Léonie Sazias: ‘Het moet een beetje exclusiever zijn in Hillywood’

Vorige week werd bekend dat de vorig jaar overleden Léonie Sazias een eigen straatnaam krijgt. In de Hilversumse raadsnotulen van 11 mei 2016 valt te lezen dat Léonie Sazias, ten tijde van het interview voor het boek 100 Jaar Mediastad (2018), als Hilversums raadslid en sinds 23 maart 2017 Tweede Kamerlid voor 50plus, ‘altijd apetrots’ is geweest op Hilversum Mediastad.

Léonie Sazias meldde in dit interview: ‘Vroeger, als ik in het buitenland was, zag je op de radio’s altijd Hilversum staan. Dat was super cool! Het is erg jammer dat Hilversum er nu af is en het npo Radio 1, 2, 3, 4 en 5 is geworden.’

Sazias groeide op in Soest en gaf aan dat ze als kind met haar moeder regelmatig ging winkelen in Hilversum. ‘Als kind had ik nog niet zo het besef dat de omroepen in Hilversum zaten. In Soest was je vooral georiënteerd op Amersfoort, daar heb ik ook mijn middelbare school gedaan. In 1976 ben ik zelf in Hilversum komen wonen, de plaats sprak mij aan.’ Sazias woonde lange tijd aan de Langestraat, in het centrum. ‘Ik vind de naam Hilversum ook iets zachts hebben. Het is uniek dat in Nederland de media niet in de hoofdstad zitten maar in zo’n gek dorpje op de hei.’

De voormalige televisiepresentatrice gaf in het interview aan dat ze nooit het idee had om bij de televisie te willen werken. ‘Dat is per ongeluk gebeurd doordat ik Marijke Benkhard op televisie hoorde zeggen dat ze een collega-omroepster zocht.’ Benkhard was jarenlang secretaresse van Veronica-directeur en radio-icoon Rob Out. Hij vroeg haar als omroepster voor Veronica. In de jaren tachtig presenteerde Marijke Benkhard ook televisieprogramma’s, zoals Take 5 (samen met de latere kro-coryfee Anita Witzier), was (eind)redacteur en werkte voor het Veronica Magazine. ‘Ik studeerde in Utrecht en was met kunst bezig, de omroep speelde nog geen rol.’ Sazias gaf in het interview aan dat ze, na de oproep, samen met een vriendin uit gekkigheid een brief stuurde. ‘Ik schrok heel erg dat ik er werd uitgekozen. ‘Waar was ik aan begonnen?’ dacht ik. Binnen de kunstwereld was Veronica not done, de vpro was de omroep die bij die wereld hoorde.’ Sazias exploiteerde jarenlang in het centrum van Hilversum haar atelier Navaya, waar exposities en workshops werden gehouden. 

Sazias: ‘Ik was nog nat achter mijn oren toen ik mijn eerste stappen deed in Hilversum Medialand. Ik dacht bij de screentest op het Media Park: “Als ik nu een deur zie ben ik weg.” ‘Ik voelde me helemaal niet thuis,’ ‘Uiteindelijk was het leuk én eervol dat ik uit zoveel meisjes werd uitgekozen. De echte eerste stappen in het Hilversumse voelde ik pas toen ik de presentatiecursussen mocht gaan doen aan Santbergen, gegeven door Jack Gadella. Ik was toen nog zo’n meisje dat haar ogen uit keek.’

Op Koninginnedag 30 april 1980 maakte Léonie Sazias haar debuut als omroepster bij Veronica. ‘Tien minuten van te voren riep men nog: “We moeten ook nog even de koningin feliciteren.” Mijn hart bonkte zó hard. Het eerste half jaar vond ik het omroepen vreselijk, ook omdat iedereen zich ermee bemoeide hoe ik het moest doen. Ik struikelde vaak over mijn woorden. “Gelukkig hoef ik twee weken niet,” dacht ik. Na een half jaar ben ik het op mijn manier gaan doen, pas toen ben ik het geweldig gaan vinden. Ook hierna pas ben ik mij thuis gaan voelen in Hilversum als mediastad.’

