
Dit najaar verscheen het boek waarin Paul Römer terugblikt op zijn lange carrière in de Nederlandse mediasector. Römer werkte de afgelopen decennia onder meer bij de TROS, Endemol, Talpa en de NTR en stond vaak op sleutelposities waar creativiteit, bestuur en politiek samenkwamen. In een interview met Het Financieel Dagblad ging het niet alleen over zijn loopbaan en lessen uit het verleden, maar ook over zijn visie op de huidige staat van de publieke omroep – en de forse bezuinigingen die daarboven hangen.
Het demissionaire kabinet heeft besloten om circa 150 miljoen euro te bezuinigen op de publieke omroep. Volgens Römer is die ingreep moeilijk te rechtvaardigen. „Die bezuiniging vind ik bizar,” zegt hij in het interview. „Er gaat ongeveer 900 miljoen euro per jaar naar de publieke omroep. In vergelijking met andere Europese publieke omroepen is dat geen hoog bedrag. En de kwaliteit van wat de publieke omroep in Nederland maakt is relatief hoog.”
Volgens Römer wordt de waarde van de Nederlandse publieke omroep structureel onderschat. Hij wijst erop dat wie het aanbod vergelijkt met dat van andere landen, al snel ziet dat het niveau in Nederland hoog ligt. „Kijk maar eens een avondje naar de Italiaanse of Duitse televisie,” stelt hij. „Dus wat is het probleem?”
Dat probleem zit volgens Römer niet zozeer in de programmering zelf, maar in het verhaal eromheen. De publieke omroep is er onvoldoende in geslaagd om uit te leggen wat zij doet, waarom zij het doet en welke maatschappelijke waarde dat heeft. „Waar het misgaat is dat de publieke omroep niet goed heeft uitgelegd wat ze doet en hoe goed ze het eigenlijk doet,” zegt Römer. Het dominante beeld in de publieke en politieke opinie is volgens hem vertekend: „Het beeld is toch: al die omroepen, al die kantoren, al die managers, dat is duur en inefficiënt.”
Dat beeld is hardnekkig, maar volgens Römer ook te simpel. Hij vergelijkt de situatie met de BBC, vaak genoemd als voorbeeld voor hervormingen. „Kijk naar de BBC: dat is één groot bedrijf, maar daar heb je meer managers en meer ellende,” merkt hij op. Schaalvergroting alleen is dus geen garantie voor minder bureaucratie of lagere kosten.
Römer erkent dat het publieke bestel structureel anders ingericht moet worden om toekomstbestendig te blijven. Maar een bezuiniging van deze omvang acht hij gevaarlijk. „Als je die 150 miljoen weghaalt, houden we te weinig kwaliteit over en marginaliseren we de publieke omroep,” waarschuwt hij. Volgens hem dreigt daarmee niet alleen verschraling van het aanbod, maar ook een uitholling van de publieke functie van media in Nederland.

Oud presentatoren bij de publieke omroepen geven zelf toe dat programma teams veel te groot waren (en zijn) en dat alles maar gedeclareerd kon worden. Snijden in functies zou ook nu nog makkelijk gaan. Aldus Kees Jansma, in podcast ‘Zolang het leuk is’ van Wilfred Genee.
Wederom een jankstatement van ‘Baantjer Jr.’
Römer blijft maar azen op een hoge functie bij de NPO. De enige echte reden waarom hij zo van zich laat horen over dit onderwerp. Dan ook nog expres de BBC noemen en niet de VRT. De publieke omroep kan in precies het zelfde model als de VRT en daar bij kunnen dan heel veel programma’s worden behouden.