Monica Tijdink al 12 jaar de barvrouw van het Top 2000 café

Monica Tijdink staat deze maand voor de dertiende keer achter de bar in het populaire tv-programma ‘De Top 2000 a gogo’. In het dagelijks leven is de roodharige Hilversumse barkeepster in café Cartouche. Ze realiseert muziekstudio’s voor kinderen in ziekenhuizen en is het promotiegezicht van de Hilversumse markt. In het Top 2000 café komt haar liefde voor muziek en horeca samen.

De hal van Beeld en Ge­luid op het Me­dia­park loopt lang­zaam vol met man­nen in pak. Voor men­sen die zo­juist een paar uur ste­vig ver­ga­derd heb­ben zien ze er nog op­mer­ke­lijk fris uit.

Ze la­chen ont­span­nen. Dat is nou het Top 2000-ef­fect, fluis­tert de re­cep­ti­o­nis­te van het om­roep­mu­se­um in Hil­ver­sum. In plaats van een stan­daard zaal­tje in een on­ge­zel­lig ho­tel heeft het be­drijf deze mid­dag het Top 2000 café in Beeld en Ge­luid af­ge­huurd als ver­ga­der­lo­ca­tie.

Een hei­ses­sie in de tij­de­lij­ke ra­dio- en te­le­vi­sie­stu­dio. Brain­stor­men tus­sen wan­den vol le­gen­da­ri­sche pla­ten­hoe­zen en de kroeg­ta­fels met Per­zi­sche ta­pijt­jes waar­aan Mat­thijs van Nieuw­kerk ko­men­de da­gen zijn gas­ten in­ter­viewt. Be­drij­ven staan er­voor in de rij. Het te­kent de po­pu­la­ri­teit van de Top 2000. De live-uit­zen­din­gen op de ra­dio be­gin­nen op twee­de kerst­dag en ko­men sinds een aan­tal jaar van­uit de hal van Beeld en Ge­luid. Daar wordt ie­der jaar het café an­nex stu­dio op­ge­bouwd. En elk jaar iets eer­der zo­dat het de­cor te boe­ken is voor be­drijf­seve­ne­men­ten. Mu­ziek ont­spant en in­spi­reert en aan­ha­ken bij een suc­ces­for­mu­le mo­ti­veert.

Als de laat­ste man in pak de kroeg ver­laat, stapt Mo­ni­ca Tij­dink (56) naar bin­nen. Ze kijkt rond en lacht te­vre­den. Het voelt na twaalf jaar ach­ter de bar als haar do­mein. ,,Heer­lijk om hier weer te zijn.” De half­ron­de bar lijkt een stuk klei­ner dan op te­le­vi­sie. ,,Dat is mijn plek­je”, wijst ze rich­ting de tap. ,,Ik blijf tij­dens de op­na­men ach­ter de bar, een paar da­me­tjes lo­pen met dien­bla­den rond. Best krap al­le­maal. En dan moe­ten er ook nog twee ca­me­ra­man­nen tus­sen de ta­fel­tjes door schui­ven ach­ter Mat­thijs aan. Dat rom­me­li­ge sfeer­tje maakt het leuk. Gas­ten ver­ge­ten dat het geen ech­te kroeg is, maar de­cor. Gaan ze in­eens bit­ter­bal­len be­stel­len of een tos­ti. ‘Hal­lo, kijk eens om­hoog, zie je die stu­dio­lam­pen? Dit is niet echt’. Of ie­mand pro­beert een pak­je si­ga­ret­ten uit de au­to­maat te trek­ken.” Tij­dink lacht hard. ,,Dat ding is uit 1816 of zo.”

Der­tien jaar ge­le­den be­na­der­de re­gie-as­sis­ten­te Pau­li­ne Koop­man haar voor de ‘rol’ van barda­me in het toen nieu­we tv-pro­gram­ma ‘Top 2000 a go­go’. ,,Met haar heb ik acht jaar ge­soft­bald. Ze ken­de mij ook uit Car­tou­che. We moesten het pu­bliek toen over­al van­daan ha­len om het café vol te krij­gen. We pluk­ten ze soms let­ter­lijk van straat, van het sta­ti­on. Nu moe­ten er dui­zen­den men­sen per af­le­ve­ring te­leur­ge­steld wor­den.”

