Raad voor Cultuur maakt adviesrapport openbaar

De Radio voor Cultuur heeft vandaag een adviesrapport voor Minister Slob openbaar gemaakt over de toekomst van de  publieke omroep.

 De Raad voor Cultuur nam het initiatief voor een adviesrapport naar aanleiding van de kamerbrief van de Minister ‘Visie toekomst publiek omroepbestel: waarde voor het publiek’ van 14 juni jl.

Zij brengen dit advies uit na consultatie van verschillende belanghebbenden in het Nederlandse medialandschap, zoals vertegenwoordigers van omroepen, producenten, digitale platforms en providers. De raad adviseerde eerder over het mediabestel in Zicht op zo veel meer (2018), over de toekomst van de Nederlandse audiovisuele sector, en in De tijd staat open (2014), over de toekomst van het omroepbestel. Beide rapporten zijn gebaseerd op uitgebreide consultatierondes onder vrijwel alle belanghebbenden. De raad constateert dat een aantal aanbevelingen daaruit (deels) in het nu voorgestelde beleid is overgenomen.

In dit nieuwe advies van vandaag scherpt de raad de eerder uitgebrachte adviezen en aanbevelingen aan en plaatst ze in de context van uw beleidsvoornemens. Centraal in ons advies staat de opvatting dat de huidige inrichting van ons bestel niet voldoende bestand is tegen wezenlijke veranderingen in het medialandschap. Daarvan zijn een sterke groei van online kijk- en luistergedrag, een aanhoudende daling van het aantal omroeplidmaatschappen en het wegvallen van een advertentiegelden de belangrijkste.

De aanbevelingen dienen volgens de raad als bouwstenen voor een mediabeleid dat inspeelt op deze fundamentele en naar ons inzicht blijvende veranderingen. Daarbij is van wezenlijk belang dat Nederlandse mediaproducties – met Nederlandse publieke waarden – de burgers blijvend weten te vinden en te inspireren.

Het adviesorgaan van het kabinet komt met 23 adviezen:

  1. De raad adviseert u om binnen de bestaande concessieperiode bindende afspraken te maken met de NPO over deelname aan één breed 6 toegankelijk ondemand platform voor Nederlandse audiovisuele producties. Betrokken partijen stellen een convenant op waarin ze deelname garanderen en afspraken maken over marketinginspanningen en de verdeling van abonnementsgelden.

  2. Dat platform, met gratis en betaalde diensten, wordt opengesteld voor bestaande commerciële platforms als Videoland, KIJK en RTLXL.

  3. Het wordt publieke omroepen toegestaan om content uitsluitend voor het online platform te produceren als bepaalde doelgroepen dan beter bereikt worden.
  4. De online advertentieverkoop voor een kosteloze variant van het platform komt in handen van Ster voor zover het de publieke programmering betreft.
  5. De raad adviseert om de genoemde publiek-private samenwerkingsverbanden in te zetten voor het verspreiden van Nederlandse audiovisuele producties binnen en buiten de landsgrenzen en het realiseren van nieuwe verdienmodellen voor Nederlandse producenten.
  6. De raad adviseert om in het sturingsmodel van de publieke omroep de raad van bestuur van de NPO eenduidig de regisseur te maken van de uitvoering van het omroepbeleid. Het bestuur is daarmee het eindverantwoordelijke bestuursorgaan voor organisatie en financiën. In die hoedanigheid zorgt de raad van bestuur voor de budgettoekenning in de vorm van een concessiebeleidsplan en prestatieafspraken met het College van Omroepen (CvO). Die afspraken behelzen zowel online- als lineaire programma’s.
     
  7. De raad van toezicht van de NPO ziet erop toe dat alle (overleg)procedures goed verlopen en controleert de prestatieafspraken van de NPO op de wijze waarop dat de samenwerking stimuleert en vormgeeft.
  8. De raad adviseert om het aantal genremanagers – momenteel één: voor drama – op korte termijn uit te breiden naar de domeinmanagers voor alle aanboddomeinen. Deze domeinmanagers dienen, voor een bepaalde tijd benoemd en gesteund door een inhoudelijke adviesraad, op transparante en integere wijze aan alle aanbieders duidelijk te maken waarom producties al dan niet worden ingepast. Ze dragen een hoofdredactionele verantwoordelijkheid voor de invulling van genres en het bereiken van doelgroepen. Ze bestellen en ‘plaatsen’ aangeboden content binnen de context van de publieke missie van het omroepbestel.
  9. Het Commissariaat voor de Media dient het beleid van de NPO jaarlijks te toetsen aan de prestatieafspraken en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dient sancties op te leggen bij niet-nakomen.
  10. De raad vindt dat het produceren van innovatieve – en jongerenprogramma’s een van de kerntaken is van de publieke omroep. De raad adviseert daarom de budgetten die naar dit soort programma’s op NPO3 vloeien, volledig te behouden. Bij een herdefiniëring van het ‘derde net’ zullen jongerenprogramma’s op een andere landelijke NPOzender te zien moeten zijn. Het budget gaat deels dienen voor de ontwikkeling van jongerenprogramma’s op het onlineplatform.

