Blog Martin van Doren: ’70 jaar radio-omroepzenders’

Dit jaar is het exact 25 jaar geleden dat er een geweldig boek uitkwam: “70 jaar radio-omroepzenders in Nederland”, met als ondertitel “Ontwikkelingen van het Nederlandse zenderpark op de lange- en middengolf in de periode 1919-1989”. Ing. P. Vijzelaar is de schrijver, en de uitgeverij was Kluwer Technische Boeken. Jaar van uitgifte: 1991.

Het boek kreeg ik toevallig weer in handen toen ik bezig was om de boel op te ruimen in mijn werkkamer; het kwam achter een stapel andere boeken vandaan. 
Na de herontdekking , heb ik meteen mijn woeste opruimpogingen gestaakt, en zat ik verzonken in de “hardware” van de radiogeschiedenis van Nederland: de zenders, de frequenties en vooral de internationale conferenties.

Voor wie geïnteresseerd is in de Nederlandse radio, en dan niet in wat later “het omroepbestel” is gaan heten, maar in de zenders zelf en alles wat daar aan vast hing (en hangt), en dan met name de regelgeving, is dit boek zo ongeveer het standaard werk.

Uiteraard, zou ik haast zeggen, begint het allemaal met de PCGG zender van Ingenieur H.H. Schotanus à Steringa Idzerda. Die zender zond uit op 670 meter, overeenkomend met een frequentie van 448 KHz (1919-1924). Opvallend is dat dit in het boek benoemd wordt als een lange golf zender, daar waar deze frequentie nu een “out-of-band-frequency” genoemd zou worden, tussen de middengolf en langegolf in. In 1927 worden de langegolf en middengolf gedefinieerd op een conferentie in Wahington. De langegolf bestaat uit het spectrum 160 KHz – 224 KHz, maar niet exclusief voor omroepdoeleinden (!) en de middengolf bestaat uit het spectrum tussen 550 Khz – 1500 KHz. Beide banden zijn dus in de loop der tijd, naar beide kanten toe, opgerekt.

U snapt waarschijnlijk mijn dolle enthousiasme over het terugvinden van dit boek, en dan ben ik pas op pagina 19 (van de 160). Tot in detail gaat het boek verder over alle zendlocaties in Nederland, de Europese en internationale conferenties over het verdelen van frequenties op de midden- en langegolf, tussen de Europese naties, alsmede die van landen in aangrenzende werelddelen.

De eerste planningsconferentie wordt in 1922 in Praag gehouden en heeft een geheel vrijblijvende ondertoon, haast een verzoek aan de deelnemende landen. Die toon verandert op de conferentie van 1933 in Luzern, waarbij dwingende afspraken gemaakt worden. De conferentie van 1939 in Montreux is slechts van symbolisch belang, door het uitbreken van de 2e Wereldoorlog. In 1948 volgt de conferentie van Kopenhagen, waarna in 1975 eigenlijk de status quo van heden ten dage, in Genève, wordt bereikt.

Met deze conferenties als achtergrond komen de zendlocaties in Nederland voorbij: Hilversum, Huizen, Kootwijk, Jaarsveld, Assen, Lopik, Flevoland, Amsterdam, Rotterdam, Roermond, Hoogezand en Hulsberg. Duidelijk wordt dat de Nederlandse delegaties hard moesten vechten voor de frequenties, de langegolf frequentie gaat uiteindelijk verloren (om er later weer eentje toegewezen te krijgen (1975), waarmee dan weer niks gebeurt). 
Uit het boek komt schitterend naar voren hoe “Nederland” over de afstemschalen van de radio’s gezworven heeft.

Dit boek zou het zonder meer verdienen om, 25 jaar na uitgifte, opnieuw uitgegeven te worden, als jubileum uitgave. Zeker ook omdat de conferentie van Genéve uit 1975 nog steeds de lading dekt anno 2016.

Een addendum is zo geschreven:

· De middengolfzenders op 747 KHz (Flevoland), 675 KHz (Lopik) en 1251 KHz (Hulsberg) werden in 2015 buiten bedrijf gesteld.

· De middengolfzender op 1008 KHz (Flevoland) werd toegewezen aan Groot Nieuws Radio.

· De middengolfzender op 891 KHz (Hulsberg) werd toegewezen aan Radio 538.

· De middengolfzender op 1602 KHz (Harlingen, officieel: Leeuwarden) werd toegewezen aan Radio Waddenzee.

· Low Power Channel zenders op 1485 KHz en 1584 KHz worden in respectievelijk Den Haag en Utrecht in bedrijf genomen.

· Alle overige, in 1975 aan Nederland toegewezen, midden- en lange golf frequenties zijn òf nooit in gebruik genomen, òf inmiddels buiten bedrijf gesteld.

Het boek geeft een verrukkelijk overzicht van hoe Nederland zich sinds 1919 in de strijd heeft geworpen om haar rechten te laten gelden op frequenties in de middengolf en de lange golf. En waar heeft het allemaal toe geleid? Waarschijnlijk tot de ietwat trieste conclusie dat deze frequenties hun 100 jarig bestaan niet zullen halen. De middengolf is een soort van sterfhuisconstructie geworden.

Altijd goed om ook even te kijken wat er niet in het boek staat. Geen woord over Radio Noordzee Internationaal, Radio Noordzee (REM), Radio Veronica, Radio Caroline, Radio Mi Amigo en Capital Radio. En dat klopt ook wel. Het boek handelt alleen over de officiële zenders, die een frequentie toegewezen hebben gekregen, en dat hadden de zeezenders niet. Het officiële argument (het echte argument was een heel andere), tegen de zeezenders is altijd geweest dat zij inbreuk maakten op de planning van de radioconferentie van 1948 in Kopenhagen. Formeel terecht, in de praktijk hoogst dubieus: halverwege de jaren 70 van de vorige eeuw werkte 64% van de officiële zenders in de middengolf op een niet officieel toegewezen frequentie, dan wel met een hoger dan toegestaan zendvermogen. (Na het van kracht worden van de frequentie -en zendvermogen!- indeling van de Geneve conferentie in 1975, daalde dit percentage overigens niet tot nul: het werd 13%.)

