Eric Eljon en Bart in ‘t Hout schreven een sappig, maar ook ernstig boek over de publieke omroep

Ik weet niet of de publieke omroep na het rapport Van Rijn op nog meer juicy verhalen zit te wachten over de interne verhoudingen, maar wat ze er daar ook van vinden:  Eric Eljon en Bart in ’t Hout hebben er zich in hun nieuwste boek ‘#MeToo bestond nog niet’ niet van laten weerhouden om een nieuw vat vol sappige anekdotes aan te breken.

Citaat:

Na afloop van de uitzending werd op de gebruikelijke rustige en respectvolle wijze geëvalueerd, dat wil zeggen: de presentator verliet, na eerst iedereen voor rotte vis te hebben uitgemaakt, met slaande deuren en stampvoetend de redactiekamer. ‘Volgens mij is hij niet helemaal happy met de uitzending,’ had de eindredacteur droogjes opgemerkt. ‘Maar het is gelukkig nauwelijks aan hem te merken. Wat een professional. En wat een ontzettend groot voorrecht om daarmee te mogen werken.’

Ze schetsen een beeld van verwende ego’s, collegiale nijd, vriendjespolitiek, grensoverschrijdend gedrag,  corruptie, achterbaks gedoe, zakkenvullerij, opportunisme, geldverspilling  en liefdesrelaties op de werkvloer. Mijn eerste vraag aan de auteurs is dan ook: wat is in dit zwarte beeld feit en wat is fictie?  Bart in’t Hout,  ooit werkzaam voor de AVRO en later benoemd in topfuncties bij het commerciële SBS hoeft er niet over na te denken: ‘Sommige feiten hebben we omkleed met fictie,  maar alles wat fictie is, is feit’. Dus op feiten gebaseerd, althans zo interpreteer ik de enigszins cryptische omschrijving.

Niemand hoeft na verschijning van het boek in angst te zitten. ’Er worden geen namen genoemd’, zegt Eric Eljon, oud-programmamaker bij de AVRO en voormalig  Commissaris voor de Media.  Sommige situaties zijn voor kenners ook zonder die namen goed te herleiden tot de werkelijkheid. Het boek leent zich voor een aardig spelletje ‘wie is wie’? Beide auteurs putten uit een rijke schat aan ervaringen die ze naar eigen zeggen van nabij hebben meegemaakt. De praktijkverhalen vormen de ironische omlijsting van een serieuze analyse over de huidige staat van de publieke omroep. Die komt er in de ogen van Eric Eljon en Bart in ’t Hout op neer dat Hilversum onvoldoende is voorbereid op de greep die grote internetbedrijven als Amazon en Netflix ook op de Nederlandse markt hebben gekregen. Het buitenland rukt op! Niet alleen duidelijk zichtbaar in de monopolie positie van Amerikaanse bedrijven, maar ook van invloed op de vele kleinere externe productiemaatschappijen die in opdracht van de omroeporganisaties produceren, en geleidelijk aan in buitenlandse handen zijn gekomen.

We maken ons vooral druk om hoe het ooit wás
‘Dat is tamelijk alarmerend’, aldus Bart in ’t Hout. ‘Je ziet dat we ons hier enorm druk maken over hoe het ooit wás en onvoldoende oog hebben voor hoe het de komende jaren wórdt’. Het belang van lineaire televisie neemt af, de toekomst speelt zich af in de digitale wereld, de schaarste aan distributiemogelijkheden is ten einde, het maakt niet meer uit waar en wanneer programma’s worden uitgezonden, maar de NPO heeft het nog steeds druk met het regelen van zaken die niet meer geregeld hoeven worden, omdat de programmeringsfunctie  wordt overgenomen door algoritmes. 

Ze hebben hun boek, zo zeggen ze, geschreven uit zorg dat ‘het niet goed gaat komen’. Eric Eljon: ‘Neem nou dat rapport van Pieter van Geel. Op bladzijde zestig staat nog net niet letterlijk, o ja we hebben ook nog internet waar we een paar bladzijden aan moeten besteden. En dan is er de notitie van Van Rijn waarin op een hoog abstractieniveau wordt beschreven wat er mis is op de werkvloer, maar waarin ook allerlei handvatten te vinden zijn om het te laten zoals het is’.

 Citaat
Voor de zoveelste keer in een paar maanden was de presentator niet op de redactie aanwezig, omdat hij was ingehuurd als dagvoorzitter van een congres over de kansen op de Russische obligatiemarkt. Er was vanuit de Oekraïense gemeenschap in Nederland weliswaar hevig geprotesteerd tegen deze bijeenkomst, maar de presentator was er rotsvast van overtuigd dat hij er goed aan deed hier toch aan mee te werken, omdat hij zo een bijdrage kon leveren aan het uit het isolement halen van de onderdrukte obligatiehandelaren in Rusland. Het was voor hem een principiële zaak. Dat het hem twaalfduizend euro opleverde, speelde daarbij uiteraard absoluut geen rol. En dat er op de bijeenkomst in geen velden of wegen een criticaster van Poetin te bekennen was, deed daar ook niets aan af.

