Column Erik de Zwart: ‘Ik stond lekker voor lul’

In de jaren 80 was de punk nog lang niet uitgeraasd. Er waren nog steeds bands en artiesten met hanenkam op het hoofd en met kettingen en piercings op alle mogelijke plekken, die zichzelf anders wensten te gedragen dan de mainstream popmuzikant.

Vaak ging het er ruig aan toe bij optredens. Interviewen van deze artiesten was ook geen lolletje. Dat mocht ik ervaren met Johnny Rotten van Public Image Limited, voorheen een van de Sex Pistols. Hij kwam naar de Countdown-studio en had de hit This Is Not a Love Song. Ik zei tegen ’m „I think it is a good love song”. De man zei „Yes!” en liep weg. Het beeld uit. Ik kon hem nergens meer vinden en stond lekker voor lul! Dat fragment is nog vaak herhaald op tv. Eerder mocht ik al eens Jean-Jacques Burnel van The Stranglers interviewen, een soortgelijk lieverdje. Ik was vooraf zelfs gewaarschuwd dat hij de zwarte band karate had en onlangs nog een journalist tikken had verkocht vanwege een slechte recensie. Ik ontmoette hem in het Marriott Hotel in Amsterdam. Hij vond het hotel véél te warm. Gelukkig konden we buiten op de trap praten en het voorjaarszonnetje stemde hem milder. Eitje dus, dat gesprek over hun grootste hit Golden Brown, die in 1982 tot nummer 8 reikte.

 
Eriks Hitdossier verschijnt wekelijks in Veronica Magazine

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afbeelding: Erik de Zwart (Countdown 1983)

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*