Omroepdirecteur Arjan Lock over 50 jaar EO

Vrijdag 21 april aanstaande bestaat de EO vijftig jaar. De omroep had op 1 april 1970 haar allereerste uitzending op de popzender Hilversum 3, Oswin Ramaker presenteerde Gospelsound. De eerste EO-televisie uitzending was te zien op 3 april 1970 op Nederland 1 met Verborgen Schatten en Rotterdam Zingt.

EO-directeur Arjan Lock begon in 1995 als bureauredacteur bij EO-Tijdsein en is sinds 2008 directeur van de publieke omroep. Hij blikt terug op 50 jaar Evangelische Omroep.

In de column in de jubileumeditie van Visie, de omroepgids van de EO, noemt EO-directeur Arjan Lock het 50-jarig jubileum van zijn omroep ‘Het wonder duurt voort’. “Dit wonder komt in mijn geval van God. De komst van de EO zie ik als zoiets bijzonders. De oprichters hebben in 1967 bewust gekozen om binnen het publieke bestel onze missie een plek te geven. Dat dit is gelukt en is doorgegroeid tot een professionele organisatie, waarin datzelfde verlangen nog steeds zit, ervaar ik als een wonder. Het is bijzonder dat we in dit land als gelovige creatievelingen, met financiële steun van de overheid en een mooie achterban, onze programma’s kunnen maken.” Lock vult aan dat binnen de EO nog steeds het verlangen bestaat om de liefde van God zichtbaar te maken. “Dat doen we nu op een hele andere manier dan 50 jaar geleden.” Uit de historie blijkt dat de EO in 1967 werd opgericht als reactie op de omkeer en het nieuwe moraal die midden jaren zestig begon. “Het was de tijd waarin de posities in de samenleving en waar je voor of tegen was helder waren. Men trok ten strijde tegen mensen die een andere opvatting hadden. De komst van de EO had niet zo zeer met morele of ethische thema’s te maken maar met de wens, van de oprichters, dat het op de publieke zenders ook zou moeten gaan over God en Jezus.” Lock erkent dat de EO tot begin jaren negentig vaak koos voor ‘standpunten journalistiek’, het woord dat EO-coryfee Andries Knevel gebruikte in een interview rond het 40-jarig bestaan van de EO in 2007. “Anno 2017 nodigen we rond het onderwerp medische experimenten met embryo’s een Christen die hierop tegen is uit, maar ook iemand van D66 die de andere kant belicht. Ik ben heel trots op de EO dat we zo’n onderwerp vanuit het geloof kunnen benaderen en tegelijkertijd de dialoog willen aangaan. Voorheen was dat inderdaad ondenkbaar. De kunst van de EO is altijd geweest om op de goede golven van de tijd mee te gaan, maar wel dicht bij haar overtuiging te blijven.” Lock zegt dat de EO vanaf eind jaren tachtig, begin jaren negentig meer koos voor die dialoog en het verbindende. “Dat geldt nu nog steeds. Het thema van The Passion 2017 is de verbinding. We hebben deze keer voor het eerst een zwarte Jezus en een cast die bestaat uit mensen die eerder weinig of niks met het geloof hadden en nu iets heel moois vertellen. Dat zegt iets hoe wij verbindend willen zijn met de samenleving. Mensen vinden de EO interessant doordat de vorm is aangepast. Het is minder: dit zijn wij en u hoort er niet bij. Het is veel meer: het geloof waar wij voor staan gaat over een God die van mensen houd, of je nou in de kerk komt of niet.”

The Passion werd in 2011, vanuit Gouda, voor het eerst uitgezonden door de EO en behaalde ruim 1 miljoen kijkers. Inmiddels is het televisieprogramma uitgegroeid tot een kijkcijferhit. De eerste editie in Gouda betekende voor Arjan Lock persoonlijk veel, zo blijkt uit dit interview. “Ten tijde van de eerste editie was er vanuit de achterban en intern de kritiek of we een spektakel als The Passion moesten brengen. Daarover is een stevige discussie over gevoerd en voor gebeden. De belangrijkste vraag was of we het verhaal op deze manier konden vertellen of het event niet de overhand had op de boodschap.” In 2016 keken 3,2 miljoen mensen, de editie van afgelopen Paasweekend behaalde wederom meer dan 3 miljoen kijkers. “Het gaat niet ten koste van de boodschap. Ik hoor dat het gaat over het verhaal over The Passion en hoe het aansluit bij deze tijd van angst, hoop en bomaanslagen. De onderliggende boodschap is krachtig en komt dwars door het succes naar boven. Tijdens de eerste editie voelde ik het verhaal van God en zijn zoon die gekruisigd is op straat in de stad waar ik ben opgegroeid. Dat voelde als een zegen van God.”

