Journalist Bas Nieuwenhuijsen: plotseling ging het licht uit

Plotseling ging in juni het licht uit bij Spreekbuis-journalist Bas Nieuwenhuijsen (65). Omdat hij vertrouwd is met hartproblemen, voelde hij het infarct aankomen. 112 Was al gewaarschuwd, maar het doven van het licht nadat zijn hart was gestopt, heeft hij niet bewust meegemaakt. Dat het weer aanging wél. ‘Ik realiseerde me dat ik ineens naar het plafond lag te kijken.’ Een ambulancebroeder zei: ‘We hebben u zojuist gereanimeerd, meneer.’ Hij geloofde het niet, tot hij zich realiseerde dat een ambulancebroeder zoiets niet verzint.

Nee, hij heeft op de rand van de dood geen hallucinante dingen beleefd. Geen tunnel met licht, wat je vaak hoort. ‘Niks gezien’, zegt hij. ‘Ik ben door het oog van de naald gekropen. Het ene moment ben je in gesprek, het andere ben je weg.’ Waar hij als eerste aan dacht toen hij weer bijkwam, was zijn kleindochter Lily. Ze is autistisch en heeft daarom veel aandacht nodig. ‘Ze is zo kwetsbaar,’ ging er door zijn hoofd.

Ik ben er vreemd genoeg door gerustgesteld

De hartstilstand die hem trof, heeft hem niet -wat je wel zou verwachten- onzeker gemaakt. ‘Ik ben er vreemd genoeg door gerustgesteld: het is een eind waar je zelf niets van merkt, het is geen ernstig lijden.’ Hij zit er inmiddels weer in volle glorie en zonder nare gevolgen bij, maar het hartinfarct is wel een reden om na meer dan vijfenveertig jaar een punt te zetten achter zijn journalistieke loopbaan. Althans: het stressvolle deel daarvan dat verbonden is met het halen van deadlines. Het betekent dat met deze beslissing ook een eind is gekomen aan zijn werk voor het mediaplatform Spreekbuis, waarvoor hij tal van interviews maakte. Het vrijwilligerswerk voor het omroephistorische blad Recorder Magazine gaat gewoon door. Daar zit niet de druk achter die hij ervaart in zijn professionele werk. ‘Het is tijd dat ik luister naar de signalen die mijn lijf me nu een aantal keren heeft gegeven.’ Hij realiseert zich maar al te goed dat hij in blessuretijd leeft.

Laat maar zitten

Ik ben van harte welkom voor een afscheidsinterview, heeft hij aan de telefoon gezegd. Maar nu ik er ben, beginnen we met een disclaimer. ‘Ik heb niks bijzonders te vertellen. Ik kan me voorstellen dat je na afloop zegt: laat maar zitten.’ Hij zal het me niet kwalijk nemen, voegt hij eraan toe. Het feit dat hij zijn hele leven deel heeft uitgemaakt van de omroepwereld, wuift hij weg: ‘Dat hebben ik-weet-niet-hoeveel-duizend mensen gedaan.’

NOS

Zijn carrière bij de omroep begon begin jaren tachtig als redacteur bij de afdeling gesproken woord van de NOS. Het was een toevalstreffer. Als dienstweigeraar -gewetensbezwaarde heette dat in die tijd- moest hij op zoek naar alternatief werk met algemeen nut voor de samenleving. Hij solliciteerde naar de functie van derde leeszaal assistent van het stadsarchief in Utrecht, waar hij boeken zou moeten ophalen en weer wegbrengen. De opdrachtgever wees hem af. ‘Je verveelt je spoedig te pletter,’ voorspelde hij. In het Utrechtse café waar hij zijn afwijzing nog zat te overdenken, raakte hij in gesprek met een omroepcoryfee die een programma had bij de NOS. Die was op zoek naar een dienstweigeraar met een taalachtergrond. Nieuwenhuijsen werd aangenomen, maar al snel werd duidelijk dat het daar niet erg soepel liep. ‘Journalisten zijn niet altijd de beste leidinggevenden. De verhoudingen waren verstoord. Ze zochten iemand om daar wat smeerolie in te gooien. Die taak kreeg ik.’

ANP

Er kwamen daarna bezuinigingsrondes en die overleefde hij als freelancer. Via diverse activiteiten, zoals het maken van schoolprogramma’s en Kijk op kunst met Nelleke van der Krogt, kwam hij terecht bij de Radionieuwsdienst van het ANP, die de nieuwsbulletins verzorgde voor de NOS. Daar werd hij uiteindelijk benoemd tot eindredacteur. Twintig jaar lang vervulde hij deze functie. Soms viel hij in als nieuwslezer, waar hij liever geen actieve herinneringen aan heeft. Hij deed het wel, het lukte ook. ‘Maar ik was er niet goed in.’

