
De beslissing van AVROTROS om Nederland en onze artiesten terug te trekken uit het Eurovisie Songfestival werd door sommigen gepresenteerd als een principiële politieke daad. Maar wie door de retoriek heen kijkt, ziet vooral een fundamentele verschuiving binnen één van de grootste omroepen van het land. Een verschuiving die niet alleen het profiel van AVROTROS raakt, maar de balans van het hele publieke bestel én de culturele infrastructuur die daarvan afhankelijk is.
Dat de NPO vervolgens halsoverkop moest regelen dat Nederland het Songfestival überhaupt nog zou kunnen zien, is niet een logistiek detail, maar een governance-signaal. Wanneer één omroep zich onttrekt aan zijn publieke taak, moet de rest improviseren. En improvisatie is zelden een vorm van goed bestuur en toezicht.
Wie de ontwikkelingen in breder perspectief plaatst, ziet bovendien een opmerkelijke continuïteit. In 2021 strandde de poging om Omroep Groen, ondanks de financiële steun van (toen nog vereniging, nu stichting) Veronica, toe gelaten te worden tot het bestel. De missie: een omroep voor leefstijl, duurzaamheid en “positieve gedragsverandering”. Een legitiem idee, maar onvoldoende ingebed in de wettelijke opdracht van het bestel. Wat destijds niet via de voordeur binnenkwam, lijkt zich nu via AVROTROS door de achterdeur alsnog een positie te hebben verworven. Onder nieuw leiderschap schuift de omroep op richting Groens profiel: politieke campagne, lifestyle, thematische programmering. Op zichzelf verdedigbaar, maar het is een forse afwijking van het oorspronkelijke, cultureel sterke profiel van Avro en TROS.
En precies dáár wringt het. Want wat verdwijnt wanneer een grote omroep zijn culturele taak loslaat, komt niet elders vanzelf terug. AVROTROS programma’s die zijn verdwenen of op de tocht staan – het Songfestival, Close Up, Opium op Oerol, Zondagochtend Concert, Nu te Zien!, Man en Kunst – zijn geen decorstukken, maar publieke vensters op kunst, reflectie en verbeelding. Het zijn schakels in een keten waarvan de culturele sector al jaren zegt dat hij onder druk staat. Wie goed luistert naar die sector, hoort geen nostalgisch verlangen, maar een waarschuwingssignaal: culturele infrastructuur is fragiel. Ze verdampt snel wanneer niemand er formeel verantwoordelijk voor is. De Raad voor Cultuur waarschuwde eerder al dat de overheid structureel onderinvesteert in kunst en cultuur. De ontwikkelingen binnen de publieke omroep onderstrepen dat pijnlijk.
Daarom is de Mediawet juist op dit punt zo helder. De NTR heeft de wettelijke taak om te zorgen voor een samenhangend, pluriform en breed cultureel en educatief aanbod. Niet omdat het aardig is, maar omdat het nodig is. Wanneer een grote omroep, maar ook de andere, die domeinen stelselmatig laten vallen, móét het bestel corrigeren. Dat de NPO de uitzending van het Songfestival nu onderbrengt bij de NTR en de NOS is geen politieke keuze zoals die van AVROTROS, maar een herstelactie binnen een wettelijk kader.
Als iemand die zich inzet voor goed bestuur binnen het culturele ecosysteem, kan ik deze verschuivingen niet los zien van hun structurele gevolgen. Omroepenverenigingenhebben het recht een eigen profiel te kiezen. Maar dat recht stopt waar de publieke opdracht begint. De publieke omroep is namelijk geen losse verzameling ‘merken’, maar een door de belastingbetaler gefinancieerd systeem van gedeelde verantwoordelijkheden. Wie één pilaar verplaatst, verplaatst de dragers waar het dak op rust.
De echte vraag is daarom niet of AVROTROS dit besluit mócht nemen. De vraag is welke keuzes het bestel nu moet maken om te voorkomen dat cultuur opnieuw de sluitpost wordt van bestuurlijke koerswisselingen. Want wat bij AVROTROS verdwijnt, moet elders worden versterkt. En dat vraagt niet om verontwaardiging, maar om bestuurlijke helderheid: cultuur is een kerntaak, geen optie.

Wanneer één omroep kantelt, helt het hele bestel mee. De vraag is alleen wie de verantwoordelijkheid neemt om het weer recht te zetten. Dat is geen institutionele strijd, maar een publieke plicht. En precies dáár hoort de zorg voor cultuur thuis en niet in politieke campagnes.

Geef als eerste een reactie