Za­ter­dag komt de club weer sa­men voor drie in­ten­sie­ve op­na­me­da­gen. ,,Het is ie­der jaar een reü­nie. Het is ons jaar­lijk­se feest­je. Mat­thijs en Leo zeg­gen het ook ie­der jaar. Het is on­ge­dwon­gen, dat café dwingt spon­ta­ni­teit af. Je zit ge­woon in een kroeg aan een drank­je. Om je heen al­leen men­sen die zin heb­ben in een ge­zel­li­ge avond. Ik hoef niet aan een dood paard te trek­ken. De mu­ziek zet­ten we lek­ker hard als ze bin­nen­ko­men en ik zing al­tijd mee. Dat doe ik in Car­tou­che ook. De sfeer zit er met­een in.”

Het suc­ces van de Top 2000 zit vol­gens Tij­dink in het feest der her­ken­ning. ,,Het is back to me­mo­ry lane. Bij mu­ziek heb je her­in­ne­rin­gen. Van vro­lij­ke tot ver­drie­ti­ge. Mu­ziek kan je dag ma­ken en bre­ken. Als je op­staat met ver­drie­ti­ge mu­ziek kan het best even du­ren voor­dat je over dat ge­voel heen bent.”

Mu­ziek heeft al­tijd een gro­te rol ge­speeld in het le­ven van de Hil­ver­sum­se. ,,Mijn moe­der haal­de mij als klein meis­je uit mijn bed om de aan­komst van the Be­at­les in Ne­der­land op te­le­vi­sie te zien. In zwart-wit. Bij ons stond al­tijd mu­ziek aan. Ik ben de jong­ste van vijf en kreeg alle mu­ziek van mijn broers en zus­ters mee. Van El­ton John tot Ey­die Gor­me. Maar ook The Car­pen­ters. Dat maak­te mijn mu­zieks­maak lek­ker breed. We zon­gen met zijn al­len aan ta­fel en aan de af­was. Een dag zon­der mu­ziek be­staat niet, ik adem mu­ziek.”

Mo­ni­ca Tij­dink wordt in 1960 in Hil­ver­sum ge­bo­ren. Haar moe­der is Ja­vaans, va­der Ne­der­lands. Ze gaan uit el­kaar als Mo­ni­ca twee jaar is. Va­der ver­dwijnt he­le­maal uit beeld. ,,Mijn moe­der heeft vijf kin­de­ren in haar een­tje groot­ge­bracht. Pe­tje af. Het was bij ons een echt In­disch nest. Ie­der­een kon al­tijd blij­ven eten en sla­pen. Vil­la Ka­kel­bont, al­les kon en mocht.”

In de eer­ste klas­sen van de la­ge­re school heeft Mo­ni­ca Tij­dink het niet mak­ke­lijk. Ze wordt soms uit­ge­schol­den voor ne­ger en Chi­nees. Het doet pijn maar ze ver­bergt het. Meet zich­zelf een stoe­re hou­ding aan om te over­le­ven, een nuch­te­re doe­rak. La­ter en op de mid­del­ba­re school, het Al­ber­dingk Thijm Col­le­ge vin­den an­de­ren haar juist in­te­res­sant om­dat ze an­ders is. ,,Te­gen dis­cri­mi­na­tie kan ik nog steeds niet. Als ik het zie, word ik gif­tig en spring ik erin. Stop­pen. Mijn moe­der heeft ons ge­leerd om op te val­len, durf je uit te spre­ken, wees geen grij­ze muis. Nou dat heb ik ter har­te ge­no­men”, lacht Tij­dink.

Haar op­val­len­de vuur­ro­de haar is in­mid­dels haar han­dels­merk. Ook haar wenk­brau­wen kleurt ze rood. ,,Men­sen vra­gen wel­eens of ik niet een keer een an­de­re kleur zou wil­len. Nee na­tuur­lijk niet. Ik verf het al ja­ren rood. Ik ben het meis­je met het rode haar.”

Lief en leed

Op haar acht­tien­de zingt ze in haar eer­ste band, Ro­ber­to Q & the Bop­pers uit Bus­sum. Het is de kweek­vij­ver voor Her­man Brood. ,,Ik speel­de on­der an­de­re met gi­ta­rist Da­vid Hol­le­stel­le en an­de­re mu­zi­kan­ten die la­ter al­le­maal bij Brood gin­gen spe­len. Een paar jaar trad ik zo­veel op dat het bij­na mijn be­roep was. Ik werk­te daar­naast ook al in de ho­re­ca.”