Jarenlang klonk op de radio deze welbekende aankondiging: ‘Dit is de Radionieuwsdienst, verzorgd door het ANP.’ Het was een rare constructie, waar ingewikkelde omroeppolitieke afwegingen achter schuilgingen. ‘We waren in dienst van het ANP, maar we zaten in de CAO van de NOS. De inhoudelijke verantwoordelijkheid lag bij het ANP.’ De omroepen wilden (toen al) niet dat de NOS op radio het primaat van de nieuwsvoorziening kreeg en zo haar positie zou versterken. Liever lieten de omroepen die taak bij het neutrale ANP, waar ze bovendien in het bestuur zaten.

Eten van twee walletjes

Toen halverwege de jaren negentig in Nederland de commerciële omroep in opkomst was, kwam het ANP op het idee om ook bulletins te gaan verkopen aan het commerciële Sky. Geen logische stap, zo bleek. ‘Het ANP maakte bulletins op kosten van de NOS, verkocht die ook aan de concurrent en streek zelf het geld op.’ Voor de NOS betekende dit het einde van de samenwerking, waarna de nieuwsdienst werd overgenomen door de omroep.

Spreekbuis

In 2004 maakte Bas Nieuwenhuijsen de overstap naar Spreekbuis, het blad van de omroepmedewerkers. Het was een verademing om langere stukken te kunnen schrijven, zegt hij. ‘Bij de Radionieuwsdienst was het werken op de vierkante millimeter. Het nieuws moest gebracht worden in de ruimte van een postzegeltje. Dat is een mooie puzzel om te leggen, maar na negentien jaar denk je: nou weet ik het wel.’ Hij maakte tal van historische nieuwsgebeurtenissen van nabij mee, maar geen een in het bijzonder is blijven hangen. ‘Daar was geen gelegenheid voor’, zegt hij. ‘Het volgende nieuws diende zich alweer aan.’ In Spreekbuis schreef hij over de bezieling die hij aantrof bij zijn collega’s en natuurlijk over de strubbelingen die zo kenmerkend zijn voor de omroepwereld, met al zijn eigenaardigheden, zoals het -nu onvoorstelbare- gebruik om in de omroepkantines wijn en sterke drank te offreren tijdens de lunch.

Wat voor journalist ben je?

Beschouwend: ik ben de waarnemer aan de zijkant. Ik heb geen bezwaar tegen participerende journalistiek, maar ikzelf doe dat niet.

Waarom beschouwend?

Dat is mijn aard.

Wat fascineert je als je naar de samenleving kijkt?

Hoe alles werkt. Kijk, de wereld is in chaos. Je probeert daar een soort orde in aan te brengen. Waar moet ik op letten, wat is belangrijk, wat betekent het voor mij of de buren?

Draagt de journalistiek op dit moment niet eerder bij aan de chaos, dan het ordenen ervan?

Dat ben ik wel met je eens.

Wat gaat er mis?

Veel mensen zijn vooral met zichzelf bezig. Ze kijken niet verder dan hun eigen bubbel. Het aardige van de publieke omroep vond ik altijd dat je ook in contact kwam met dingen die je nog niet kende. Als je dat individualiseert, zoals nu gebeurt met die wereldberoemde algoritmen, word je alleen nog maar geconfronteerd met wat je al weet. Zo kom je in een tunnel terecht. Daar zou de journalistiek veel meer aandacht voor moeten hebben en dat gebeurt nu niet.

Wat lees je nog?

NRC, Gooi- en Eemlander, soms de Volkskrant, soms Trouw.

Met wat voor gevoel?

Dat ik steeds minder herken van de wereld, waarin ik ben opgegroeid.

Lig je daarvan wakker?

Dat is een groot woord. De journalistiek heeft steken laten vallen en loopt teveel achter meningen aan. Als het aanbod aan informatie via social media zo groot is, moetje zorgen dat je daar kwaliteit tegenover stelt. Als journalisten niet opnieuw inhoud weten te geven aan hun taak, raakt hun rol uitgespeeld. Het is een uitdaging voor de beroepsgroep zelf.

Wat heeft de journalistiek je in je persoonlijke leven gegeven?

Alles! Vooral veel voldoening in mijn werk. Het gevoel dat wat je deed, ertoe doet. Ik heb veel geleerd waar je via schoolboeken niet achter komt. Pure lol ook.

Wat is de lol?

Praten met mensen en zo hun verschillende werelden leren kennen.

Je bent ook trouwambtenaar. Hoe valt dat te rijmen met je journalistieke werk?

