De John de Mol-methode

Onlangs werd bekend dat John de Mol in de Media250, de ranglijst van meest invloedrijke mediamensen, slechts op de derde plaats staat, achter Arjen Lubach en Eva Jinek. Hoewel hij volgens deze lijst al jaren niet meer op nummer één staat, geldt hij binnen én buiten de mediawereld nog altijd als de meest invloedrijke mediapersoon van Nederland. Door de ‘John de Mol-methode’ creëerde De Mol niet alleen succesvolle programma’s, maar bouwde hij wereldwijd formatimperium op. Wie deze methode begrijpt, snapt waarom sommige ideeën uitgroeien tot internationale hits — en waarom andere vanaf het begin kansloos zijn. In het boek ‘Wat is gewoon?’ gaat Paul Römer verder in op deze methode. Maar wat maakt deze methode nu zo onderscheidend, en welke vaste principes liggen eraan ten grondslag?

1. Van programma naar format
De kern van de John de Mol-methode is dat niet het programma centraal staat, maar het format. Een programma is een eenmalige productie; een format is een herhaalbaar systeem. Het moet reproduceerbaar zijn in andere landen, culturen en markten, zonder zijn essentie te verliezen. Big Brother, The Voice, Deal or No Deal en Miljoenenjacht zijn geen losse shows, maar formats met vaste spelregels, dramaturgie en emotionele spanningsbogen. Een goed format is in één zin uit te leggen. Als dat niet lukt, is het idee volgens deze logica nog niet rijp. Complexiteit is de vijand van schaalbaarheid.

    2. Rechten zijn belangrijker dan zendtijd
    Waar veel producenten tevreden zijn met een uitzendcontract, draait de John de Mol-methode om eigenaarschap. De producent behoudt vrijwel altijd de formatrechten. Zenders krijgen het recht om het programma uit te zenden, maar niet om het format te bezitten. Hierdoor ontstaat een doorlopende inkomstenstroom uit internationale verkoop, licenties, remakes en spin-offs. Dit maakt de producent onafhankelijker van één zender of markt. Het succes zit niet in één seizoen, maar in de levensduur van het format.

    3. Industrieel produceren zonder creativiteit te verliezen
    Creativiteit staat centraal, maar de uitvoering is industrieel georganiseerd. Producties worden efficiënt ingericht: decors worden hergebruikt, teams zijn op elkaar ingespeeld en programma’s worden vaak back-to-back geproduceerd voor meerdere landen. Dat verlaagt de kosten per aflevering en verhoogt de snelheid. Die efficiëntie is geen doel op zich, maar een voorwaarde om risico’s te kunnen nemen. Hoe beter de machine draait, hoe meer ruimte er is om nieuwe ideeën te testen.

    4. Emotie als universele taal
    Succesvolle De Mol-formats raken altijd aan basale menselijke emoties: hoop, spanning, schaamte, trots, afwijzing of verlangen. De deelnemer staat centraal, niet de presentator of het decor. De kijker moet zich kunnen verplaatsen in wat er op het spel staat. Juist die emotionele eenvoud maakt formats internationaal overdraagbaar. Spelregels verschillen per land, emoties niet.

    5. Falen hoort erbij
    Misschien wel het meest onderschatte onderdeel van de John de Mol-methode is de houding tegenover mislukking. Veel formats halen het scherm niet of verdwijnen snel. Dat wordt niet gezien als falen van individuen, maar als onderdeel van het proces. Eén grote hit kan tien mislukkingen financieren.

    Die mentaliteit vraagt om vertrouwen, lef en kapitaal – en verklaart waarom deze methode lastig te kopiëren is zonder stevige financiële basis.

    6. Meer dan televisie
    De John de Mol-methode is uiteindelijk geen televisiemethode, maar een ondernemersmodel. Het combineert creativiteit met eigenaarschap, emotie met schaalbaarheid en risico met discipline. Het is de reden waarom sommige producenten afhankelijk blijven van zenders, en anderen een wereldmerk bouwen. In een tijd waarin media versnipperen, blijft deze methode opvallend actueel. Talpa heeft bijvoorbeeld met losse fragmenten van The Voice-optredens ook veel succes op Youtube.

    1 Comment

    1. “Veel formats halen het scherm niet of verdwijnen snel. Dat wordt niet gezien als falen van individuen, maar als onderdeel van het proces. Eén grote hit kan tien mislukkingen financieren.”

      Oftewel omdat hij miljardair is kan hij oeverloos veel tegen de muur gooien en vervolgens afwachten wat er blijft plakken. Ik vind dat niet echt een talent. Hij doet maar wat en ziet verder wel wat er van komt. Een teken aan de wand is dat er op zijn NL-zenders nauwelijks nieuwe formats verschijnen. Op de zenders domineren goedkope meuk zoals VI, de Meilandjes, Gillis en Shownjieuws. Dag in dag uit.En als er al een keer iets nieuws verzonnen wordt is het meestal een variantje op iets wat al wel bestaat.

    Geef een reactie

    Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


    *