Sazias presenteerde, van oktober 2008 tot december 2012, samen met (voormalige ncrv-coryfee) Henk Mouwe bij Omroep max op NPO Radio 5 Nostalgia het radioprogramma Wekker-Wakker. ‘Maar ik ben meer een televisiemens. Dat ik in het begin al snel werd herkend vond ik verschrikkelijk, omdat ik er niks van bakte. Ik wilde daarom niet herkend worden.’ Sazias zei dat haar bewondering voor Hilversum pas kwam nadat ze merkte dat tv-presentatrice echt een vak was. Hilversum werd hierdoor voor mij echt een Omroepstad. ‘In het begin kwam ik alleen in de Veronica-gebouwen aan de Larixlaan en de Vaartweg. Nadat ik bij de avro en de tros programma’s ging maken kwam ik ook in deze omroepgebouwen. Daar voelde ik me altijd wel een beetje klein. Bij de tros zaten we met de redactie van De Ojevaarsjo (informatief programma over kinderen van nul tot vijf jaar en hun ouders, met aandacht voor  zwangerschap, opvoeding, ziekte en gezondheid) dat tussen 1991 en 1993 op televisie werd uitgezonden.’ Sazias bedacht het programma ook en schreef later een naslagwerk vol tips voor jonge ouders, onder de titel Zeg, ken jij de Ojevaar? – red.) in een van de villa’s.

Leonie Sazias zegt dat ze zich voor de historie van de omroepgebouwen ging interesseren toen ze jaren later in de Hilversumse raad plaatsnam en architectuur in haar portefeuille kreeg. ‘Hilversum was voor mij niet alleen Omroepstad maar ook muziekstad. Mijn man Cees Stolk is musicus, arrangeur en producer (Stolk werkte met bekende nationale- en internationale artiesten, regisseerde commercials en maakte jingles en tv-leaders voor diverse omroepen. Samen met zijn vrouw maakte Stolk ook diverse kleuter- en peutermuziekprojecten, zoals De Avonturen Van Haasje En Rammelaar – red.) en kwam al bij alle radiostudio’s en Wisseloord, de wereldberoemde opname- studio aan de Catharina van Renneslaan 10. De muziekbranche en platenindustrie waren net zo’n belangrijke pijlers onder Hilversum als radio en televisie. De muziekbranche en platenindustrie zijn allemaal verdampt. Toen het er allemaal nog wel was, was Hilversum best cool door alle snelle boys en girls. Ik ben blij dat ik die leuke tijd heb meegemaakt. Alles kon. Toen was Hilversum nog Hillywood.’ Sazias gaf aan het jammer te vinden dat de gemeente Hilversum ook geen conservatorium meer heeft. ‘De gemeente wilde niet meewerken aan het behoud.’

Léonie Sazias werd in 2006 raadslid voor de lokale partij Hart voor Hilversum. ‘Dat was inderdaad een mooie kans om mij met de ontwikkelingen in de omroepstad te bemoeien. Een van de eerste dingen die ik heb gezegd was dat het best wat meer mocht bruisen in Hilversum. “Anders loopt iedereen weg,” zei ik. Nou! Ik kreeg toen de hele raad over mij heen. “Hoe durf je dat te zeggen,” riep men. Als reactie kreeg ik vaak van mensen uit Amsterdam te horen: “Hilversum? Dat is een dooie stad.”’ Dat was niet de enige clash met de raad zo blijkt uit een ander raadsstuk. Op 9 november 2006 zei Sazias (in een raadsdiscussie over Hilversumse verkeersproblemen en milieu- en energieproblematiek – red.) in de raad: ‘Er is een gebrek aan concrete plannen voor de toekomst, dat ook de media-industrie raakt en mediabedrijven Hilversum verlaten.’ Deze opmerking zorgde voor een felle reactie van toenmalig mediawethouder Jan Rensen. Hij vroeg aan Sazias welke mediabedrijven Hilversum zouden verlaten. Sazias vervolgde haar betoog, zonder enige reactie richting Rensen: ‘Ik merk op dat vele mediabedrijven Hilversum verlaten of niet naar Hilversum toekomen. De media-industrie sijpelt naar mijn mening langzaam weg naar Amsterdam en Almere. Ik doe mijn best om dat probleem aan het College te verduidelijken. In 2007 zullen de analoge frequenties worden afgeschakeld, waardoor overal televisie gemaakt zal kunnen worden. Daarom vind ik hoogwaardig onderwijs, dat een kweekvijver van nieuwe mensen kan opleveren, van belang. Hilversum zou op het gebied van media “the place to be” moeten zijn, waartoe mijn inziens dringend proactief beleid nodig is.’