Nieuws is zelden leuk, veel ellende, droefenis, rampen, oorlog. Altijd gezeur, ook met grote bedrijven die niet tevreden zijn hoe ze in de publiciteit komen. Als je niet uitkijkt word je daar zwartgallig van. Als trouwambtenaar kom je tenminste ook in contact met blije mensen die niks bijzonders van je willen. Dat vormt een mooi tegenwicht voor je dagelijkse werk.

Hoe kijk je naar de publieke omroep: met weemoed of zorg?

We komen steeds dichter bij het eind van dit bestel. Dat is ook niet zo erg. De publieke omroep is in deze vorm een eeuw oud en alles heeft zijn tijd. Er zijn altijd strubbelingen geweest, maar de situatie is nu zorgwekkender dan hij was. De zuilen hebben geen betekenis meer. De omroep is geprofessionaliseerd en sinds het eind van de jaren tachtig is de maatschappij geïndividualiseerd. Omroepen zijn niet belangrijk meer. De samenhang tussen die organisaties die allemaal een eigen geluid vertegenwoordigden is inmiddels verdwenen. De etherschaarste is bovendien verleden tijd, productieprocessen zijn veel goedkoper geworden. Iedereen kan omroep bedrijven. Je kunt je afvragen waarom dat elk jaar nog een miljard euro moet kosten. Er is een afslag gemist.

Welke?
Het schuurt, het kraakt, het wrikt. De verenigingen zijn hun basis kwijt.
De overheid weet niet wat ze ermee aan moet, zoals de overheid dat bij zoveel onderwerpen niet weet. In 2004 heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid onder leiding van Wim van de Donk het rapport Focus op functies uitgebracht. De overheid moest zich afvragen welke functies de overheid in het medialandschap zou moeten vervullen, luidde het advies. Dat rapport is moeiteloos in een la verdwenen. Die taak is nooit goed gedefinieerd en dat breekt nu op.

Wat mis je?
Ik mis urgentie bij de publieke omroep en als er geen urgentie is, ga je verder kijken.

Wat is het antwoord op dit probleem?
De overheid zou alleen moeten investeren in een basisvoorziening die voor iedereen van belang is: het nieuws, evenementen, sport. Laat dat over aan de taakomroepen NOS en NTR De rest kun je gevoeglijk overlaten aan particulier initiatief, dus de omroepen. Laat die verenigingen hun amusementsprogramma’s maar maken en geef ze alle ruimte. Maar laat ze het geld daarvoor dan ook zelf verdienen en de kosten zelf betalen.

TON VERLIND

7 Comments

  1. Allereers wenst ik Bas heel veel gezonde fijne momenten met zijn kleindochter Lily.
    Mijn man is hartpatient (hij was 40 toen hij een stent kreeg.) Een fractie van een moment waarbij die vanzelfsprekendheid van leven ineens voorbij is.

    Uit interview maak ik op dat u een nuchtere man bent. Jammer dat u stopt bij Spreekbuis want nuchterheid in verhitte tijden is heel fijn.

    Alle goeds!

    Ps. www. Hartstichting.nl mensen! Geef!

    • Veel dank zou ik Bas willen betuigen voor iets anders, voor zijn innemendheid. Altijd aardig, voorkomend en geïnteresseerd maakte hij de Peperbus wat minder kil.

  2. “Die taak is nooit goed gedefinieerd en dat breekt nu op.”

    Doordat de omroepen constant dwars lagen was het ook wel bijzonder lastig om taken te definiëren. Voorbeeld: de volstrekt onbegrijpelijke programmering op Hilversum III terwijl de zeezenders toch een redelijk goed beeld gaven van hoe het kon.

    Tweede voorbeeld: Monitor van de NTS. De omroepen vonden dat die rubriek teveel actueel nieuws bracht en daar kwam gedonder van. Eigen, gekleurde actualiteitenrubrieken (Brandpunt, Achter het nieuws…) waren heilig voor hen. Exit Monitor.

    De omroep in Hilversum is voor mij eerder een historisch voorbeeld van tegenwerking inplaats van samenwerking. Eens hou je dat niet meer vol en dat is exact wat Bas aangeeft. Dat die ongein een miljard euro per jaar moet kosten vind ik erg veel geld. Een ticket voor een bokswedstrijd levert je ook een beeld op strijd op en kost aanzienlijk minder.

  3. Beste Bas, Als ik het me goed herinner kwam je te werken op de zolder van ’s Gravelandseweg 178, NOS – DRP. . Ik werkte in de kamer naast De Taalshow, want daar kwam je te werken bij Jan Roelands. Niet leuk te lezen dat hartproblemen het einde van je carriere betekenen, maar ik wens je alle goeds toe. Als je diep in je geheugen graaft komt er misschien ook iets naar boven.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*