
De fusie tussen DPG en RTL Nederland staat op het punt beklonken te worden. Twee mediagiganten met een missie die klinkt als een mindfulness-cursus in een power suit. “Onze missie is om onze positieve impact te vergroten en onze negatieve impact te minimaliseren,”zeggen ze in koor. En RTL voegt daaraan toe dat het programma’s wil maken die “je raken in hoofd en hart.”Hartverwarmend, toch?
Je zou bijna vergeten dat dit commerciële bedrijven zijn die gewoon geld willen verdienen met advertenties, clicks en kijkminuten. Maar goed, zolang ze het netjes opschrijven in hun missie en af en toe een klimaatdocumentaire uitzenden tussen de zoveelste talentenjacht, wie zijn wij dan om daar cynisch over te doen?
Om de angst voor een eenheidsworst op mediagebied te sussen, belooft DPG plechtig dat de redacties van RTL Nieuws en NU.nl tien jaar lang strikt gescheiden blijven. Want niets zegt onafhankelijke journalistiek zoals twee redacties in aparte flexplekken onder hetzelfde moederbedrijf. Maar vooruit: met zoveel titels, apps en kanalen kunnen ze de consument vast prima blijven bedienen. Consument, inderdaad. Niet burger. Dat is een ander soort wezen.
Want waar staan diezelfde burgers als het over de publieke omroep gaat? Die hebben pech. Die mogen toekijken hoe hun programma’s worden wegbezuinigd. Niet de dik gesubsidieerde managementlagen verdwijnen, maar juist de uitzendingen die de democratische, sociale en culturele ontwikkeling van Nederland moesten voeden. De NPO heeft immers ook een missie, eentje die klinkt als een essaywedstrijd op een middelbare school: “Een pluriform, kwalitatief hoogwaardig media-aanbod verzorgen…” enzovoort.
In de praktijk betekent het dat er minder programma’s komen die ertoe doen, maar wel meer excuses waarom dat ‘helaas nodig is’. En als klap op de vuurpijl wordt een oud-spindoctor van de VVD benoemd tot hoofdredacteur van WNL. De publieke omroep als vehikel voor persoonlijke netwerken, betaald van publiek geld – maar zonder duidelijke publieke verantwoording. Het lijkt soms meer op een besloten clubje dan een omroep voor iedereen.
Wat overblijft is bestuurlijke sudoku: alle vakjes keurig ingevuld, maar niemand weet nog waar het over ging. Het publiek – die burger dus – kijkt intussen toe hoe zijn omroep langzaam wegdrijft op een zee van procedures, beleidsnota’s en zelfgenoegzaamheid.
Moeten we het dan vreemd vinden dat die burger zijn heil zoekt bij de commerciëlen? Bij al hun zoete slogans en gladde formats? Misschien niet. Maar net als bij een dieet geldt ook hier: wie alleen suiker eet, wordt op den duur misselijk. Dus ja, we mogen best wat meer zorgen hebben. Niet om de consument. Maar om de burger.
Deze burger kijkt al lang niet meer, naar geen van beiden.