Molloten in de ban van ‘Wie is de Mol?’

Wie zijn die ‘mol­lo­ten’? Muis­stil en in op­per­ste con­cen­tra­tie zit de fa­mi­lie Van der Gu­lik-Van Wijk van­avond op het punt­je van de bank in de huis­ka­mer in Soest. „Met een man of acht”, zegt An­ne­lies van der Gu­lik. Be­ti­telt haar zus en me­de­kij­ker Marloes haar als een ech­te mol­loot, zelf zwakt ze dat af. “Hard­co­re ben ik niet. Ik ga echt niet alle hints op de web­si­te na, ik ver­bind geen con­clu­sies aan de ti­tel van een af­le­ve­ring en maak geen cij­fer­reek­sen van ge­boor­te­da­ta om daar aan­wij­zin­gen in te vin­den. Maar het is een su­per­leuk spel!”

’Wie is de mol?’ (kort­weg WIDM) is ook het eni­ge tv-spel­pro­gram­ma waar­van de fans een ei­gen naam heb­ben, als­of ze fans van een pop­ar­tiest of een voet­bal­club zijn. Jos Meij­ers uit Maas­tricht heeft er zelfs voor ge­ij­verd het woord mol­loot in de Dik­ke Van Dale te la­ten op­ne­men. Ge­lukt: Een mol­loot is ie­mand die dag en nacht be­zig is met het tv-pro­gram­ma ’Wie is de mol?’. Meij­ers zegt het er maar vast bij: “Maar er zijn gra­da­ties in, de groot­ste mol­lo­ten gaan ook naar de fan-da­gen en goe­de doel-vei­lin­gen.”

En nu we het daar toch over heb­ben: ja, Meij­ers heeft ook wat mol-spul­le­tjes op de kop ge­tikt. On­der an­de­re de bal van Bar­ba­ra Ba­rend uit se­rie 10 in Ja­pan. “Duur, maar hob­by­’s kos­ten nou een­maal geld.”

Den­ker
Hij is een mol­loot van het eer­ste uur. “Maar ik ben niet van de the­o­rieën, ik ben een lo­gi­sche den­ker. De eer­ste ja­ren be­keek ik elke af­le­ve­ring tien keer en dan nog eens ach­ter­ste­vo­ren.” Hij om­schrijft een staat van lich­te pa­ra­noia. „In een pijl op een ver­keers­bord zag ik al een hint. Stop­licht op rood, ze­ker we­ten dat de deel­ne­mer die er naast stond er de vol­gen­de af­le­ve­ring uit zou lig­gen. List en be­drog kon­den al in een krop sla zit­ten.’’

“Zo erg is het niet meer. Ik heb ont­dekt dat er een lijn in zit, al speelt ie­de­re mol het op zijn ei­gen ma­nier. Zie je ze bij een vei­ling net voor het ein­de af­ha­ken en geld weg­gooi­en. Een tip: volg het geld! Maar. niets is wat het lijkt”, ont­ra­felt hij. “Met die truc­jes pro­be­ren ze je ook op het ver­keer­de been te zet­ten.” En suc­ces­vol, want mol­loot Jos zit er maar al te vaak naast. “Vroe­ger was de mol mak­ke­lij­ker aan te wij­zen.”

Zo­als in 2006 toen een gro­te M op het T-shirt van Mi­lou­s­ka Meu­lens dood­leuk ver­raad­de dat zij ’m was. In 2007 reed een brom­mer­koe­rier rond met de tekst Lo­med 99 op zijn borst­kas. Om­ge­keerd ’de mol’ met twee keer de ne­gen­de let­ter van het al­fa­bet: Inge Ipen­burg. “Spel­bre­kers! Ont­dek­te ik in af­le­ve­ring twee al wie de mol was, en was de lol eraf. Nu blijft het leuk om te kij­ken.”

