Waarop kijken de kijkers? Onderzoek kijkgedrag 2014

Onderzoek van TNS Nipo voor de Stichting Kijkonderzoek (SKO) toont aan dat steeds meer huishoudens tv-toestellen met directe internettoegang hebben en dat het aantal smartphones en tablets nog steeds flink groeit. 

Het bezit van tv-toestellen met directe internettoegang is in Nederlandse huishoudens met vijf procent gegroeid: van 17 procent in 2013 naar 22 procent in 2013. Het gaat om NET-TV, CONNECTED TV of SMART-TV.

De stijging van digitale televisieontvangst is minder fors dan in voorgaande jaren. Dat percentage ligt dan ook hoog inmiddels: 84 procent van de huishoudens beschikte in 2014 over digitale ontvangst. In 2013 was de groei in vergelijking een stuk groter: 82 procent ten opzichte van 76 procent in 2012 en 71 procent in 2011.

Tweede scherm
Het aantal huishoudens met internettoegang via de computer groeit nog steeds, van 89 procent in 2013 naar 91 procent vorig jaar. Die verbinding met internet wordt steeds meer gemaakt met mobiele apparaten. Het percentage desktops is gedaald van 57 naar 53 procent. 71 procent van de Nederlanders boven de 13 jaar oud beschikt over een laptop. 61 procent beschikt over een smartphone (2013: 53%) en de helft van ons heeft een tablet. Vorig jaar was dat nog veertig procent. Dat biedt mogelijkheden voor tweede scherm-toepassingen.

In 2014 keek 44 procent van de Nederlanders wel eens naar televisieprogramma’s via een ander apparaat dan de televisie. In 2013 was dit nog 42 procent. Meestal wordt dan de laptop ingezet, al is de tablet bezig met een inhaalslag (van 17 % in 2013 naar 21% in 2014, terwijl 23 % op de laptop kijkt).

Bij het kijken op andere apparaten gaat het vooral om het kijken van gemiste uitzendingen via ‘connected devices’, oftewel de apparaten die verbinding hebben met internet. Maar er wordt ook live gekeken op deze manier. 13% Van de personen van 13 jaar en ouder kijkt live naar uitzendingen van televisieprogramma’s via internet. 8% van de 13-plussers kijkt wel eens naar live uitzendingen op internet die niet op televisie worden uitgezonden. Beide percentages zijn significant hoger dan in 2013.

Toestellen en beeldschermen
Het televisie-bezit is in 2014 met 97 procent gelijk gebleven ten opzichte van 2013. Het gemiddeld aantal toestellen per huishouden is 1,7 toestel. Huishoudens met kinderen hebben met gemiddeld 2 stuks de meeste toestellen in gebruik.

Inmiddels beschikt 86 procent van de Nederlandse huishoudens over een plat televisiescherm. Dat aantal is ten opzichte van 2013 toegenomen. Significant zelfs, aldus het onderzoek. Het aantal breedbeeldschermen is gelijk gebleven: 76 %. Het beeldscherm van het hoofdtoestel in de onderzochte huishoudens is meestal breedbeeld en plat. Projectoren zijn nog niet erg populair met een penetratie van 0,1%. Het bezit van ouderwetse beeldbuizen daalt van 32 procent in 2013 naar 25 procent in 2014.

Het onderzoek

Sinds 2011 voert TNS NIPO de Media Standaard Survey (MSS) uit in opdracht van de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste mediabereikonderzoeken: SKO (televisie), NLO (radio) en NOM (print) en de voormalige JIC STIR (internet). De uitkomsten zijn representatief voor alle huishoudens in Nederland en alle individuen van 13 jaar en ouder. In 2014 zijn 6.349 huishoudens en 5.331 personen van 13 jaar en ouder ondervraagd. Het hele onderzoek is online te lezen.

 

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*