
De publieke omroep is geen luxe, maar een onmisbare pijler onder de democratische rechtsstaat. Dat stelt Jan Driessen in een betoog op LinkedIn. Juist nu, waarschuwt hij, staat de onafhankelijke journalistiek onder druk en zijn de gevolgen daarvan wereldwijd zichtbaar.
Volgens Driessen laat de internationale praktijk zien hoe snel het mis kan gaan wanneer media hun onafhankelijke positie verliezen. In de Verenigde Staten wordt de kritische pers structureel aangevallen en komen mediabedrijven steeds vaker in handen van een kleine groep extreem vermogende tech-ondernemers. Zij bemoeien zich openlijk met inhoud en framing, niet zelden met een expliciet politiek doel. In Polen veranderde de publieke omroep in korte tijd in een radicale staatszender. In het Verenigd Koninkrijk heeft grootschalige desinformatie diepe en blijvende scheuren in de samenleving achtergelaten.
Dat zijn volgens Driessen geen verre of theoretische voorbeelden, maar duidelijke waarschuwingssignalen.
Nederland is geen uitzondering
Ook in Nederland ziet Driessen een zorgwekkende verschuiving. De mediaconcentratie neemt toe en steeds meer invloed komt in handen van een beperkt aantal spelers. Tegelijkertijd spreken politici zich volgens hem steeds explicieter uit over wat zij beschouwen als “ongewenste” programma’s, “verkeerde” onderwerpen of “te linkse” journalistiek. Waar deze toon aanvankelijk vooral bij de PVV klonk, echoot zij inmiddels ook bij de VVD, BBB en individuele bewindspersonen.
Wie denkt dat dit onschuldig is, vergist zich, stelt Driessen. Ingrijpen in media-inhoud is vrijwel altijd het begin van verdere aantasting van onafhankelijkheid — en zelden het eindpunt.
De publieke omroep als veilige haven
Juist daarom is een publieke omroep die niet afhankelijk is van adverteerders, aandeelhouders of politieke voorkeuren volgens Driessen van onschatbare waarde. Voor nog geen drie euro per volwassen Nederlander per maand beschikt Nederland over een robuuste publieke voorziening waar feiten worden gecheckt, context wordt geboden en tegengeluid mogelijk blijft. Een plek waar kunst en cultuur ruimte krijgen, waar satire mag schuren en waar journalistiek niet hoeft te pleasen, maar streng mag controleren, aldus Driessen.
Driessen stelt het scherp: als de publieke omroep vandaag niet zou bestaan, zouden we haar nú willen uitvinden.
Kritiek én verantwoordelijkheid
Tegelijkertijd pleit hij voor kritische zelfreflectie. De omroepen zelf zijn volgens hem te lang blijven hangen in verzuilde reflexen en onderlinge loopgraven. Driessen: ‘Dat model heeft zijn houdbaarheidsdatum ruimschoots overschreden’. De huidige tijd vraagt om samenwerking en om het centraal stellen van een hoger doel: een sterke, moderne en gezamenlijke publieke nieuws- en cultuurvoorziening.
Driessen: ‘Niet ieder voor zich, maar samen voor de samenleving.’
Bezuinigen is een democratisch risico
Bezuinigingen op de publieke omroep zijn volgens Driessen dan ook geen neutrale financiële keuze, maar een expliciet democratisch risico. ‘Wie dit nu laat gebeuren, verzwakt juist het instituut dat burgers beschermt tegen nepnieuws, polarisatie en machtsmisbruik.’
“Behandel de publieke omroep als wat zij is,” besluit Driessen, “een democratisch fundament. Investeer erin, moderniseer haar, eis samenwerking en kwaliteit. Maar haal nooit het dak weg terwijl de storm al woedt.”
Driessen: ‘Wie dit moment laat passeren, zal zich later niet hoeven afvragen wanneer het misging. Dit is dat moment.’
Jan Driessen is tegenwoordig eigenaar van strategisch adviesbureau Q&A Communicatie, waarmee hij topbestuurders en bedrijven adviseert over hun mediaoptredens en reputatie. Voordat hij ondernemer werd, was hij jarenlang Directeur Communicatie bij Aegon. Zijn carrière begon echter in de journalistiek, waar hij ruim twintig jaar werkte als parlementair- en oorlogsverslaggever voor actualiteitenrubrieken als Brandpunt en NOS.

“Volgens Driessen laat de internationale praktijk zien hoe snel het mis kan gaan wanneer media hun onafhankelijke positie verliezen.” Die onafhankelijkheid daar hoeven we niet eens internationaal te kijken. De dubieuze baasjes in het omroepbestel is het grootste gevaar. Kijk maar wat er verdwijnt aan programma’s en kijk maar naar de top.. waar nog niemand weg is.