Prik­ke­len
Af­ge­lo­pen no­vem­ber was er tien mi­nu­ten zend­tijd om de nieu­we kan­di­da­ten voor te stel­len én de mol­lo­ten vast te prik­ke­len. Op de elf­de van de elf­de! On­mid­del­lijk spe­cu­leer­de het fo­rum er lus­tig op los. Die da­tum zou na­tuur­lijk een ver­wij­zing zijn naar ie­mand die uit het zui­den van het land komt, en Ol­cay Gul­sen komt uit Waal­wijk en Loes Ha­ver­kort stu­deer­de in Maas­tricht. Maar wacht eens even! Emi­lio Guz­man is ja­rig op de 22e. Twee keer elf…

Jos Meij­ers: “De ge­ruch­ten gaan dat het in Ge­or­gië is op­ge­no­men en dat de kan­di­da­ten uit ver­schil­len­de lan­den zijn in­ge­vlo­gen. Pre­sen­ta­tor Art Rooi­j­ak­kers zei na­me­lijk: ‘Dur­ven we dit? We doen het ge­woon’.”

Rest de vraag wat er zo leuk is aan WIDM. “Oud-mol, ac­tri­ce Fré­de­ri­que Huydts zei op haar sterf­bed nog dat ze het zo heer­lijk had ge­von­den om te mo­gen lie­gen en be­drie­gen als een kind”, roept Meij­ers in her­in­ne­ring. “In dat kin­der­lij­ke zit het.”

Hij kan zich niet in­den­ken dat er nog mol-maag­den zijn. “Men­sen die nog nooit een af­le­ve­ring heb­ben ge­zien moe­ten al die tijd de pu­blie­ke om­roep heb­ben ont­we­ken. On­voor­stel­baar.”

Hij is er he­le­maal klaar voor: “In de zo­mer ver­heug ik me al­tijd weer op ja­nu­a­ri en fe­bru­a­ri. Op za­ter­dag­avond mag nie­mand me dan sto­ren, op zon­dag zit ik op het fo­rum. En de rest van de week kijk ik uit naar de vol­gen­de af­le­ve­ring.” Maar Meij­ers fo­cust zich deze win­ter ook op de Bel­gen, waar het pro­gram­ma ook sinds 1998 loopt. “Zij ko­men met on­be­ken­de spe­lers! Tuur­lijk had ik ook graag een keer mee ge­daan, maar met mijn 59 jaar ben ik te oud”, vindt de voor­ma­li­ge post­bo­de.

Dol­graag
Ook An­ne­lies van der Gu­lik zou dol­graag mee­doen. “Mijn kin­de­ren zeg­gen al­tijd dat ik een goeie mol zou zijn om­dat ik scherp ben. Ik heb een soort zes­de zin­tuig voor wie welk spel speelt. Ik heb vaak door waar­om ie­mand iets doet of na­laat. Vaak blij­ven de ge­sprek­ken nog da­gen rond­zin­gen in mijn hoofd en schie­ten me door­de­weeks in­eens cru­ci­a­le din­gen te bin­nen.’’

“Het is een beet­je psy­cho­lo­gie, maar er blijft na­tuur­lijk heel veel bui­ten beeld. De ma­kers to­nen wat ze wil­len to­nen. Mijn schoon­va­der kijkt niet meer om­dat er zo in ge­knipt wordt. Hij vindt dat je op deze ma­nier geen eer­lij­ke kans meer maakt, het is niet meer te ra­den.”

“Met de rest van de fa­mi­lie, in­clu­sief alle kin­de­ren, zit­ten we in een pou­le. Ba­len als er een­tje uit ligt. Een paar jaar ge­le­den bleek al in af­le­ve­ring drie dat ik er naast zat.”