De be­hoef­te om te gaan stu­de­ren na de mid­del­ba­re school heeft Tij­dink niet. Ze wordt ge­gre­pen door de ho­re­ca. ,,Dat is toch dat In­di­sche bloed mis­schien. Ver­zor­gen, ver­zor­gen, ver­zor­gen. Dat hoort echt bij me. ‘Mo je kan niet de hele we­reld red­den’, zei mijn moe­der al­tijd, maar dat wil ik het liefst wel. Je bent soms een half maat­schap­pe­lijk wer­ker ach­ter de bar. Kom maar op met je ver­haal. Gas­ten ver­tel­len over hun lief en leed. De maat­schap­pij is zo hard en zelf­zuch­tig ge­wor­den. De ho­re­ca kan je nog het ge­voel ge­ven dat je spe­ci­aal bent, dat je ge­wenst bent. Hé, dank je wel dat je wil­de luis­te­ren, zeg­gen ze te­gen me. Het lucht op.” De boel bij el­kaar wil­len hou­den zit diep bij haar. Met haar twee ex-echt­ge­no­ten, met wie ze ook ja­ren­lang te­ge­lij­ker­tijd in de band The Bar­king Bees speel­de is ze nog steeds goed.

,,Wij zijn su­per­vrien­den van el­kaar. Zo hoort het te zijn. Men­sen ver­ge­ten vaak dat je het ook hart­stik­ke fijn hebt ge­had met el­kaar. We gun­nen el­kaar al het mooie.”

Al­leen na de ge­boor­te van zoon Mi­chel, 24 jaar ge­le­den, gaat ze er een aan­tal ja­ren tus­sen­uit (,,een jon­ge moe­der hoort niet in de kroeg te wer­ken”) maar ze werkt al bij­na 22 jaar als bar­vrouw bij café Car­tou­che aan de Sta­ti­ons­straat. Loy­a­li­teit schrijft ze met een hoofd­let­ter. ,,Dat heeft mijn hele fa­mi­lie. Mijn zus werkt ook al 41 jaar bij Be­ver­sport. Als ik er­gens aan be­gin ga ik er ook he­le­maal voor.”

Zo zet ze zich sinds ze­ven jaar vol in voor Mu­ziekids, de Hil­ver­sum­se stich­ting die in het hele land mu­ziek­stu­dio’s opent in zie­ken­hui­zen. ,,Voor kin­de­ren van 5 tot 18 jaar is heel wei­nig ont­span­ning in zie­ken­hui­zen. Mu­ziek ma­ken heeft een po­si­tie­ve uit­wer­king. Het is zo’n krach­tig mid­del. Pro­fes­sor en neu­ro­psy­cho­loog Erik Scher­der gaat met ons bin­nen­kort we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek star­ten naar mu­ziek en het brein. Wat doet mu­ziek met je? Wat is het ef­fect van kin­de­ren zelf mu­ziek la­ten ma­ken? Mu­ziek ver­laagt het stress­ni­veau en kan bij­dra­gen aan het ge­ne­zings­pro­ces. Maar om­dat het nog niet we­ten­schap­pe­lijk be­we­zen is mo­gen we niet zeg­gen dat mu­ziek een me­di­cijn is.”

Bij Mu­zieKids heeft Tij­dink heel veel pet­ten op. Ze is of­fi­cema­na­ger, werft fond­sen en spon­sors, legt con­tac­ten met zie­ken­hui­zen en ar­ties­ten die hun naam aan de stu­dio’s ver­bin­den, zit in bouw­com­mis­sies.

,,Ik ben dik veer­tig uur per week be­zig met Car­tou­che en Mu­ziekids. De com­bi is per­fect. Bij Mu­ziekids kan ik met mijn her­sens wer­ken en in de kroeg kan ik slap­pe praat­jes voe­ren en maak ik men­sen blij. Het is geen vet­pot, maar ik ben ge­luk­kig. Als ik de blije ge­zicht­jes van zie­ke kin­de­ren ach­ter bij­voor­beeld een drum­stel zie, is het goed. Ik ben een op­ti­mist. Het glas is bij mij niet half vol maar drie­kwart.”

,,Hé Mo­ni­ca, kom je vast oe­fe­nen?” Een me­de­werk­ster van Beeld en Ge­luid her­kent de Hil­ver­sum­se. ,,Tot za­ter­dag.” Dins­dag heeft Mo­ni­ca Tij­dink al­vast een vrije dag ge­no­men. De ko­men­de drie da­gen is het aan­po­ten in het Top 2000 Café. ,,Ik zeg niet dat het het bes­te num­mer ooit is, maar ik ben blij dat Qu­een weer te­rug op 1 is. De num­mer 1 moet een ul­tiem feest­je moet zijn. Waar ik ook ben, als ik Bo­he­mi­an Rhap­so­dy hoor denk ik hap­py new year.”

Monica Tijdink uit Hilversum is voor de dertiende keer de bardame naast Matthijs van Nieuwkerk in ’Top 2000 a gogo’.

FOTO: STUDIO KASTERMANS/LEON DAKKUS
BRON: Gooi- en Eemlander

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*