Blog Martin van Doren: ‘Oude liefde roest nooit!’

Verbazingwekkend dat een tv-programma soms dingen losmaakt die niemand zou verwachten. Een programma waar niemand zich een buil aan kan vallen, slaat in als een bom. Het programma? ‘De nieuwe Stradivarius’, aflevering ‘Rik Mol, trompettist’.

Als klein jochie had ik een plastic trompetje, een rode. Geluid kwam er helemaal niet uit. Als de Eurovisie-tune op de tv was, stoof ik met m’n trompetje naar de buis, om mee te tetteren. Destijds kwam de tune twee keer langs: één keer met het logo van de NTS en aansluitend met het logo van de omroeporganisatie die de uitzending verzorgde. Helemaal geweldig. Daar moet ergens de basis gelegd zijn: ik wilde trompet spelen.

Een paar jaar later vroegen mijn ouders advies aan één van de trompettisten van een omroeporkest. Zijn advies was: doe het nu nog niet. Hij is nog te jong, zijn longen zijn nog in ontwikkeling. Er kwam een alternatief: ik kreeg een trompet (yesssss!!!) en ik kreeg pianoles, met als doel om alvast noten te kunnen lezen. Elke dag mocht wel eventjes op mijn trompet spelen. Het werd een drama, dat wil zeggen een half drama. Binnen de kortste keren kon ik de eerste toonladders op mijn trompet spelen (met en zonder ventielen), mijn prestaties op de piano bleven dramatisch achter. De piano moest en zou de eerste tijd prioriteit krijgen, iets waar ik diametraal anders over dacht. Het project stierf in schoonheid, een behoorlijk eufemisme voor: slaande heisa. Het is er nooit meer van gekomen.

De trompettist die het advies had gegeven, had nóg een opmerking gemaakt: als je hem naar de plaatselijke showband stuurt (en dat was destijds een hele beroemde), nemen zij hem meteen aan en leiden hem op. Een vraag die altijd is blijven hangen: was dat nou een waarschuwing of een verkapt advies? In ieder geval mocht ik niet naar de showband.

Nog steeds is de kopersectie van een orkest mijn absolute favoriet. Niemand zal uit zijn stoel vallen dat het rondo en finale van de 7e symfonie van Mahler mijn meest gedraaide muziekstuk is, net zo min als dat Chicago, met haar kopersectie, mijn absoluut favoriete popgroep is.

Tegen deze achtergrond viel ik in ‘De nieuwe Stradivarius, aflevering Rik Mol’. Knal, die zat! Toen hij voor het eerst op zijn zelfgebouwde trompet kon spelen, zat ik plaatsvervangend te glunderen. Ik durf te wedden dat in geen enkele huiskamer langer over dit programma is nagepraat dan hier ten huize. Wonderlijk dat zo’n programma zoveel los kan maken: van ontzettend blij tot stik-jaloers en alles wat daar tussen zit. Er blijft maar één vraag over: wat zou er gebeurd zijn, als ik toen mijn kont stevig tegen de krib gegooid zou hebben?

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*