
Als je voor televisie hebt gewerkt trekt dat nog lang zijn sporen. Zo kreeg ik dezer dagen via linkedin een alleraardigste mail van Marco. ‘Ik ben van 1971’, schreef hij, ‘en het programma Brandpunt in de markt dat u presenteerde is voor mij een warme herinnering uit mijn kindertijd. Fijne avonden, waarop ik samen met mijn ouders broer en twee zussen tv keek met iets lekkers’. Maar er moet meer geweest zijn wat hem triggerde, zo schrijft hij, want ‘wat zou iemand van mijn leeftijd nou hebben kunnen interesseren in de inhoud van dat programma? Misschien omdat het meer representeerde: een verhaal van optimisme en vooruitgang in een periode die best wel donker was (velen zijn dat vergeten). Dat gaf me op jonge leeftijd wellicht toch net een wat ander gevoel’.
Nederland in crisis
Brandpunt in de markt ontstond in 1982. Het was een bijdrage van de Brandpuntredactie aan het doorbreken van het alom presente doemdenken. Nederland was in crisis. Het ging slecht met de economie, geregeld waren er massa ontslagen en we stonden aan de vooravond van bezuinigingen die veel gewone levens zouden raken. We zaten enorm in de put. Journalisten registreren doorgaans passief wat er gebeurt, is een gangbare opvatting over journalistiek. Ze hebben geen bijzondere verantwoordelijkheid voor het zoeken van oplossingen. Maar bij Brandpunt waren we het beu om avond-aan-avond alleen de ellende te melden en vonden we dat we wél verantwoordelijkheid hadden. Zo ontstond Brandpunt in de Markt, een optimistisch programma over de economie waarin maandelijks verslag werd gedaan van dat wat op zolderkamertjes en in fabriekslaboratoria aan nieuwe producten en oplossingen werd bedacht en waarmee de samenleving er bovenop geholpen kon worden.
Er zit meer vitaliteit in de samenleving dan we denken
Nederland was weliswaar in crisis maar onttrokken aan het oog van de media die vooral op slecht nieuws zijn gefocust, bleek er heel veel orginaliteitt in de samenleving te bestaan. In die tijd werd de CD-player bedacht en de CD. Ontstonden de eerste navigatiesystemen, kreeg GPS zijn betekenis, ontwikkelde de computer zich en vonden vernieuwingen in de agrarische sector plaats. Nieuwe ontwikkelingen werden in het programma spectaculair gepresenteerd. Bedacht een bedrijf een op afstand bestuurbare loodzware locomotief, dan kwam die alleen in de uitzending als hij werkend in de studio gedemonstreerd kon worden; tien meter naar links rijden, tien meter naar rechts. Dus arriveerde dit gevaarte per oplegger (publiciteit!) op het Mediapark, waar tijdelijk rails werden uitgelegd zodat de trein op eigen kracht de studio kon binnenrijden. Ingenieurs berekenden of de vloer het gewicht wel kon dragen. Er doorheen zakken was geen optie, want daar beneden was de foyer. Deze stunts waren deel van het format. In die spectaculaire aanpak zat deze boodschap verstopt: wie wíl die kán. Het programma had een groot ‘als hij/zij het kan, kan ik het ook’-gehalte en bracht velen op een idee.
Effect van beleid uitgedrukt in één cijfer
O ja: het programma had een broertje dood aan theoretische beschouwingen, rapporten en beleidsnota’s. Alleen concrete producten haalden de studio. Brandpunt in de markt maakte de gewone Nederlander vertrouwd met de beurs en beleggen en introduceerde de thermometer van de economie, een simpel systeem waarbij in één cijfer de actuele stand van de economie werd gepresenteerd. Zo was voor iedereen waarneembaar welk effect Haagse beleidsbeslissingen hadden op het dagelijkse leven. Het programma zelf gaf aan de samenleving een enorme boost. Het bood perspectief en leverde een bijdrage aan het doorbreken van het doemdenken. Jonge bedrijven die hun producten presenteerden floreerden. De thermometer van de economie, die inmiddels internationale bekendheid had gekregen en door de zakenwereld en de politiek als serieuze maatstaf voor de stand van de Nederlandse economie was omarmd, steeg gedurende de levensduur van het programma van 2,5 naar 7. Bij investeringsbeslissingen werd door zakenmensen vaak naar die thermometer gekeken.
Publieke omroep op zijn best
Het programma leverde in de visie van de vakbeweging een stevige bijdrage aan de wederopstanding en kreeg daarvoor een onderscheiding. En nee: dit programma werd niet gesponserd. Dit was publieke omroep op zijn best! Ondernemers kwamen er pas in als de journalistieke relevantie van het nieuws buiten discussie stond. Het programma had een aantoonbaar positieve invloed op het maatschappelijke klimaat en de werkgelegenheid. Het had miljoenen kijkers. De formule werd daarna in verschillende vormen door andere omroepbedrijven gekopieerd.
De omroep kan het verschil maken
In 1989 verdween het programma weer van de buis: het werk was gedaan. Vaak heb ik de laatste maanden aan die tijd moeten terugdenken. Televisie kan met de goede programmatische keuzes het verschil maken. Het is precies wat we missen: een programmering die draait om de oplossingen in plaats van de problemen. Media kunnen de vitaliteit die verborgen zit in de samenleving naar boven halen en een stimulans geven. Zo heeft televisie zich sinds het eind van Brandpunt in de Markt helaas niet ontwikkeld. Televisie draait nu vooral om emoties, slachtofferschap, ego’s. Avond-aan-avond krijgen we uitgelegd waarom de oplossingen die bedacht worden niet uitvoerbaar zijn. Er is een rijk pallet aan excuses: niet rechtstatelijk, in strijd met…,wachten op de EU, niet in het belang van de lui die het wel voor elkaar hebben. Enfin: u kent de argumenten. De maatschappelijke gevolgen kennen we ook: de woningbouw ligt stil, de agrarische sector bijt zichzelf in de staart, de jeugdzorg werkt niet, het onderwijs valt tegen, de politie kan de problemen niet meer aan, het aantal werknemers met psychische klachten stijgt, de uitval neemt toe en de publieke omroep is zo goed als dood door gebrekkig toezicht, een ongezonde vermenging van journalistieke en politieke belangen, het ontbreken van professionaliteit in de uitvoering, een tekort aan visie en inspirerend leiderschap.
Maak ons weer groot
Marco maakte met zijn brief mijn dag goed. In het verlengde van zijn opmerkingen doe ik een beroep op de publieke omroep: kom op, waar blijft dat programma barstensvol ideeën waarmee we onszelf weer uit de modder trekken. Zo maken we Nederland weer groot: Het zou zomaar een succesformule kunnen zijn.
TON VERLIND
Het is belangrijk hoe je modder definieert. Financieel gaat het met de meeste Nederlanders heel behoorlijk. Maar voelen we wel allemaal onbehagen op het vlak van samenleven en cultuur. Dat levert zeer onaangename polarisatie op. NPO programma’s die daar een tegenwicht aan bieden zijn bv Binnenstebuiten en Dwars door de Lage Landen. Laatstgenoemde won terecht de Televizier-Ring.