
Met de beslissing om Nederland terug te trekken van het Eurovisie Songfestival zolang Israël welkom blijft, heeft AVROTROS een culturele keuze tot een politiek ultimatum gemaakt. De omroep beroept zich op kernwaarden als mensenrechten en persvrijheid, maar de gevolgen reiken verder dan de eigen statuten. Nederlandse artiesten verliezen hun mogelijk hun grootste internationale podium, de Nederlandse afgevaardigden en Israëli’s worden bij voorbaat meegesleept in geopolitiek, en het kabinet wordt gedwongen zich te verhouden tot een besluit dat het niet zelf nam. En dat is niet theoretisch. Minister van Buitenlandse Zaken David van Weel (VVD), minister-president Dick Schoof en minister van OCW Gouke Moes (BBB) zijn de afgelopen dagen bij vrijwel ieder persmoment met vragen over dit onderwerp geconfronteerd en worden zo onvermijdelijk nadrukkelijk in het debat betrokken.
Burgers en kabinet in de knel
In een democratie vertegenwoordigt het kabinet de Nederlandse burger in de internationale arena. Juist dit kabinet bekijkt de relatie met Israël kritisch, maar kiest ervoor die beoordeling in eigen tempo en eigen context te maken. En er is de tweede kamer waar volksvertegenwoordigers debatteren over het Israëlisch-Palestijns conflict en moties laten stemmen om de positie van Nederland kenbaar te maken. Door het ultimatum van AVROTROS treedt een publieke omroep feitelijk het politieke domein binnen, zonder parlementaire rugdekking.
De prijs voor artiesten
Voor Nederlandse zangers en bands betekent het besluit mogelijk een gesloten deur naar het grootste Europese muziekpodium. Het Songfestival was decennialang een springplank, van Teach-In en Anouk tot Duncan Laurence. Nu is deelname niet langer een artistieke of organisatorische afweging, maar een politieke keuze. Daarmee betaalt de creatieve sector een prijs voor een moreel standpunt dat buiten haar invloedssfeer ligt.
De vraag dient zich bovendien aan of artiesten in de toekomst een politiek standpunt zullen moeten innemen om mee te mogen doen. Wordt een Nederlandse kandidaat nu ook gevraagd zich uit te spreken tegen Israëlisch beleid om nog te kunnen worden geselecteerd? Moeten Israëlische artiesten (of artiesten uit andere landen) verklaren dat zij afstand nemen van hun regering om toegelaten te worden? En als dit de nieuwe norm wordt: mogen andere landen dan ook eisen dat Nederlandse artiesten zich distantiëren van het beleid van Den Haag, bijvoorbeeld op het gebied van migratie, stikstof of militaire steun aan NAVO-missies? Zodra politieke loyaliteit toetredingsvoorwaarde wordt, verandert een songfestival in een tribunaal.
Israëlische deelnemers in de schaduw
Ook Israëlische artiesten en de Israëlische publieke omroep KAN worden in dit conflict klemgezet. Hun aanwezigheid op het festival werd vaak gezien als cultureel tegenwicht voor politieke spanningen in de regio. Door expliciet te stellen dat Israëlische deelname onverenigbaar is met Europese waarden zoals AVROTROS die blijkbaar hanteert, belandt de individuele artiest en de omroep in de schaduw van regeringsbeleid. De culturele uitwisseling waarvoor het Songfestival ooit bedoeld was, verschuift zo naar een strijdtoneel van morele veroordelingen.
Aan de EBU, niet aan AVROTROS
In feite ligt de verantwoordelijkheid bij de European Broadcasting Union (EBU). Iedere publieke omroep kan daar haar zorgen en overwegingen kenbaar maken, waarna de EBU bepaalt of dit wordt vertaald naar beleid of niet. Door nu al publiek een grens te trekken, zet AVROTROS alles op scherp voordat er intern in de EBU een besluit is genomen. Daarmee ondermijnt de omroep het proces waarin gezamenlijk, en niet eenzijdig, wordt gewogen hoe het festival met politieke spanningen omgaat.

Een politiek strijdveld
Het gevolg is dat het Songfestival, ooit bedoeld als apolitiek spektakel van zang en glitter, definitief een politiek strijdveld is geworden. Het precedent voor Nederland dat AVROTROS nu schept, garandeert bijna dat ieder jaar nieuwe discussies oplaaien over landen die mensenrechten schenden of persvrijheid beperken of wellicht gewoon andere normen en waarden hebben. Waar trek je de grens, en wie bepaalt die? Het lijkt mij verstandig om die lastige taak daar te leggen en te overleggen waar die hoort – binnen de EBU.

Achja, lekker schoppen tegen AVROTROS omdat ze kenbaar maken geen zin te hebben deel te nemen aan een festiviteit waarin Israel een politiek podium gegeven wordt.
“Hun aanwezigheid op het festival werd vaak gezien als cultureel tegenwicht voor politieke spanningen in de regio.” is natuurlijk je reinste onzin; de afgelopen jaren heeft juist de Israelische delegatie het Eurovisie songfestival volop gebruikt voor politieke doeleinden. AVROTROS zegt nu simpelweg “daar doen we even niet aan mee”.
Toen Oekraine he festival gebruikte voor wat aandacht hoorde je niemand daar over, behalve de Russen maar die waren er Al uitgegooid