Van de week ke­zen ze al naar de ‘Mol­talk’, waar­in Chris Zee­gers en Mar­griet van der Lin­den voor­uit blik­ten. Ver­der pro­beert de fa­mi­lie elke af­le­ve­ring te zien. “Moet ik er een­tje mis­sen, dan be­kijk ik hem een dag­je la­ter. Ne­der­land is een leuk mol­land, op het fo­rum ver­raadt nie­mand de af­loop. Dan is het hoog­uit ’ai, mijn mol ligt er­uit’. Zon­der naam.”

Za­ter­dag­avond zit­ten ze met z’n al­len op de bank. “Fa­na­tiek en zwij­gend. Mijn man praat er wel eens door­heen, maar dan gaat de knop acuut op pau­ze. Onze doch­ters zijn 16, 13 en 11 jaar en de jong­ste heeft laatst met haar nicht­je het fa­mi­liespel ’Wie is de mol?’ op­ge­zet.’’

An­ne­lies scha­tert: “Met on­mo­ge­lij­ke op­drach­ten. Bin­nen 45 se­con­den een en­ve­lop in de slaap­ka­mer zien te vin­den. Ren­den we door het huis. We­ken la­ter kwam ik nog over­al en­ve­lop­pen te­gen. On­der ma­tras­sen, in la­des en kas­ten.”

Spe­cu­le­ren
So­ci­aal psy­cho­loog Jer­re Maas kijkt met een vast club­je vrien­den naar WIDM. “Ie­der­een laat er zijn ei­gen the­o­rie­tje op los en dat spe­cu­le­ren maakt het leuk. Dat so­ci­a­le as­pect – de ge­sprek­ken bij de kof­fie­au­to­maat gaan er de dag erna ook al­tijd over – is de grond­slag voor het suc­ces”, dia­gnos­ti­ceert hij.

Kracht­voer voor psy­cho­lo­gen: “Bin­nen de deel­ne­mers­groep tre­den al­ler­lei me­cha­nis­mes in wer­king, die tien per­so­nen leer je steeds be­ter ken­nen. Wie wel­ke rol speelt, wie sa­bo­teert. Ze ma­ken bondjes, er zijn com­plot­ten en er is wan­trou­wen. Ze on­der­mij­nen de boel. Wie is wie, wat is waar, wat niet. Voor­al de mol zelf is een raad­sel, hij heeft een groot ge­heim en moet de hele groep te­gen­wer­ken.”

Een mooie rol. “Ja, ik zou een goeie zijn om­dat ik van na­tu­re een on­han­dig per­soon ben”, be­kent psy­cho­lo­ge Maas. ,”Die zwak­te kun je ver­ster­ken, an­ders­om werkt dat niet. Een ster­ke man kan een kracht­proef niet ver­lie­zen, dat is on­ge­loof­waar­dig.’’

Ge­not
“Maar het moet een ge­not zijn om al­les in het hon­derd te la­ten lo­pen, te lie­gen en be­drie­gen, za­ken weg te mof­fe­len, en an­de­ren een rad voor ogen te draai­en. En dat le­gi­tiem! In het ech­te le­ven doen whi­te-hat hac­kers dat, in­bre­ken op com­pu­ter­sys­te­men om be­vei­li­gings­lek­ken op te spo­ren.”

Maas is fan van WIDM. “De mon­ta­ge is per­fect, in elke af­le­ve­ring zit­ten ver­wij­zin­gen naar alle kan­di­da­ten en dat geeft elke kij­ker de be­ves­ti­ging dat hij op het goe­de spoor zit. ’Zie je wel, mijn the­o­rie klopt!’ Word je be­ves­tigd in je den­ken, dan ma­ken de her­se­nen do­p­ami­ne aan, het stof­je dat je een goed ge­voel geeft.’’

“Maar pas op, een tun­nel­vi­sie is ge­vaar­lijk. Nooit fo­cus­sen op één deel­ne­mer of je vast­bij­ten in je ge­voel ’zij moet het zijn!’ Zo wor­den in de recht­spraak ook on­schul­di­gen ver­oor­deeld.”

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*