
Het College van Hoofdredacteuren van de publieke omroep maakt zich zorgen over de toenemende bemoeienis van het Commissariaat voor de Media met de inhoud van journalistieke programma’s. In een gezamenlijke brief luiden ze de noodklok. Binnenkort vindt er een gesprek plaats.
Mede aanleiding tot die zorg is het feit dat het Commissariaat bij minstens zes programma’s van verschillende omroepen, waaronder journalistieke programma’s , informatieverzoeken heeft ingediend’. Volgens de Mediawet heeft de omroepwaakhond de bevoegdheid om te controleren of redacties onafhankelijk zijn, maar niet om zich te bemoeien met de inhoud. De toezichthouder begeeft zich steeds vaker op het terrein van de journalistieke kwaliteitscriteria. Dat gaat in de ogen van de hoofdredacteuren een brug te ver. Ze worden daarin gesteund door het College van Omroepen.
Er bestaat al langer zorg over het feit dat het Commissariaat streeft naar uitbreiding van bevoegdheden. Dat het steeds verder in de journalistieke programma’s duikt, wordt gezien als een ongewenste ontwikkeling die raakt aan de journalistieke onafhankelijkheid. De vergaande bemoeienis is bovendien onnodig, vinden de hoofdredacteuren. De zelfregulering biedt voldoende mogelijkheden om programma’s die zich niet aan de journalistieke code houden aan te pakken. Dat kan via de Ombudsman van de Publieke Omroep, de Raad voor de Journalistiek en uiteindelijk de rechter.

Waar bemoeit dat commissariaat zich dan eigenlijk steeds mee? Zijn ze daar voor opgericht?
Het Commissariaat is belast met de bestuursrechtelijke (Algemene wet bestuursrecht Awb) handhaving van de Mediawet (art. 1). Het Commissariaat kan een aanwijzing geven op bestuurlijk gebied bij wanbeheer, financieel wanbeleid, onrechtmatig handelen (art.7.16a). Het Commissariaat is niet bevoegd programma’s inhoudelijk te beoordelen dus ook niet op journalistieke aspecten.
Er zijn prima regels voor nieuwsgaring en journalistiek onderzoek. Diegenen die mogelijk verkeerde dingen doen hebben daar kennelijk moeite mee. In het algemeen is de ontvanger van de informatie best in staat dit op zijn meritus te beoordelen; Nederland is niet dom.