Teveel bestuurders zonder verstand van media
Eljon en In’t hout signaleren nog een ander punt van zorg. Op managementposities bij de publieke omroep zijn te veel bestuurders gekomen die het vak niet kennen. ‘Ze zijn bij wijze van spreken nog nooit in een studio geweest. Hilversum heeft een Cruyff nodig om een visie te ontwikkelen’. Maar ook in dit geval blijft het noemen van een naam uit. De publieke omroep moet een keuze maken, vinden ze. De concurrentie aangaan met de commerciële omroep, zoals de afgelopen jaren gebeurde, ligt niet langer voor de hand. Naar de lineaire zenders wordt steeds minder gekeken en jongeren zie je daar al helemaal niet en als ze al kijken dan doen ze dat niet vanuit het idee ‘ik heb naar iets ernstigs gekeken, nu moet er wat vrolijks komen’. Het is een ouderwetse manier van denken. Bij Netflix word je door de computer vanzelf naar een programma gestuurd dat bij je past.

Omroep moet kiezen
Eric: ‘De publieke omroep moet kiezen: wil ik een eigen platform of gaan we samen met de commerciëlen op een groot Nederlands platform zitten. Ik zou die laatste keuze maken. Concentreer je op echt publieke inhoud. Ik pretendeer niet dat ik de oplossing heb, maar ik zie niet dat er in Hilversum een zoektocht wordt gehouden naar de juiste oplossing. Van Geel kwam met een typisch Nederlands voorstel om de rollen van de NPO en de omroepen duidelijker te maken door er weer een Autoriteit boven te zetten. De door Van Geel voorgestelde nieuwe toezichthoudende rol kan heel goed ondergebracht worden bij het Commissariaat voor de Media. Daar heb je niet weer een nieuwe instantie voor nodig. Doe niet al te ingewikkeld. Een groot deel van de NPO is sowieso overbodig geworden’.

Bart in ’t Hout; ‘Een mediabedrijf moet een heldere filosofie hebben. De programmering moet daar de uiting van zijn. Je moet een verhaal vertellen. Bij de publieke omroep zie ik niet welk verhaal daar wordt verteld. Er is geen verschil tussen NPO 1, 2 of 3. Als ik naar 1 kijk dan ervaar ik het zo; o ja, we hebben nog een quiz nodig. Of een amusementspogramma. Of we doen iets aan zingen. Ik zie geen samenhang’.

Citaat
Terwijl de personeelsborrel volop aan de gang was, werden elders in het pand acrobatische toeren verricht op het beroemde Gooise matras. Op de derde verdieping bevonden een productieassistente (uiteraard getrouwd, twee kinderen) en een regisseur (eveneens getrouwd, drie kinderen) zich in een buitengewoon compromitterende situatie op het bureau van de zakelijk directeur. Ze verkeerden in de, naar al snel zou blijken, onjuiste veronderstelling dat er verder niemand op de afdeling was. Helaas voor de twee was een van de secretaresses haar sleutels vergeten. Ze stormde nietsvermoedend de kamer binnen waar de twee in een luidruchtige en niets aan de verbeelding overlatende fase van hun samenzijn waren gekomen.

Grote afstand naar het publiek
Zowel Eric als Bart signaleren bij de publieke omroep een vervreemding van het publiek. Bart: ‘Je ziet in de samenleving een enorme ruk naar rechts. Is het terecht of onterecht dat mensen zich zo’n zorgen maken over immigratie? Doe daar nou iets mee als bewaker van de democratie’. Eric: ‘Er zitten bestuurders die een te grote afstand naar de werkelijkheid hebben. Er moet aan de top een nieuwe generatie komen, mensen die niet belast zijn doordat ze 10, 20, 30 jaar medeverantwoordelijk zijn geweest voor de huidige cultuur. De trap moet van boven naar beneden schoongeveegd worden’.

‘#MeToo bestond nog niet’ verschijnt 30 mei 2024 in de boekhandel.

TON VERLIND

5 Comments

  1. ‘Sommige feiten hebben we omkleed met fictie, maar alles wat fictie is, is feit’. Dit is wel de de meest waardeloze disclaimer over een ‘journalistiek’ boek over de Gooise matras. Ernstiger is dat nergens namen worden genoemd en we speculatief mogen fantaseren, ik ken kranten die dit soort verhalen zonder bronnen en naamsvermelding nooit zouden publiceren. Wat te denken over de dagvoorzitter die 12.000 euro pakte, dat kan alleen maar Paul Witteman zijn, tenzij het iemand anders is. Gevaarlijk suggestief en miezerig drijfzand dus. Noem man en paard, of hou je mond. Zelfs Henk van de Meyden deed het beter.

    ‘T wordt wellicht gelezen in Hilversum, maar de serieuze kranten zullen het niet bespreken om de redenen die ik noemde, of genadeloos neersabelen. En over een paar maanden ligt ’t in de ramsj. Waar het thuishoort.

  2. Waarom gooiden de heren tijdens hun werkzame leven het roer niet om. Zij waren toen in de positie? Van achter kijk je de koe in de kont.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*