Sazias: ‘Ik wilde inderdaad mijn ervaring gebruiken om dingen proberen te veranderen. Die opmerking dat Hilversum “doods” was deed mij pijn. Ik wilde dat de media voor Hilversum behouden zouden blijven en niet naar de hoofdstad zouden gaan. Maar ik werd in de raad ook wel aangekeken. “Wat doet die mediadame hier?” zei men. Inmiddels vindt de hele raad dat we media en Mediastad veel meer moeten benutten, dat inzicht is gegroeid. ‘De mediaplannen van mediawethouder Wimar Jaeger krijgen daarom ook ondersteuning.’

Uit raadsstukken van de Gemeente Hilversum blijkt dat voormalig raadslid Léonie Sazias van de Democratische Liberale Partij Hilversum (dlph) in de raadsvergadering van 9 januari 2008, tijdens een debat over de economische visie van de mediastad, voorstelt om Studio Groest te realiseren van waaruit radio- en televisie-uitzendingen zouden kunnen plaatsvinden, hierbij denkend aan Studio Plantage, Buitenhof en RTL Boulevard in Amsterdam, die vanuit de studio een uitzicht bieden op de stad. Sazias stelde als argument: ‘Hilversum is vooral een mediastad. Er is weinig relatie tussen een bezoek aan het Media Park en een bezoek aan het centrum.’ Sazias vroeg zich in debat af of het idee van mediaschermen erin zullen slagen om mensen naar het centrum te lokken. ‘Er is behoefte aan meer concrete acties,’ zegt ze. ‘Hilversum lijdt aan een suf imago, waaraan iets moet gebeuren. Er moet iets gedaan worden aan de entree van de stad en de openbare ruimte. De Groest is leuk geworden met bomen en banken, wat tot veel leven leidt, maar daartegenover staan lege pleinen en rotonden, die met veel bloemen meer allure gegeven zouden kunnen worden.’

In het interviewe weg aan Léonie Sazias gevraagd hoe zij terugkijkt op hoe destijds mediabeleid in Hilversum werd gevoerd, zegt ze in het interview voor het boek 100 Jaar Media: ‘In de politiek gaat het allemaal zó langzaam. Er zijn heel veel praatgroepen en praatclubs, waar ik altijd mijn vraagtekens bij heb gezet.’ Een van de praatclubs, in de ogen van Sazias, was iMMovator. In de raad van 11 mei 2016 zei ze: ‘Goede dingen in de mediavisie (beleidsstuk van de gemeente – red.) zijn het organiseren van mediagerichte evenementen met een landelijke uitstraling en de ontwikkeling van Werf 35 (het plan van Werf 35, het terrein van de voormalige gemeentewerf, werd tijdens vergadering op 20 januari 2010 voor het eerst besproken. De eerder genoemde fractie dlph van Sazias pleitte destijds dat de gemeente zich actief zou moeten opstellen om veelal kleine bedrijven te huisvesten, niet per se op het Media Park. dlph gaf aan dat er wellicht plaats was op Werf 35). Ik geloof echter niet in de vele praatgroepen, zoals iMMovator en Click.nl. Zij hebben niet  kunnen verhinderen dat Blue Circle de mediastad heeft verlaten, waarmee steeds meer opnamen naar Amsterdam verdwijnen.’ Ook hierop reageerde voormalig wethouder Jan Rensen geïrriteerd. Op 21 oktober 2010 gaf hij in de raad als reactie: ‘Het niet meer uitgeven van geld aan iMMovator, de Dutch Media Hub en Creative Cities betekent dat Hilversum binnen de kortste keren haar status als mediastad kwijt zal zijn. iMMovator is de schakel tussen grote bedrijven en het mkb. Met het beschikbaar stellen van € 30.000 kan de gemeente aangehaakt blijven en haar stempel drukken, zodat internationale ontwikkelingen in Hilversum kunnen landen.’ Léonie Sazias zei in het interview na al die jaren nog steeds niet overtuigd te zijn. ‘Wat levert zo’n club nou op aan output? Overtuig me dan. iMMovator is ook niet zichtbaar voor het publiek. Ik snap niet wat zij doen, ondanks een gesprek dat ik met directeur Ton van Mill heb gehad.’ Inmiddels werkt de gemeente Hilversum sinds 2012 intensief samen met iMMovator.

