‘Regionale omroepen hebben te weinig content voor NPO 3’

[BLOG] Het kabinet wil NPO 3 een meer regionaal karakter geven. Veel publieke omroepmedewerkers maken zich grote zorgen of jongere doelgroepen in de toekomst nog wel bereik kunnen en welke huidige programma’s binnen ‘NPO Regio’ zullen sneuvelen. Deze ‘regio angst’ is onterecht.

Dat regionale omroepen meer landelijke dekking geven is een goed begin. Bij KPN en Ziggo zijn deze zenders vaak weggestopt. De knoppen van een ouderwetse afstandbediening gaan vaak niet verder dan de eerste 9 kanalen. Veel kijkers blijven daarin hangen. De regioprogramma’s op een derde plek zullen gewoonweg sneller gevonden en meer bekeken worden. Geen wonder dat SBS6 in 1995 een grote landelijke actie deed om kijkers hun zender op 6 te zetten.

De regionale omroepen laten zien dat zij tegenwoordig ook professionele content kunnen produceren. Veel jong talent is de afgelopen jaren doorgeschoven naar landelijke omroepen. En oud-landelijke talent krijgt ook vaak weer een plek in de regio (bv. Henk Westbroek en Henk Mouwe bij RTV Utrecht). Tevens is het van belang dat de Nederlandse kijker weet wat er in haar regio gebeurd. Vooral nu er steeds meer verantwoordelijkheden vanuit de landelijke overheid naar regionaal zijn doorgeschoven.

De eerste en tweede Kamer moet komende maanden zich nog over de Kabinetsplannen buigen. Het zal daarom nog wel even onrustig blijven in Hilversum. Toch hoeven we niet direct een NPO Regio te verwachten. De regionale omroepen maken immers gewoonweg te weinig programma’s om een derde landelijk kanaal goed te vullen. De huidige regiozenders bestaan veelal uit herhalingen van nieuwsbulletins. Ook gezamenlijk content produceren zal lastig zijn, aangezien dan het relevante regionale karakter grotendeels wegvalt. De Kabinetsplannen voor NPO 3 lijken in ieder geval het langbesproken ‘Regiovenster’ eindelijk door te willen voeren, waarmee dagelijks slechts enkele uren de regio een plek krijgt op NPO 3. De vrees om een kaalslag door regiocontent is daarmee ongegrond.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*