
Wat is de waarde van nieuws als niemand er nog voor betaalt? Die vraag was ooit filosofisch, maar is inmiddels pijnlijk economisch geworden. Nieuws – drager van publieke waarde en collectief geheugen – is in het digitale tijdperk gereduceerd tot vulmateriaal voor algoritmen.
Een recente studie van Google – uitgevoerd onder 1% van de gebruikers in acht EU-landen – laat zien hoe ver de economische waarde van journalistieke inhoud is uitgehold. Wat bleek? Het verwijderen van nieuwsresultaten uit de zoekmachine leidde tot slechts 0,8% minder dagelijks gebruik van Google Search. De advertentie-inkomsten bleven volledig onaangetast.
Laat dat even inzinken. Het maakt Google – en daarmee het dominante verdienmodel van het internet – vrijwel niets uit of journalistiek bestaat. Commerciële zoekopdrachten als “schoenen kopen” leveren meer op dan “analyse Iran NRC”. Zelfs visuele nieuwsstromen zoals Google Discover zagen het gebruik met 5,5% dalen, zonder enige impact op de omzet. En Google News – ironisch genoeg het enige platform zónder advertenties – bleef qua gebruik gewoon stabiel. Nieuws wordt nog wel gezocht, maar niet omdat Google er beter van wordt.
De cijfers komen uit een experiment rond de invoering van artikel 15 van de Europese Auteursrechtrichtlijn, die nieuwsmedia het recht geeft op vergoeding als hun werk wordt hergebruikt. Google’s reactie – het zogenaamde Extended News Preview-programma – lijkt vooral juridisch ingestoken: meer compliance dan echte betrokkenheid. De reden is helder: er is voor hen geen financieel belang om journalistiek serieus te nemen.
De uitkomst is bitter. Juist nu de democratische waarde van nieuws zo groot is – in tijden van oorlog, desinformatie en polarisatie – blijkt de economische waarde ervan voor Big Tech verwaarloosbaar. De onuitgesproken boodschap: als journalistiek verdwijnt, draait het advertentiemodel gewoon door.
En dat verdampen van waarde gaat door. Want naast SEO en social is er nu een nieuwe uitdager: AI-overviews. Waar de zoekmachine ooit begon met “tien blauwe links”, staan nu automatisch gegenereerde samenvattingen bovenaan – vaak zonder bronvermelding. Het gevolg: een scherpe terugval in verkeer naar journalistieke sites. Volgens de Wall Street Journal is het verwijzingsverkeer “verpulverd”. Business Insider zag zijn organisch zoekverkeer tussen april 2022 en april 2025 met 55% dalen. HuffPost en de Washington Post verloren de helft, en bij The New York Times daalde het aandeel van zoekverkeer van 44% naar 36,5%.
De kennis blijft, maar de klik verdwijnt. Wat overblijft is een informatiemarkt waarin de maker onzichtbaar wordt – en waarin journalistiek steeds minder waard wordt. Misschien is dát wel het meest verontrustende beeld: een wereld vol antwoorden, maar zonder nieuwsgierigheid.
Maar dat nieuws zijn marktwaarde verliest, betekent nog niet dat het zijn maatschappelijke waarde kwijt is. Integendeel. Deze studie onderstreept hoe dringend nieuwe verdienmodellen nodig zijn – modellen die niet afhankelijk zijn van clicks, maar van publieke betrokkenheid. Want wie betaalt, bepaalt. En als niemand betaalt, dan bepaalt het algoritme.
Zoals zo vaak in de geschiedenis van media ligt de toekomst niet in technologie, maar in ethiek. Willen we een markt zonder nieuws – of nieuws buiten de markt?
Nieuws leeft ook buiten het algoritme
De realiteit is dat journalistiek zich inmiddels stevig buiten het algoritme beweegt. Miljoenen mensen volgen nieuws via apps, pushmeldingen, podcasts, nieuwsbrieven en zelfs WhatsApp-kanalen. Niet omdat het ‘langskomt’, maar omdat ze er actief voor kiezen. De consument is allang niet meer passief – die kiest zelf wat hij wil volgen, lezen en steunen.
Het idee dat nieuws afhankelijk is van Google Search is achterhaald. Steeds meer mensen volgen hun favoriete media via directe kanalen:
Apps van media zoals NRC, NOS of De Standaard zijn populaire toegangen tot nieuws, vaak achter een betaalmuur.
Pushmeldingen zorgen voor directe betrokkenheid – snel, actueel, en met hoge doorklikratio’s.
Nieuwsbrieven zijn uitgegroeid tot een cruciaal distributiemiddel, met loyale lezers en hoge engagement.
Podcasts bereiken juist jongere doelgroepen, met journalistiek in een andere, verdiepende vorm.
Deze kanalen functioneren grotendeels onafhankelijk van zoekmachines of sociale media. Dat Google minder geld verdient aan nieuws, betekent niet dat journalistiek zelf verdwijnt. Het publiek consumeert nieuws anders – bewuster, directer, en steeds vaker tegen betaling.
Van Nispen richt zich op de verdampende advertentiewaarde van nieuws, maar mist het grotere plaatje: nieuws draait steeds minder om bereik en steeds meer om relatie. Titels als De Correspondent, The Guardian, Follow the Money en Voxhebben hun bestaansrecht juist opgebouwd via lidmaatschappen en bijdragen van lezers.
Dat model werkt: wie zich verbonden voelt met de missie van een medium, is bereid te betalen – ook zonder advertenties. Deze directe betrokkenheid is veel sterker dan het vluchtige klikverkeer waar traditionele modellen op leunen.
Het klopt dat AI-gegenereerde overzichten het verkeer naar journalistieke sites onder druk zetten. Maar dat maakt journalistiek niet waardeloos. Veel redacties experimenteren juist zelf met AI om verhalen sneller te verrijken, dossiers toegankelijk te maken, of interactieve formats te ontwikkelen.
Het probleem is niet dat AI bestaat, maar dat platforms als Google de vruchten plukken zonder iets terug te geven. Dat is een kwestie van beleid en regelgeving – niet van onvermijdelijk verval.
Guido van Nispen eindigt met de vraag: “Willen we een markt zonder nieuws, of nieuws buiten de markt?” Maar die tegenstelling is kunstmatig. Nieuws is er allang buiten de klassieke marktplaats van clicks en advertenties. De journalistiek verdwijnt niet. Ze verandert. En juist buiten het algoritme ontstaan de sterkste verbindingen.
Op dit moment kijk ik niet naar npo, journaal, kranten.
Ik zit op X
X IS HET NIEUWS