De geschiedenis van het Omroepmuseum

Beeld & Geluid heeft 9 jaar na haar opening de 2 miljoenste bezoeker mogen verwelkomen. Het archiveren en vooral tentoonstellen van audiovisueel materiaal kent echter een decennialange historie. Al in de jaren ’40 werden de eerste plannen gemaakt voor een Omroepmuseum. Het duurde echter tot begin jaren ’80 voordat er een voor publiek toegankelijk gebouw werd geopend. 

In de vorige eeuw werden diverse archieven opgebouwd, waaronder het Nederlandsch Centraal Filmarchief (NCF) in 1919. Vanaf 1932 werd dit archief overgeheveld naar Algemeen Rijksarchief en hierna Filmarchief van de Rijks Voorlichtingsdienst. Nederlands Historisch Filmarchief fuseerde in 1952 met de Stichting Uitkijkarchief in 1952 en ging door als Nederlands Filmmuseum (NFM). Ook andere archieven ontstonden waaronder het in 1938 opgerichte Algemeen Archief voor Taal en andere Uitingsbewegingen, wat later Beeld- en Klankarchief is gaan heten.  In 1966 werd de naam weer veranderd in ‘Stichting Beeld- en Klankdocumentatie’. Vanaf 1970 ging deze stichting met het Historisch Geluidsarchief RUU fuseren tot de Stichting Film en Wetenschap (SFW). 

Vanaf 1947 brachten de omroepen hun belangrijkste geluidsopnamen bij elkaar in de zogenaamde Fonotheek.  In 1958 werd het Centrale Filmarchief bij de NTS gestart, waar veel journaals en tv-programma’s van omroepen werden bewaard. Later werden het archief met polygoonjournaals toegevoegd.  Vanaf 1990 werden de archieven van de Fonotheek met het Film- en Beeldbandarchief van de omroepen samengevoegd en ontstond het AVAC.  In 1997 ging AVAC op in het Nationaal Audio Visueel Archief (NAA). 

Plannen voor een Omroepmuseum waren er al in de jaren ’40. Er werd zelfs toen al een Stichting Omroepmuseum opgericht. Pas in 1983 werden de omroeparchieven echter deels voor het publiek melkpad toegankelijk toen het Omroepmuseum zijn intrek nam in een villa op het Melkpad in Hilversum. De audiovisuele collectie, maar ook het aantal bezoekers, werd steeds groter waardoor het tijd werd voor een groter pand. Met meer dan 20.000 bezoekers per jaar werden er op sommige drukke momenten zelfs geen bezoekers meer toegelaten. Er werd rondgekeken in onder meer de Irene-studio in Bussum (eerste tv-studio van de NTS) en de oude melkfabriek in Hilversum. Vanaf 1993 vestigde het Omroepmuseum zich aan de Oude Amersfoortseweg in Hilversum. Het was het pand waar toen nog de NOB in werkte. Ib 1997 fuseerden het bedrijfsarchief van de Publieke Omroep, het Filmarchief van de Rijksvoorlichtingsdienst, de Stichting Film en Wetenschap en het Nederlands Omroepmuseum tot het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA) In 2002 veranderde het NAA zijn naam in Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Eind 2002 sloot het Omroepmuseum voor het publiek. Vier jaar later (december 2006) kreeg het museum een waardige opvolger: Instituut voor Beeld en Geluid. 

 

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*