RPO: ‘Nieuwe invulling derde net versterkt publieke omroep’

De regionale omroep is in de toekomst te zien op het derde net van de landelijke publieke omroep dat omgedoopt wordt tot NPO Regio. Dit is onderdeel van de plannen die Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media Arie Slob vandaag heeft gepresenteerd.

Dit nieuwe NPO Regio wordt uitgebouwd tot ‘de zender van dichtbij’ waar regionale en landelijke omroepen gezamenlijk, met programma’s over het nieuws, de cultuur en evenementen, de regionale- en lokale identiteit verder versterken.

Het Kabinet trekt eenmalig ook € 15 miljoen uit om de samenwerking tussen regionale en lokale omroepen verder te versterken.

Samenwerking regionale en landelijke omroepen
Gerard Schuiteman, bestuurder van de RPO, vindt het goed voor de regionale journalistiek in Nederland: “Door de programma’s van de regionale omroepen via voorkeuzepositie 3 uit te zenden neemt het bereik en de impact van de regionale nieuwsvoorziening sterk toe. Dit sluit goed aan op het succes wat we nu zien bij de print media en de katernen met regionale herkenbaarheid. Dit nieuwe derde net kent wat ons betreft dertien regionale vensters zodat gelijktijdig in Friesland de programma’s van Omrop Fryslan en in Brabant de programma’s van Omroep Brabant uitgezonden worden.”

“Ook kan in het hele land een gezamenlijk programma van de regionale omroep (al dan niet in samenwerking met een landelijke omroepvereniging), het NOS-journaal, of een programma van de landelijke omroep uitgezonden worden. De regionale omroepen gaan graag samen met de landelijke omroep en de NOS aan de slag om dit nieuwe NPO Regio zo snel mogelijk te realiseren. Daarom is het goed dat het Kabinet de verantwoordelijkheid voor het programmaschema een gedeelde verantwoordelijkheid van de NPO en de RPO wil laten zijn. Het is ook nodig om voldoende regionale zendtijd te waarborgen (ook voor evenementen en calamiteiten) op relevante tijdstippen. Wel moeten er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de zender, ook voor extra regionale programmering. Uit eigen bestaande middelen kan de regionale omroep geen extra programma’s maken. Ook in eenmalige kosten moet voorzien worden.”

“De regionale omroepen zijn sterke merken en het bereik is groot. Bijna iedereen kent zijn regionale omroep en de waardering is zeer hoog. Op televisie is de grootste groep kijkers tussen 18 en 44 jaar (40 procent), gevolgd door de leeftijdsgroep tussen de 45 en 59 jaar (32 procent) en daarna volgt de leeftijdscategorie tussen de 60 en 75 jaar (28 procent)”, aldus Schuiteman.

“NPO Regio met programma’s van de regionale omroepen, NOS-journaals en programma’s van landelijke omroepen die dichtbij het publiek staan, vormt een sterk profiel voor het derde landelijke net. Dit nieuwe derde net kan uitgebouwd worden tot ‘de zender van dichtbij’ waar regionale en landelijke omroepen samen de regionale identiteit en verscheidenheid van Nederland versterken met hooggewaardeerde programma’s voor een breed publiek.”

Extra geld voor regionale en lokale journalistiek
Eenmalig trekt het Kabinet € 15 miljoen uit om de samenwerking tussen regionale en lokale omroepen verder te versterken. Ook dit is heel goed nieuws voor de regionale en lokale journalistiek, vindt Schuiteman. Het geld zou direct ingezet moeten worden in journalistieke menskracht. Schuiteman: “We hebben al veel goede samenwerkingsvoorbeelden tussen regionale en lokale omroep en die kunnen nu nog verder uitgebreid worden.”

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*