Op de vraag hoe de ontkerkelijking in de afgelopen jaren invloed op het uitdragen van de EO-missie heeft gehad antwoordt Lock: “Dat gebeurt ook in onze achterban. Jazeker, daar hebben wij daar last van. Het doet ons verdriet dat het geloof in de samenleving steeds minder een rol lijkt te spelen. Grenzen tussen kerken onderling en de grenzen tussen de kerk en de samenleving zijn minder scherp te trekken. Dat gegeven betekent ook iets voor onze strategie. Wij moeten nu onze programma’s op een hele andere manier maken, een andere taal moeten gebruiken om nog mensen te bereiken die niks van het evangelie weten. Bij de oprichting van de EO sprak iedereen nog wel de taal van het geloof en kon je Bijbelse begrippen zoals zonde, genade en vergeving gebruiken. Mensen snapte nog wat je hiermee bedoelde. Nu zijn het begrippen die niet meer landen. We moesten op zoek naar andere vorm om vergeving duidelijk te maken. Dat doen we anno 2017 in verhalende vorm. Ondanks deze veranderingen is de oorspronkelijke EO-missie uit 1967: het evangelie van Jezus Christus zichtbaar maken in de samenleving niet veranderd.”

De EO koos in de afgelopen jaren binnen de nieuwe vorm van televisie maken voor spraakmakende titels zoals Rot op met je religie, Rot op naar je eigen land, 40 dagen zonder seks en Love me Gender. “Ik vind dat wij stoere programma’s zijn gaan maken die ergens over gaan en mensen mogen verrassen. Ik denk wel dat mensen de afzender zullen herkennen als ze zich echt verdiepen in deze programma’s. Love me Gender laat, los van een ingewikkelde ethische discussie, zien dat God van alle mensen houd. Dat vind ik heel erg bij de EO passen. Ieder mens hunkert naar liefde. Zo’n programma idee levert geen interne discussie op, maar we proberen wel een zorgvuldige afweging te maken. Je kunt wel van alles willen, maar als de boodschap niet overkomt dan moet je het niet doen. Het geloof vraagt, zo denk ik wel, dat je risico’s durft te nemen, niet voor je eigen eer maar omdat het verhaal van God ook altijd op het scherpst van de snede zich afspeelt. Je talent begraven is het meest makkelijk wat er is, maar er zijn verhalen in de Bijbel waarbij dat niet beloont wordt. Bijbelse inspiratie zorgt er inderdaad voor om dit soort programma’s te durven maken.” Lock zegt dat het idee voor deze stoere en prikkelende titels niet van zijn bureau komen. “Ook in het verleden hebben dit soort programma’s gemaakt, zoals bijvoorbeeld Fifty-Fifty (uitgezonden vanaf 1993, red.) waarin Henk Binnendijk indringende gesprekken met BN-ers over het geloof had. Een van de gasten was Herman Brood. Dit soort programma’s hebben altijd bij de EO gepast. Veel omroepen bedienen vooral hun achterban. Onze achterban vindt dat wij programma’s moeten maken over het geloof. Maar ze zeggen ook: ‘Maak ze niet alleen voor ons, wij komen op zondag toch wel in de kerk. Maak ze ook voor mensen die God nog niet kennen en raak ze met maatschappelijk relevante onderwerpen die belangrijk zijn, inspireren, prikkelen en tot nadenken zetten.’

Arjan Lock zegt afsluitend dat hij hoopt van de NPO meer ruimte te krijgen zodat zijn omroep in de toekomst, via online, doelgroepen kan bereiken die niet in kerk komen. “De Nederland Zingt community is al erg populair, dat geldt ook voor BEAM -onze jongeren community. Voor Ik mis je (Lock presenteert samen met Hella van der Wijst dit televisieprogramma, red.) zijn er online veel meer mogelijkheden. Het programma gaat niet alleen over gelovige mensen, maar ook andere mensen die iemand hebben verloren. Ik wil dat de publieke content die de EO maakt voor zoveel mogelijk verschillende mensen bereikbaar is. Ik zou heel graag, via online, rond geloofsthema’s mensen willen verzamelen die het interessant vinden om hierover na te denken en interactief willen uithoren over meningen. Tijs van den Brink werkt nu aan een programma over de Islam, waarbij we via Facebook de vraag hebben gesteld wat men vindt van de islam. Dat heeft 14.000 mooie inhoudelijke vragen opgeleverd. De toekomst is online, we willen daar veel in investeren. Helaas houden NPO-regels deze wens nu nog tegen.”

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*