
Sommige verhalen bij de radio blijven verborgen voor de luisteraar, soms maar beter, soms ook jammer ter lering ende, vooral, vermaak. Het zijn de verhalen van programmamakers en technici die zich achter de kuchknop afspelen in de studio en op locatie. Elke maand een nieuw bericht van achter die knop, mogelijk door de tijd niet meer geheel accuraat, licht afgezwakt of aangesterkt.
Regelmatig is er bij een radio-uitzending sprake van een slechte of uitvallende lijnverbinding, dat gebeurt wel eens op radio 1. “Vroeger was alles beter” verzuchtte een programmamaker die 37 jaar geleden werkzaam was bij, toen nog, Hilversum 1. Dat brengt ons naar 1988.
‘Tijdens de Olympische Winterspelen in Calgary (van 13 t/m 28 februari 1988) viel het op, dat de Nederlandse radio over veel betere commentaarlijnen beschikte dan omroepen uit andere landen. De NOS gebruikte een eigen vinding om dit te realiseren. Buitenlandse omroepen hebben inmiddels veel interesse getoond voor dit technische hoogstandje: het transporteren van goede geluidskwaliteit via gewone telefoonlijnen’. Zo luidt de inleidende tekst van een paginagroot artikel uit De Telegraaf van 23 april 1988 met daarboven de kop in kleine chocoladeletters: ‘Geluid uit Calgary in Tweeën: Studio-resultaat’.
In die tijd was het bij normale sportwedstrijden gebruikelijk dat een Nederlandse commentator in een ver of dichterbij buitenland via een telefoonlijn een bijdrage leverde. Dat klonk dus als een telefoonlijn, die heeft een beperkt frequentiegebied, dus matige kwaliteit. Voor een korte uitzending niet echt een probleem.
Maar bij de Olympische Spelen is een commentator gedurende een langere tijd en meerdere dagen hoorbaar tijdens een wedstrijd, voor de luisteraar prettiger dat die bijdrage een stukkie beter klinkt. Bij het Facilitair Bedrijf van de NOS (op 1 januari 1988 overgegaan in het NOB) werkten Knappe Koppen. Een van die Koppen: Ing. H.J. van der Heide van de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling. Hij ontwikkelde het EBS, het Extended Bandwidth System. Simpel gezegd: met het EBS werd op locatie de gesproken bijdrage van een verslaggever gecodeerd en in de studio in Hilversum weer gedecodeerd. Daarvoor heeft men de volgende ingrediënten nodig: twee telefoonlijnen van de locatie naar Hilversum die dezelfde weg volgen (dus niet de een via een satelliet en de andere via een landlijn). Op locatie twee solide 19 inchkasten, elke 3 HE hoog, en in Hilversum evenveel kasten met dezelfde afmetingen.
De werkwijze (zie tekening): in Calgary werd het commentaargeluid, afkomstig uit een normaal analoog mengpaneel, in tweeën gesplitst. De ene helft bevat een gebied met hoge tonen, de upper band, en het andere lage tonen. Het hoge gedeelte gaat in de bijbehorende kast en, je verwacht het al, het lage gedeelte, de lower band, in de andere kast. Dat is dus het coderen van het signaal. In de studio in Hilversum komt het signaal via de twee telefoonlijnen binnen, dit gaat in de twee kasten die decoderen. Dat geluid vindt zijn weg via een mengpaneel in een studio weer naar de luisteraar. Voor hen die goed opgelet hebben bij de les audiotechniek: de totale breedte van twee telefoonlijnen is 2 x 3000 Hz, dat wordt al gauw 6000 Hz. In de uitzending, zo wist van der Heide, is de hoogste frequentie 4950 Hz. Blijft dus nog een stukkie over (6000 – 4950 = 1050 Hz). Die ruimte werd ook nog benut voor het versturen van korte tekstberichten, o.m. voor wedstrijduitslagen die op Teletekst geplaatst konden worden.
Oud-technicus Paul Raaijman heeft met het EBS gewerkt, hij weet nog:
“Volgens mij is het voor het eerst ingezet voor de verbinding tussen Los Angeles en Hilversum tijdens de Olympische spelen in 1984. Zelf heb ik het gebruikt toen ik voor de EO met o.a. Tom Herlaar in de Sinaï was voor een semi live kerstgroetenprogramma. Contact tussen enerzijds families in een kazerne in Ede (via een echte muzieklijn naar Hilversum) en de militairen, via de EBS kasten, in de Sinaï Noord- en Zuidkamp. Zij waren daar destijds naar uitgezonden voor een vredesmissie van de MFO: Multinational Force and Observers. De verbindingen kwamen samen in een studio in Hilversum en daar werd het opgenomen. We hadden in totaal 8 EBS kasten in gebruik: 2x zendend in het Sinaï Zuidkamp en 4x in het Noordkamp (2x ontvangen en 2x zenden). En 2x ontvangend in Hilversum. Wat namelijk vanuit het Zuidkamp kwam, ging via het Noordkamp en moest aldaar hoorbaar gemaakt worden aan de militairen om vervolgens als een geheel naar Hilversum te verzenden.
Het was een complex en interessant project. Veel overleg met de technische mensen in de Sinaï gehad. Maar, het kwam helemaal goed. Met dank aan collega’s Peter Moossdorff (Zuidkamp) en Gert Ooms (Hilversum)”.
Paul merkte ook nog op dat de verbindingen met EBS mono waren, voor een bijdrage met hoofdzakelijk gesproken woord is dat geen bezwaar.
