Slob: Hogere inhuurkosten externen NPO mede veroorzaakt door arbeidskrapte

Tweede Kamerlid Peter Kwint (SP) heeft onlangs schriftelijke Kamervragen gesteld aan minister Slob over het bericht dat de inhuurkosten van externen bij de NPO vier keer hoger dan de Roemernorm is. Kwint wil ook graag weten waarom de NPO geen geschikt talent zou kunnen aantrekken om in vaste dienst te nemen.

Volgens Slob is de arbeidsmarkt rondom specialistische competenties voor de omroep op dit moment krap, zodat het vinden en vasthouden volgens de NPO een continue uitdaging is. Daarnaast kan de NPO als publieke organisatie volgens de minister niet altijd concurreren met commerciële organisaties voor wat betreft primaire arbeidsvoorwaarden.

De hogere kosten door grotere inzet van adviesbureaus, komt door de veranderde mediaconsumptie, waarvoor NPO externe specialisten moest inhuren.

Slob: ‘De toegenomen inhuur van adviesbureaus de afgelopen jaren is volgens de NPO te verklaren door de hogere behoefte aan specialistische kennis op het gebied van organisatie-, juridisch, fiscaal en technisch advies. De NPO geeft aan dat de afgelopen jaren specialistische kennis bij een groot aantal projecten nodig was; o.a. de start van het Radiohuis, de oprichting van de coöperatie Dutch Core en de lancering van NPO Start. Daarnaast heeft de NPO afgelopen jaren ook aangescherpte governance- en privacyregels bij de publieke omroep doorgevoerd waarvoor specialistische kennis werd ingehuurd.’

Volgens Slob zijn mede door afronding van de genoemde projecten, de inhuurkosten bij de NPO de afgelopen jaren overigens al sterk gedaald. De minister is niet bereid om met de NPO afspraken te maken dat de externe inhuur bij de NPO onder de 10% zou moeten vallen (de Roemernorm).

Slob: ‘Het is aan de NPO om zelf te bepalen hoe hij het beschikbare budget zo verstandig mogelijk inzet en in welke mate hij bijvoorbeeld gebruik maakt van (extern) advies en inhuur. De verantwoordelijkheid voor de doelmatige inzet van de gelden voor de NPO-organisatie ligt bij de raad van bestuur en de raad van toezicht van de NPO gezamenlijk.’

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*