Blog Guido van Nispen: ‘De Jonge Journalist heeft het heden (en de toekomst)’

‘Ik maak me meer zorgen om de ontwikkelingen bij de NPO, of misschien moet ik zeggen: het gebrek eraan’.

Twee recente opiniestukken van jonge journalisten op de nieuwssite Villamedia, het thuishonk van de Nederlandse journalistiek,  laten zien hoe groot die spanning is tussen ‘oud’ en ‘jong’  in de Nederlandse journalistiek.

Milou Vollebregt (24) vroeg zich in Villamedia af of een gratis studentenabonnement van DPG Media de redding van de journalistiek is. Haar conclusie was even helder als ontnuchterend: “Gratis toegang tot nieuws verandert dit patroon niet, maar herkenning en relevantie wel.” Jongeren willen geen liefdadigheid, maar betrokkenheid — verhalen die hen serieus nemen.

Neeltje Walgien (29), die de openingsquote gaf, is allround redacteur bij Brandpunt+ (KRO-NCRV) en reageert met een nog indringender oproep Vollebregt: geef jonge journalisten zeggenschap. “De tijd staat stil in Hilversum. Lineair heeft nog altijd het meeste aanzien, online is bijzaak, een ‘nice to have’ in plaats van een ‘need to have’.” Haar analyse is pijnlijk herkenbaar: de vernieuwing wordt omarmd in woorden, maar afgewezen in daden.

Beide stemmen raken aan hetzelfde fundament: het echte probleem is niet dat jongeren afhaken, maar dat de journalistiek hen niet weet te raken. De bestuurskamers discussiëren over strategie, maar zelden over taal, toon of relevantie. Ondertussen verliest de sector een generatie aan algoritmes, influencers en desinformatie.

Walgien schrijft: “Ik wil niet meer horen dat mijn generatie ‘de toekomst’ is.” Het is een zin die schuurt — juist omdat hij waar is. Jongeren zijn niet de toekomst, ze vormen het heden. Hun intuïtie voor het digitale tijdperk is geen vaardigheid, maar een nieuwe manier van denken. Ze begrijpen niet alleen de platforms, maar ook de logica erachter: de snelheid, de emotie, de permanente feedback.

Milou Vollebregt ziet dat jongeren nieuws pas serieus nemen als het over henzelf lijkt te gaan. Dat vraagt niet om marketing, maar om redactionele moed. De journalistiek kan zichzelf alleen vernieuwen als ze ook durft te veranderen van binnenuit — in wie de verhalen maakt, en in wie bepaalt wat relevant is.

De ironie van deze tijd is dat innovatie meestal van onderop komt, maar zelden van bovenaf wordt toegestaan. En dus blijven jonge makers steken in tijdelijke contracten, projecten of ‘innovatieve formats’, terwijl de echte beslissingen genomen worden in vergaderzalen waar de koffie nog uit porseleinen kopjes komt.

De spreidstand tussen behoud en vernieuwing is geen neutrale houding meer, maar een risico. “Hoe langer we wachten met het geven van zeggenschap aan jonge journalisten,” waarschuwt Walgien, “hoe verder we verwijderd raken van de realiteit van nieuwe generaties nieuwsconsumenten.”

De toekomst van de journalistiek is geen theoretische kwestie, maar een demografische: de generatie die nu de headlines leest op TikTok zal straks de macht hebben — politiek, cultureel en maatschappelijk. Wie hen nu niet serieus neemt, verdwijnt straks uit beeld.

Misschien is dat de echte reorganisatie die de sector nodig heeft: niet een herschikking van budgetten of redacties, maar van vertrouwen. Niet van systemen, maar van stemmen.

En dat begint met luisteren — niet omdat het hoort, maar omdat het zonder de jonge garde simpelweg niet meer werkt.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*