  11. De raad adviseert om de door u voorgestelde vijftien miljoen euro structurele rijksbijdrage voor de regionale omroepen in te zetten voor de technische en journalistiek-inhoudelijke ontwikkeling van vensterprogrammering op een landelijke publieke zender in samenwerking tussen NPO, de NOS en de publieke regionale omroepen. De hoogte van het jaarlijks uit te keren bedrag zou op termijn moeten worden gekoppeld aan de prestatieafspraken die door het Commissariaat voor de Media worden getoetst. De verantwoordelijkheid voor de regionale nieuwsblokken moet liggen bij de hoofdredacties van de regionale omroepen.
  12. De raad adviseert u te investeren in vensterprogrammering op een landelijke zender en er tegelijkertijd voor te zorgen dat er een garantiebudget is voor talentontwikkeling, jeugdprogrammering en de ontwikkeling van nieuwe innovatieve formats. Dit met het oog op behoud van de kijker en het aantrekken van nieuwe, in de hierboven geschetste context van veranderend mediagebruik. Zie ook onder aanbeveling 10.
  13. De raad herhaalt het advies dat hij van mening is dat 50 procent van het programmaversterkingsbudget ook beschikbaar moet komen voor externe producenten.
     
  14. Producenten moeten hun programma direct kunnen aanbieden aan een domeinmanager van de NPO. De domeinmanagers zoeken een omroep voor uitzending en als dat niet lukt wordt de productie geplaatst via de NTR. Dit voorkomt ‘dubbel inzenden’ van producenten (zowel naar een omroep als naar de NPO) en overbodige bureaucratie rond het selecteren en plaatsen van programmavoorstellen.
  15. De raad adviseert u er bij de NTR op aan te dringen zich te concentreren op zijn wettelijke taak en uitsluitend programma’s te maken voor specifieke doelgroepen en binnen de genoemde genres, voor zover die elders in het bestel geen onderdak kunnen vinden.
  16.  De raad volgt u in uw voornemen om de NTR bestuurlijk en wat betreft bedrijfsvoering (met name juridische zaken, financiële- en salarisadministratie, ICT, facilitymanagement, productiebureau) samen te voegen met de NOS, teneinde efficiency in de organisatie te vergroten en organisatiekosten te verlagen.
  17. De Raad voor Cultuur onderschrijft het belang van het grondig en spoedig inzetten van andere en extra meetmethoden, zoals impactmeting, voor beschikbare productiecapaciteit. Daarmee kan de binding tussen bestaande en nu nog niet gekende publieksgroepen en omroepen worden geobjectiveerd en blijvend legitimering worden verschaft voor bestaande en nieuwe partijen in het omroepbestel.
  18. De raad adviseert daartoe meetresultaten transparant te maken opdat partijen meetmethodes kunnen ontwikkelen voor off- en online kijk- en luisterdichtheid en andere publieksbetrokkenheid.
  19. De raad adviseert u om voor de toekomst van het bestel en de noodzakelijke investeringen in het eerder beschreven online platform tot nieuwe afspraken te komen met de omroepen en de kabelbedrijven over datagebruik, financiering van het stelsel en daarbij te nemen financiële verantwoordelijkheden.
  20. De raad ziet geen aanleiding voor een generiek onlineverbod op reclame – ook in het licht van de gewenste ontwikkeling van een onlineplatform. Dat platform zal naar verwachting een gratis reclame-dragende variant kennen en een reclamevrije variant tegen een hoger abonnementstarief.
  21. De raad adviseert, uw motivering volgend, om de komende concessieperiode de jeugdprogrammering op alle kanalen, platformen en tijdstippen reclamevrij te maken. Dit is een deelvariant van scenario 1. Ook adviseert de raad uw ambitie om te komen tot een volledig reclamevrije omroep te voorzien van een realistisch tijdpad, een duurzame financiële onderbouwing inclusief budgetgarantie en inzet op realisatie van efficiency. Dit begint met een eenduidig beeld over de hoogte van reclame-inkomsten.
  22. De raad onderschrijft uw voornemen voor het samenvoegen van de voor productie bestemde gelden in één fonds en adviseert om heffingen voor eindexploitanten samen met bestaande gelden voor mediaproducties – onder meer CoBo-filmgelden, de gelden voor het Filmfonds – te laten vloeien in een nieuw Nederlands audiovisueel fonds, zoals voorgesteld in Zicht op zo veel meer. De raad adviseert, in lijn met dit advies, dat het Filmfonds wordt omgevormd tot dit nationale fonds.
  23. De raad adviseert u het initiatief te nemen om samen met NPO, Filmfonds, CoBO, omroepen en een vertegenwoordiging van producenten de contouren van een toekomstbestendig beleid voor film, drama en documentaire vorm te geven. Dit overleg zou tot een nieuw film- en documentaire-convenant moeten leiden met bijbehorende financiering en prestatieafspraken met de NPO vanaf de nieuwe concessieperiode

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*