Sazias beklaagde zich achteraf nog dat er te veel tijd overheen is gegaan voordat binnen het bestemmingsplan Media Park (in de jaren negentig, red.) ruimte kwam voor horeca. Sazias noemt als voorbeeld de discussie die destijds werd gevoerd over een walk of fame bij het station. ‘Men praat er nog over. Waarschijnlijk komt het er pas als het er niet meer is.’ Een beetje pessimistisch klinken haar antwoorden wel. Waarom? ‘Ja, daar heb ik wel degelijk zorgen over. Ik pleit al jaren om een traverse, in de vorm van een showtrap, te bouwen vanaf het ns-station (over de Schapenkamp) naar het centrum waarbij het publiek dat op het NS-station aankomt een showbizz-applaus krijgt (Sazias klapt in haar handen). Hierdoor krijgen bezoekers meteen het gevoel dat ze in Hillywood zijn. Er worden nu schermen opgehangen. Nou, dat is het antwoord hoor! Het moet een beetje exclusiever zijn in Hillywood.’

Gelukkig zitten de Nederlandse nieuwszenders zoals de nos en rtl nog in Hilversum, en Godzijdank heeft rtl voor 10 jaar bijgetekend. Maar RTL Boulevard en anderen zijn al weggetrokken. Voor het gevoel naar buiten hoor je RTL Boulevard vanuit Hilversum te brengen. Mijn gevoel dat ik in 2006 had, dat de omroep wegsijpelt, is er nog steeds en versterkt. Je ziet het toch gebeuren?’ Sazias zegt aanvullend dat de gemeente Hilversum ‘zijn best’ moet doen om de omroepen te behouden. Waar hierin de grens ligt zegt ze: ‘Geld is de grens. We moeten de omroepen faciliteren, voor hetzelfde geld waren ze naar Amsterdam gegaan. Maar de herbestemming van lege omroepgebouwen is wel een probleem gebleken.’ Sazias zegt ook de zorgen gezien te hebben van de omroepen en sprak regelmatig met omroepbestuurders. ‘Maar ik was maar raadslid. We kunnen als gemeente geen gebouw voor ze kopen, maar zouden de problemen in de breedte moeten aanpakken. Ze moeten hier willen blijven omdat het hier gebeurt en leuk is. Hierna zal je zien dat er ook weer meer programma’s vanuit Hilversum komen.’

Hoe kijkt Léonie Sazias anno 2017 aan tegen het mediabeleid van mediawethouder Wimar Jaeger en burgemeester Pieter Broertjes? Zorgt dat ook voor pessimistische gevoelens? ‘Dit college pakt het voor het eerst breder aan. Pieter Broertjes is hierin echt wel een boegbeeld voor Hilversum Mediastad. Beiden gaan veel achter dingen heen, praten met veel mensen en leggen lijntjes met omroepbazen. Geef ze het gevoel dat ze zich thuis voelen in Hilversum. Dat gebeurt veel meer dan bij hun voorgangers. Maar ja, of het op tijd is moeten we maar afwachten. Het zou doodzonde zijn als we het laten lopen. We moeten hiervoor alles uit de kast trekken. Media en de omroepen maken Hilversum uniek.’ Sazias zegt het eens te zijn met een uitspraak in dit boek van voormalig mediawethouder Jan Rensen dat er voorheen bij raadsleden en ambtenaren volledige desinteresse was in de omroep. ‘Het besef is terug. Sinds 2006 wordt het imago van Hilversum veel beter benut, dat vindt nu ook de gehele raad. In 2006 kreeg ik nog de hele raad over mij heen.’ 

Bron: 100 Jaar Mediastad van Peter Schavemaker (2018)

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*