Op het raakvlak van pers en omroep

Mediaman Fons van Westerloo gaf deze zomer aan dat traditionele televisie over 5 tot 10 jaar niet meer bestaat. Voor een beetje schrijver of televisiemaker zou dat reden kunnen zijn op korte termijn een Testament van de omroep te maken.

Ik geloof niet Van Westerloo’s notie over de sterke daling van de kijktijd, laat staan de afname van het aantal kabelaansluitingen in ons land, veel mensen bezighoudt. Het zal allemaal wel. Het zal onze tijd wel duren.

Volgens onderzoek van PricewaterhouseCoopers negeert Hilversum het gevaar van de nieuwe manier van televisiekijken. In de Verenigde Staten hebben tv-zenders al binnen één jaar te maken met 10 tot 15 procent minder kijkers, schreef Vincent Smits twee jaar geleden in een stevig artikel onder de kop ‘Hilversum negeert gevaar van snel groeiende dienst als Netflix’.

Zelfs maak ik momenteel iets soortgelijks mee rond een testament dat inmiddels wel het licht zag, het Testament van de pers. Daarin geef ik, gesteund door harde cijfers van lector Piet Bakker, aan dat over 15 jaar de laatste papieren krant het loodje heeft gelegd. En vat ik vanuit het werk van honderden collega’s zo goed mogelijk onze eigen concrete geschiedenis samen.

Koplampen
Veel krantenredacties gedragen zich als konijnen in het licht van koplampen in de nacht. Het vooruitzicht dat het fenomeen papieren krant binnen afzienbare tijd heeft afgedaan, stuit zelfs op weerstand. Eerder signaleerde ik op deze site over en voor omroepen dat presentator Max van Weezel (Met het Oog, waarin De krant van morgen) het tien jaar te vroeg vindt om een Testament van de pers op te maken.

Werkelijkheid
De dubbele werkelijkheid is deze: het aantal huishoudens met een betaalde krant maakt vanaf 2000 een duikvlucht die zijn weerga niet kent. En de lineaire kijktijd loopt hard terug. Niet voor niets dat de NPO maandag bij de seizoenspresentatie bekend maakte fors meer te gaan investeren in online en on demand-programma’s. “We willen daar zijn waar onze kijkers en luisteraars zitten”, aldus NPO-voorzitter Shula Rijxman.

Freund Publikum
De noodzaak publiek te hebben is een heel oude waarheid. Het doet me denken aan het boek ‘De samenspraak in onze samenleving’ dat dr. H.J. Prakke 60 jaar geleden schreef en dat alleen al ter vergelijking zo weer op het curriculum van communicatieopleidingen zou mogen terugkeren. Prakke schreef voorin:

Was wäre ich ohne dich
Freund Publikum?
All’mein Gedanken Selbstgespräch
All’mein Empfinden stumm.

Spreekbuis
Pers en omroep raken elkaar. Vandaar hier de komende tijd saillante geschreven stukjes uit de recente pers- en omroepgeschiedenis. Rode draad: Spreekbuis zijn. Want daar draait het hier om. Wanneer het begon en wie de eerste spreekbuis op televisie was?

Kort na de oorlog kreeg Philips een fabrieksmachtiging voor televisie-uitzendingen. Een groepje gasten volgde het eerste programma dat begon met een montere aankondiging van de voormalige secretaresse Bep Schaeffer: “Goedenavond, dames en heren, hier is Philips Experimentele Televisie met de eerste uitzending, beeld en geluid over de zenders PAB3 en PAG4.” De eerste nationale televisie-avond, waarvoor al vijfhonderd toestellen aanstonden, was op 2 oktober 1951. Het jaar erop waren er een maand lang geen tv-uitzendingen in verband met de vakantie van het omroeppersoneel.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*