Tjahny Bercx, directeur HR en Cultuur bij de NPO, treedt per 1 oktober uit dienst bij de NPO

Tjahny Bercx: ‘Het afgelopen jaar heb ik een bijdrage mogen leveren aan het verder professionaliseren van de HR functie binnen de publieke omroep. Met het team heb ik de piketpalen geslagen voor de adviezen van de commissie Van Rijn en hebben we waardevolle stappen gezet in de ontwikkeling van onze organisatie. Daarmee is wat mij betreft het fundament voor een prettige werkcultuur gelegd. De vervolgstappen die nu nodig zijn, en de grote uitdagingen waar de organisatie nu voor staat, vragen een directeur die zich langdurig verbindt aan de organisatie. Dat commitment kan ik niet geven en dan is het beter daarover ook duidelijk te zijn, vandaar mijn keuze om nu te stoppen. Ik ben mijn team en alle andere collega’s bij de NPO dankbaar voor het afgelopen jaar.’

Lucien Brouwer, voorzitter NPO: “Het vertrek van Tjahny valt in een periode van belangrijke veranderingen. We staan aan de vooravond van grote hervormingen en de bezuinigingen, die ook hun weerslag hebben op onze organisatie. Maar natuurlijk hebben we de persoonlijke keuze van Tjahny te respecteren. Het afgelopen jaar is hij zeer waardevol geweest in het uitrollen van de aanbevelingen van de commissie Van Rijn. Daar zijn we hem zeer erkentelijk voor en we wensen Tjahny het beste in zijn vervolgstappen. Het is nu zaak om zo snel mogelijk op zoek te gaan naar iemand die de belangrijke taken kan overnemen.” 

Bercx werd op 1 juli 2024 benoemd als directeur HR en Cultuur, waarmee HR een formele positie binnen het directieteam kreeg. Hiermee geeft de NPO uitvoering aan een van de aanbevelingen van de commissie Van Rijn, die pleit voor het verstevigen van de positie en de inbreng van HR in de organisatie. De NPO gaat op zoek naar een interim HR-directeur om de taken van Bercx op korte termijn over te nemen.

2 Comments

  1. De verklaring van de NPO-directeur HR & Cultuur roept meer vragen op dan dat zij helderheid biedt. Of het vertrek te maken heeft met persoonlijke omstandigheden of met het niet willen verbinden aan de stevige transitie die de organisatie wacht, blijft onduidelijk. Juist dat maakt deze stap moeilijk te bevatten.

    De timing versterkt die indruk: het besluit lijkt onverwacht te komen, omdat de opvolgingsprocedure nog in gang moet worden gezet.

    Het onderstreept dat de rust in de NPO-top nog ver weg is. En dat is zorgelijk, want de komende periode vraagt om een directeur die zich voor langere tijd committeert en de noodzakelijke veranderingen wil dragen. Dat expliciet niet kunnen of willen bieden, legt een zware last op een organisatie die al onder hoogspanning staat.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*