En dan is daar nog het lelijke eendje in de bijt, toevallig ook nog eens de nu oudste radiozender van Nederland: Radio Bloemendaal (1924 – heden). Met haar mini-zendertje van 50 Watt zendt zij vrolijk (nou ja, op Radio Bloemendaal kon het ook heftig donderen) op zon- en christelijke feestdagen haar programma’s uit, en wat je er ook inhoudelijk van denken mag, zij doet er geen vlieg kwaad mee. Maar er is wel iets bijzonders met die zender. Op bladzijde 144 van “70 jaar radio-omroepzenders in Nederland” staat iets opmerkelijks. Op de radioconferenties van 1948 (Kopenhagen) en 1975 (Genève) hield de Nederlandse delegatie geen rekening met Radio Bloemendaal, en derhalve kreeg de zender geen officiële frequentie toegewezen. In de schema’s van 1948 en 1975 komt Radio Bloemendaal dan ook niet voor. Anders gezegd: volgens de redenatie van de Nederlandse overheid tegen de zeezenders, is Radio Bloemendaal een piratenzender: zij maakt gebruik van een niet legaal, volgens internationale afspraken, toegewezen frequentie. Ook is nooit iemand op het idee gekomen om Radio Bloemendaal “om te zetten” naar een wel aan Nederland toegewezen, maar nooit in gebruik genomen frequentie: 1557 KHz (voor Amsterdam) zou geen onlogische keuze zijn (geweest).

Hoe het met mijn werkkamer is? Grote puinhoop! Maar ik heb wel een standaardwerk over de Nederlandse radio terug gevonden. Ik kan mijn lol niet op. Helemaal geweldig! Hoeveel exemplaren zouden hiervan verkocht zijn?

2 Comments

  1. Martin ik kwam toevallig je blog tegen over 70 jaar omroepzenders ik heb dat boek ook toen gekocht in 1991 f 32:50 was de prijs wel waard ik blader er nog wel eens door.Er is ook een ander boek:Van kristal tot intergraded circuit gescheven door L Foreman ook van de muiderkring ook zeer interessant ISBN 90 6082 369 6 nummer van het boek als het goed is zal je kast nu wel opgeruimd zijn.Groeten uit Rijnsburg.

  2. Ger-Jan, dank je wel voor jouw reactie. Want nu zie ik pas de blog van Martin.

    Ik heb het boek van Piet Vijzelaar ook en het is inderdaad een standaard werk over de Nederlandse lange golf en middengolf zenders op land tot 1989. Nadat ik het had gekocht heb ik het van begin tot eind gelezen.
    Ik maak zelf liever het onderscheid tussen landzenders en zeezenders. De landzenders zijn toegestaan door de overheid op land (maar kunnen dus een officiële frequentie gebruiken of een “out of plan” frequentie). Volgens mij is de 674 ook in gebruik genomen voordat dit officieel mocht. 1250 was immers nodig voor STAD Amsterdam. De 674 was dus de echte piratenzender, op land mocht deze nog niet worden gebruikt!
    Je moet bedenken dat het Kopenhagen plan en het Genève plan niet geldig waren buiten de territoriale wateren. De zeezenders waren geen piraten! Er waren simpelweg geen frequenties vastgesteld voor de zee, maar ook niet verboden.

    Een addendum over de landzenders is echter niet zomaar geschreven. Het boek van de heer Vijzelaar is zo goed, omdat hij elke verandering in de gebruikte zenders (locatie, antenne, vermogen, etc.), maar ook in het uitgezonden programma in zijn boek heeft opgenomen. Met zoveel foto’s van gebouwen, zenders en antennes!
    Ik geef het je te doen om ten eerste alle commerciële omroepen die op middengolf hebben uitgezonden te vermelden met startdatum en einddatum. Zo heeft Radio 10 (Gold) zo’n beetje op elke grote middengolf zender uitgezonden (675, 828, 1008, 1395). Zo heeft de 1395 op diverse locaties uitgezonden. Er is ooit iets uitgezonden op 1035 ergens in Limburg. De 1557 is wel degelijk in gebruik genomen, niet in Amsterdam, maar in Leidschendam door Vahon Radio. Later gecoördineerd naar 1566, want die Franse zender op 1557 bij Nice blies ze er ‘s-avonds uit in Den Haag. De 891 is zo’n beetje de enige zender geweest die nadat de Publieke omroep er af ging, niet is verplaatst en door slechts één commerciële omroep is gebruikt. En dan hebben we de 1224, 1332, 1584 en 1602, Veronica Nieuws Radio, Veronica Hitradio, Arrow Classic Rock, Radio London, Caz, BNR, Talk Radio, Radio Paradijs, Radio Waddenzee (zendschip!), Radio Maria, Grootnieuws Radio, Radio 192, Radio Seagull, HotRadio, KBC en ik vergeet er nog veel.
    Vervolgens de opbloei van de echte low power zenders (100W of 1W) nu op alle Nederlandse frequenties (behalve 171, 1116 en 1557/1566) en sinds vorig jaar op een reeks frequenties die niet aan Nederland zijn toegewezen.
    Nee, een addendum wordt denk ik groter dan het originele boek. En is eigenlijk niet met zoveel nauwkeurigheid te maken, omdat er zoveel verandert bij de low power zenders, dat niemand dit kan bijhouden.

    Rink

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*