“Media Diamant is erkenning voor werk radiotechnici”

Paul Raaijman krijgt de Media Diamant, een prijs die in het leven is geroepen om iemand die achter de schermen in de mediawereld jarenlang actief is of is geweest, te eren voor zijn verdiensten in dit vakgebied. Op donderdag 9 juni wordt de prijs( voor het eerst voor een radiomedewerker) onthuld op het Joop van den Endeplein op het Mediapark. Raaijman is al heel lang radiotechnicus. Spreekbuis.nl sprak met hem. Hij vindt het een grote eer deze onderscheiding te mogen ontvangen en ziet het vooral ook als een erkenning voor zijn radiocollega’s, die dit medium een warm hart toedragen.

​Je collega’s vinden je een goedgehumeurde alleskunner. Je bent bijvoorbeeld ook chauffeur naar lokatie-uitzendingen. Kun je het eens zijn met die typering alleskunner?
Goede sfeer is belangrijk en meestal heb ik vanzelf wel een goed humeur. Alleskunner is wel erg veel eer, vind ik. Het mixen van muziek, grote orkesten en bands bijvoorbeeld is toch weer een heel andere specialiteit. Destijds koos ik meer voor nieuws, sport en evenementen. Nooit spijt van gehad.
Ja, als wij als radiotechnici op pad gaan met de reportagewagen rijden we die inderdaad zelf. Toen in 2010 Premtime op de radio begon vanuit een oude Canadese schoolbus, konden wij met enkele technici die het juiste rijbewijs hadden de bus besturen en ook de techniek verzorgen. Inmiddels is die bus onderdeel van het programma Nieuws&Co, dat NTR en NOS samen op NPO radio1 brengen.
Heel leuk om dit te doen en bovendien als verantwoordelijk chauffeur/technicus goed te bekijken waar we naar toe gaan die dag en welke plek de redactie bedacht heeft. Kan ik er goed komen met een bus van bijna 11 meter lang? Is er een milieuzone? Hoe lang doen we erover? Wat wordt de vertrektijd? Dat zijn weer heel andere en bijzondere kanten van ons vak.

Je bent ook nog altijd actief in het verbindingencentrum. Is er in al die jaren veel veranderd in het radiovak?
Ik doe gelukkig nog wel meer hoor, maar er is inderdaad veel veranderd. Uiteraard de techniek, bijvoorbeeld van de banden naar de computermontage. Dat was behoorlijk ingrijpend destijds. Verder de verbindingstechnieken, de regeltafels, enz. En wat de bediening betreft: in de studio moeten steeds meer programmamakers zelf schuiven en dan gaan de radiotechnici naar de achtergrond.
Dat vind ik geen goede ontwikkeling en een verkeerde bezuiniging. Er zijn programmamakers die het leuk vinden en ook schuiven en presenteren goed kunnen combineren. Maar anderen willen de techniek er liever niet bij doen. Laat hen dan de mogelijkheid houden om met technici te werken.

Wat maakt het vaak van radiotechnicus(nog altijd)zo leuk?
Uiteraard kan ik alleen voor mezelf spreken. Voor mij zitten er nog steeds veel leuke kanten aan vooral die afwisseling tussen binnen en buiten werken. Zelf schuif ik na 40 dienstjaren niet meer veel programma’s, maar dat is door die afwisseling en het ontmoeten van veel mensen niet alleen leuk  maar ook leerzaam. Je hoort en leert zoveel over allerlei onderwerpen.

 
Heeft radio nog toekomst in jouw ogen?
Volgens mij zeker. De overdracht van signalen zal zich nog wel verder ontwikkelen, maar als medium om mensen te informeren blijft het zeker bestaan. Misschien is de wens wel de vader van de gedachte. Neem bijvoorbeeld een ramp of enorme stroomstoring. Radiostudio’s en zenders kunnen draaien op noodstroom en thuis of onderweg kun je dit ontvangen met de autoradio of een radio op batterijen.
Op den duur zal het FM-netwerk wel verdwijnen en gaan we geheel over op DAB+, maar dit gaat net als FM door de ether. Het lijkt me zeker van belang om dit in stand te houden, zodat je bij uitval van veel en/of grote systemen de mensen via de radio kunt blijven informeren.
 
Heb je nog een bijzondere herinnering aan je werk?
Ik heb veel gewerkt in de Haagse studio’s en doe dat nog af en toe. Bijzonder en leuk. De vergaderingen van de Tweede Kamer en sommige commissievergaderingen worden  opgenomen, zodat een Haagse redacteur of verslaggever daaruit kan putten voor zijn of haar verslag.
Er was jaren geleden een commissievergadering die over het regeringsvliegtuig ging. De zoveelste, want er was regelmatig wat aan de hand met het toestel. De voorzitter van de vergadering behoort na afloop de microfoon uit te schakelen, maar vergat dat. De verantwoordelijke staatssecretaris zei toen, vlakbij de nog hoorbare microfoon: ‘Nu hoop ik dat we het voorleupig niet meer hoeven te hebben over dit klotevliegtuig’.
Hij sprak enigzins bekakt, wat de uitspraak eigenlijk nog leuker maakte. En ja, de opname liep nog.  Dan komt de vraag of dit is uitgezonden. Zeker, maar niet meteen, aan het eind van het jaar is het langsgekomen in een Haags jaaroverzicht.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*