Lammert de Bruin: ‘Omroepen onderschatten nog steeds social media’

Lammert de Bruin is onder meer bekend als journalist, presentator van Nieuwstrend en TrendingVandaag bij EenVandaag en als ambassadeur van Gaykrant. Zijn expertise: social media. Op het kantoor van AVROTROS sprak Spreekbuis.nl hem over de toekomst van omroepen, het belang van internet en de rol van social media. ‘Zie het internet als uitzendplatform en niet iets wat je er even naast doet.’

Hoe groot is de kracht van sociale media bij omroepen?
‘Ontzettend groot. Ik denk dat omroepen dit vaak nog steeds onderschatten. Wij zijn natuurlijk bezig met het lineair uitzenden van nieuws. We hopen dan dat mensen dit kijken of beluisteren op het tijdstip van het uitzenden. Maar je ziet echt een aardverschuiving, zeker dit jaar, in het online terugkijken. Mensen kijken niet meer op de momenten dat wij het uitzenden. Die wachten dat niet af en gaan er niet klaar voor zitten. Die kan gaan kijken op het moment dat het hun uitkomt. Dat zien we al een hele tijd aankomen, maar volgens mij verrast het toch nog heel veel mensen hoe snel dat gaat.’

‘Mensen kijken massaal minder televisie. Die kijken Netflix, die kijken series, die kijken terug via Uitzending Gemist. Die zijn op dat moment niet live televisie aan het kijken. De NPO is daar mee aan de slag gegaan; er is een platform opgericht om te zorgen dat die mensen terugkijken via hun eigen platform. Maar ik vraag me af of wat dat werkt. Mensen kijken toch liever via YouTube of de kanalen die ze al kennen. Daarnaast is er de kwestie met betrekking tot de rechten. Als je het op YouTube of Facebook zet, dan geef je in feite ook de rechten van de uitzending gratis uit handen. Dus er worden nu achter de schermen afspraken gemaakt met Google en Facebook om ervoor te zorgen dat daar een soort vergoeding tegenover staat. Dat is wel echt heel erg lastig, want grote Amerikaanse zenders doen dat bijvoorbeeld niet, die geven dat wel gratis weg. Dus wie is de NPO in Nederland dan om daar geld voor te vragen?’

‘We moeten niet star blijven denken in alleen radio en televisie.’

Hoe ziet de toekomst van de mediawereld er volgens jou uit?
‘Dat kan heel positief zijn, zolang we inzien wat de kracht van online media is. En dat je het internet als een uitzendplatform ziet en niet iets wat je erbij doet. Dat is heel lang zo geweest in Hilversum; internet deed je er even bij, daar zette je een tekstje over de uitzending op en misschien een link om het terug te kijken. Dat was heel vooruitstrevend vijf jaar geleden. Daar moet verandering in komen. Als je nieuws hebt, maar de uitzending is nog niet begonnen, publiceer het dan al wel op je website of breng het via social mediakanalen naar buiten. We moeten niet star blijven denken in alleen radio en televisie. Op internet zendt je ook uit en daar moet veel meer op ingezet worden. Dat kost inderdaad veel geld, daar moet je personeel voor aannemen dat weet hoe het online werkt. Het is een volwaardig uitzendplatform.’

Welke van de sociale media steekt daar bovenuit?
‘Ik denk dat Facebook op dit moment heel erg belangrijk is, omdat daar ook de breedste groep gebruikers zit, zowel jong als oud. Twitter is belangrijk omdat daar veel decison makers op zitten. Toch zie je dat het aantal gebruikers daarvan achteruit gaat, net als bij Snapchat. Instagram is een belangrijk opkomend medium, maar werkt erg vluchtig. We zijn hier allemaal een beetje het zoeken wat het beste werkt, want slechts een afbeelding delen is niet genoeg.’

‘Er is geen gouden formule om iets viral te krijgen’

Heb je tips voor omroepen omtrent het gebruik van social media?
‘Wees er actief mee. Neem mensen aan die er verstand van hebben en weten hoe social media werken, in plaats van iemand die bijna met pensioen gaat en eigenlijk geen idee heeft hoe het werkt. Er is geen gouden formule om iets viral te krijgen. Je moet er vooral voor zorgen dat je aparte dingen maakt en creëert voor je socialmedia-accounts. Maak er een Facebookfilmpje of een Instagram-story van. En hanteer de regels die daarvoor gelden. Zie het niet als iets wat er slechts bij hoort.’

Een voorbeeld van een organisatie die online zijn intrede maakt is de nieuwe Gaykrant. Jij bent daar een van de ambassadeurs van. Kan jij je online inzetten voor homo-emancipatie?
‘Ik hoop het. Online is de toekomst voor dit soort bewegingen. Ik ben niet iemand die heel erg op de barricades staat qua meelopen met protesten, maar online wel. Als iemand weer in elkaar geslagen wordt, dan twitter ik daar wel flink over. Maar ik vind echt dat er te weinig gebeurt tegen homogeweld. Heel veel mensen denken dat we er al zijn met homo-emancipatie. We kunnen hier als eerste land trouwen en op papier is alles perfect geregeld: homostellen die getrouwd zijn, zijn gelijkwaardig aan heterostellen. Er zijn geen andere regels voor pensioenen, wat in andere landen wel zo is. Dus op papier zijn we er al, maar vervolgens zijn we achterover gaan zitten en hebben gedacht: ‘Het is klaar’. Maar het is niet klaar, als er nog gemiddeld elke week iemand in elkaar wordt geslagen vanwege zijn geaardheid, wanneer er mensen worden gediscrimineerd op de werkvloer of als je ziet dat onder de homojongeren het aantal zelfmoorden tien keer zo hoog is als dat bij heterojongeren. Dan is er echt nog een lange weg te gaan. Ik zit in de journalistiek en ik zie de verhalen over homogeweld voorbijkomen; hoe iedereen erop duikt. En een week later is iedereen het weer vergeten. De volgende maand gebeurt het weer. Structureel gebeurt er ondertussen niks, of dat lijkt zo. Er is iets mis, waar aandacht voor moet komen en ik hoop dat de Gaykrant daar zijn steentje aan bij kan dragen.’

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*