Nog een detail dat het doordachte vakmanschap van Ing. van der Heide en zijn collega’s die de bouw verzorgden, bevestigd: op de achterzijde van de EBS-kasten is de voeding omschakelbaar van 220V. naar 110V. Scheelt weer een extra transformator meeslepen naar landen met een lagere netspanning.
Het artikel in de Telegraaf eindigt met een reactie van NOS-regisseur Ferry de Groot: ‘Door het tijdsverschil met Calgary konden we hiermee gemakkelijk berichten achterlaten voor elkaar’. Aansluitend staat er: ‘Voor de NOB-vinding bestaat nu in het buitenland veel interesse. De Wereldomroep maakt er al gebruikt van om de relais-zenders in Bonaire en Madagaskar van signalen te voorzien’.
Met dank aan Bert Klaver en Paul Raaijman.
Foto: een complete EBS-set bestaande uit vier kasten. Twee voor op locatie en twee voor in de studio in Hilversum. Deze set staat in een depot van Beeld & Geluid. De dagelijkse rondleidingen bij B&G voeren onder meer langs het depot waar deze kasten te vinden zijn.

Tekening bij het artikel uit De Telegraaf: weergave van de splitsing van het stemgeluid.
Volgende maand Kuchknop nummer 48.
Van de Olympische Winterspelen in Calgary 1988 gaan we terug naar de Olympische Zomerspelen 1984 in Los Angeles. Destijds is er een klein boekje gepubliceerd met bijzondere bijdragen van het presentatieteam van RadiOlympia. Diverse opmerkelijke uitspraken, van onder meer Koos Postema en Felix Meurders, waarbij de kuchknop juist níet werd ingedrukt.
sybrand.verwer@gmail.com

Bij de Wereldomroep stond het systeem bekend als MOTT, muziek over twee telefoonlijnen.
Toen ik er in de jaren 90 werkte was het er nog, als Back Up bij satelliet uitval.
Voordat het in gebruik kwam in de jaren 60 werd op Bonaire de KG uitzending uit NL overgenomem voor de nieuws en actualiteiten programma, s, de feature programma’s als Happy Station werden op Band per KLM naar Bonaire gestuurd. Het verschil was goed te horen op de 800 MG uitzendingen.
Vreemd dat dan in hetzelfde jaar 1988 de NOS-verslaggeving bij de liveduels van Oranje tijdens het EK in Duitsland van slechte kwaliteit was, via een enkel telefoonlijntje.
Vreemd waarom met de Eurovisie beeldverbindingen niet een multiplex aan audio werd meegezonden zodat elk land studio kwaliteit commentaar had.
Die multiplex zou nauwelijks meer bandbreedte hebben gekost tov het FM gemoduleerde video.
Het was juni 1990. Ron Brandsteder zou zijn laatste TROS uitzending maken van “Een Goedemorgen Met Ron Brandsteder”, op Hilversum 2. Maar,….. die datum zou Ron vanwege het WK voetbal in Italië op een cruiseschip zitten dat langs een aantal wedstrijdsteden zou varen. Oorspronkelijk zou het schip op die datum in Genua liggen, maar de plannen veranderden. Om de een of andere reden werd het vaarschema omgegooid en zou op de uitzenddag het schip in Tunis zijn. Helaas bleken daar geen “landlijnen” te bestellen, aldus de afdeling buitenlandse verbindingen van de NOS. Een studio was wel te regelen. En, gelukkig bestonden toen de EBS kasten, zie het verhaal hierboven. Als producer van het programma ging ik met NOB technicus Arie van Boxel en alle apparatuur op zaterdag naar Tunis (de uitzending was op maandag). Op het vliegveld van Tunis stond er bij de douane o.a. een hele barse man. Hij was van het ministerie van Voorlichting, het ministerie dat graag in het toenmalige Tunesië graag precies wist wat er gecommuniceerd wordt en hoe. Bij de controle kwamen uiteraard de EBS kasten in beeld, keurig met bijbehorende douane papieren. Daar stond o.a. vermeld “Reciever” en “Transmitter”, geheel naar waarheid, maar niet op de traditionele wijze. Zie wederom het verhaal hierboven. Want de EBS kasten zenden of ontvangen niet via ethergolven, maar via telefoonlijnen. Dat was de barse meneer niet duidelijk te maken. Niet in het Frans, niet in het Engels, niet met handen en voeten, hij bleef volharden dat er geen toestemming was om uit te zenden, dus die kasten kwamen het land NIET in. De rest van het weekend hebben we van alles geprobeerd om ons standpunt duidelijk te maken. Ook via de TROS Aktua correspondent met standplaats Tunis, die dus best wel wat contacten had. Mocht allemaal niet baten. Transmitter en Reciever kwamen het land niet in. Hierdoor klonk Ron z’n warme stem in z’n laatste TROS Radio uitzending heel magertjes, telefoongeluid dus. De muziek etc. werd in Hilversum door technicus Herman Dales gedraaid, dus dat klonk gewoon studio kwaliteit.
De volgende dag werden een paar flightcases van de aankomstkant naar de vertrekkant van het vliegveld van Tunis gerold. Ongebruikt.
Jeetje Menno dit verhaal kende ik nog niet. Bijzondere maar beetje trieste aanvulling op de successen van deze bijzondere techniek, gebruikt in de VS en Sinaï.
En dus bijna in Tunesië 🙂