Er gloort iets aan de horizon van het Nederlandse medialandschap. Geen nieuwe talkshow met gesimuleerde ophef over weer iets onhebbelijks van een politicus, maar iets wezenlijkers: een Kamermeerderheid die de knuppel in het hoenderhok gooit en zegt – kom, laten we eens ophouden met dat vrijblijvende gepruts in de marge. NPO, RTL en Talpa moeten samenwerken. Niet omdat het gezellig is, maar omdat het bittere noodzaak is. Richard Otto heeft dat heel goed neergezet
Want terwijl wij ons verliezen in een zoveelste discussie over het verschil tussen NPO Start en NLZIET als je enkel naar lineaire tv kijkt (spoiler: je betaalt dubbel voor wat je elders gratis krijgt), marcheren de techgiganten met zevenmijlslaarzen onze huiskamers binnen. Netflix weet wat je kijkt vóór je zelf weet dat je wil kijken. TikTok leert je kind sneller praten dan school. En Facebook? Die weet beter dan jijzelf met wie je binnenkort gaat scheiden.
Tegen dit geweld kun je niet afzonderlijk optrekken met losse platformpjes en nostalgie naar Studio Sport als alleenheerser op de zondagavond. Je hebt een vuist nodig. Geen natte spons. En ja, die vuist kan best gevormd worden door een coalitie van publieke waarden en commerciële slagkracht.
Maar laten we wel wezen: met alleen een gezamenlijke streamingdienst red je het niet. Dan bouw je een mooie bibliotheek in een achterafstraatje, terwijl iedereen in de digitale Kalverstraat shopt. We moeten óók daar zijn waar de burger al zit: dus ook op Facebook, Google, X en TikTok. Niet om te buigen voor Silicon Valley, maar om de publieke stem juist daar te laten klinken. Liever een NPO-fragment op TikTok dan een dansende nep-dokter die desinformatie verspreidt over levensverlengende pillen.
Het kan wél, trouwens. Kijk naar de BBC, die hun content strategisch aanbiedt op YouTube en TikTok, zonder hun onafhankelijkheid te verliezen. Of naar het Trusted News Initiative, waarin Europese media en techbedrijvensamen desinformatie bestrijden. Zelfs de Zweden – altijd net iets efficiënter dan wij – hebben met Google afgesproken dat publieke content niet alleen vindbaar moet zijn, maar ook begrijpelijk. Stel je voor!
Dus ja, bundel die krachten. Maak één stevig platform, zichtbaar, vindbaar en bruikbaar. Maar plug het ook in op de netwerken waar de burger al leeft, scrollt en swipet. Alleen zo blijft publieke media geen museumstuk in een glazen vitrinekast, maar een levendig geheel dat mensen informeert, verbindt en soms – heel soms – ook nog een beetje laat lachen.
Want wie toekomstbestendig wil zijn, moet niet kiezen tussen het stopcontact van Hilversum of Silicon Valley. Die stekkers moeten allemaal tegelijk in. En het licht? Dat moet overal aan.
“We moeten óók daar zijn waar de burger al zit: dus ook op Facebook, Google, X en TikTok.”
Daar hadden ze al jaren geleden moeten zitten. En het zal er waarschijnlijk ook nooit van gaan komen, zolang de dubbeldikke bestuurslagen in Hilversum vooral met zichzelf bezig zijn in plaats van het daadwerkelijk bedienen van het kijk- en luisterpubliek.