
Door de verruiming van de online advertentiemogelijkheden voor de NPO dreigen volgens een recent rapport van Decisio (in opdracht van NDP Nieuwsmedia) zo’n 70 tot 110 journalistieke banen te verdwijnen bij private nieuwsmedia. Een bittere pil, klinkt het in de sector. Maar wat als de publieke omroep die € 50 miljoen aan extra advertentie-inkomsten níét mag ophalen? Wat gebeurt er dan?
Toegepast op de NPO zelf, met dezelfde rekenregels als voor de private uitgevers, wordt de uitkomst nog pijnlijker: het verlies aan journalistieke banen bij de publieke omroep zou zelfs groter zijn. Bij een omzetverlies van € 50 miljoen en een gemiddelde omzet per fte van € 220.000 (de gemiddelde maatstaf uit de private sector) zou de NPO ruim 200 banen moeten schrappen —het dubbele van het verlies bij de commerciële media.
Natuurlijk zijn dit ruwe berekeningen; de NPO heeft waarschijnlijk een andere kostenstructuur en zijn er nog meer elementen. Maar de richting is duidelijk: verbied je de NPO om die € 50 miljoen op de advertentiemarkt te verdienen, dan blijft de schade aan de journalistieke arbeidsmarkt niet uit. Sterker nog, die kan groter uitpakken.
De ironie is schrijnend. Het verzet tegen de verruiming komt voort uit zorg over de uitholling van het private journalistieke ecosysteem. Maar de alternatieve route — de bezuiniging volledig laten doorwerken bij de publieke omroep — kan precies diezelfde journalistieke markt nóg harder treffen. Hoe je het ook wendt of keert: iemand betaalt de rekening.
Het debat over de NPO en de STER wordt vaak geframed als een strijd tussen ‘commercie’ en ‘publieke waarden’. Maar wat werkelijk op het spel staat, is de journalistiek zelf. Wie ervoor kiest de NPO geen extra inkomsten te gunnen, kiest in feite voor een grotere kaalslag op redacties. Dat zouden politici zich beter moeten realiseren — en wellicht de moed opbrengen om meer geld rechtstreeks naar de NPO te sturen in plaats van via STER-inkomsten. Zo blijft de journalistiek sterker overeind, aan beide kanten van de markt.
Ook bij commerciële mediabedrijven is nog werk te doen. Hun verzet tegen een reclamevrije publieke omroep is jarenlang gemotiveerd door concurrentievervalsing, marktverstoring en nadelige gevolgen voor adverteerders. Het is tijd dat zij zich afvragen wat zij werkelijk verwachten van een gezonde markt die verder kijkt dan het eigen belang.
Wie de journalistiek wil beschermen, moet eerlijk zijn over wie de rekening draagt — en bereid zijn die samen te betalen.
Nou… als je met honderden mensen AP en Reuters overtikt met een lik woke erbij en met nog eens honderden mensen onzinnige sportverslaggeving (hoezo nieuws) overtypt en op de kabel gooit kan het makkelijk wat minder. En dat nog eens door tig omroepen. Niemand buiten de bubbel snapt dit. Welkom in 2025. We kunnen moeiteloos zonder. Richt je op onderscheidende meerwaarde met minder mensen en zinvollere output. Stop deze koninkrijkjes. Lever wat.
Ach, als die omroepen de ledenbijdrage verhogen naar €150,- per jaar komt er weer geld genoeg binnen.
Dat levert bovendien winst op voor iedereen; de commerciële worden betaald door de adverteerders, alle subsidies voor de ledenomroepen kunnen naar de NOS, NTR en een facilitair bedrijf. De ledenomroepen kunnen dan van hun leden bestaan en onafhankelijk programma’s maken voor de leden.
En we weten binnenkort ook of de gemiddelde Nederlander helemaal geïnteresseerd is in de publieke omroep.