vaste directeuren exact één euro onder dat plafond zitten. Met andere woorden: bij de NOS wordt het maximum niet als grens gezien, maar als richtlijn.
Als dat voor een tijdelijk ingehuurde directeur — die normaliter minder risico en verantwoordelijkheid draagt — nóg niet voldoende is, rijst de vraag: wat zegt dit over de cultuur aan de top van de publieke omroep? Niet alleen het bedrag, maar vooral de vanzelfsprekendheid waarmee men afwijkt van normen, is tekenend. En dat is een kwestie die zich niet laat corrigeren met een tijdelijke korting, maar met structurele transparantie, zelfreflectie en een herijking van wat publieke verantwoordelijkheid inhoudt.
De bekende spijker op z’n kop Guido.