
Met opgeheven hoofd noemde Nienke Venema, directeur van Stichting Democratie en Media (SDM), de overname van RTL Nederland door DPG Media “een belangrijke en logische stap” in de bescherming van de Nederlandse journalistiek tegen het “miljardengeweld van Amerikaanse Big Tech en haar ontwrichtende algoritmes”. Het klinkt idealistisch, maar wie goed luistert, hoort vooral het geronk van een Belgische dividendmachine die soepel de grens over rolt.
Dat Big Tech nog geïnteresseerd zou zijn in het nieuws van traditionele media is een achterhaald idee. Google, X, TikTok en Meta hebben allang ingezien dat journalistiek vooral gedoe oplevert — en nauwelijks geld. De nieuwssector dacht ooit onmisbaar te zijn in het digitale domein, verkocht zich eerst voor bereik, daarna uit wanhoop. Wat resteert is een ongemakkelijke waarheid: algoritmes snappen menselijke voorkeuren beter dan hoofdredacteuren.
Toch wordt deze overname verkocht als een bolwerk tegen de techreuzen, een dam tegen Amerikaanse invloeden. In werkelijkheid is het een zakelijke zet van een Vlaamse familie die al jaren begrijpt wat schaal betekent in een consoliderende markt: marktaandeel, machtsconcentratie — en miljoenen euro’s aan dividend. Sinds 2012 keerde DPG Media honderden miljoenen euro uit. Niet naar redacties, maar naar aandeelhouders.
Daar is op zichzelf niets mis mee. We leven in een kapitalistisch systeem waarin publieke waarden steeds vaker concurreren met private belangen. Maar laten we dan wel ophouden deze overname te framen als een nobele strijd voor de journalistiek. De werkelijkheid is prozaïscher: net als RTL haalt DPG zijn winsten binnen via een holdingstructuur, ver weg van Hilversum of de Nederlandse burger. In dat opzicht zijn ze net zo “Nederlands” als de Amerikaanse en Chinese techbedrijven waar ze zich tegen afzetten — alleen wordt er bij DPG Vlaams gesproken bij de boardroom-lunch.
Intussen voltrekt zich in de VS een veelzeggende herstructurering. Grote mediabedrijven als Warner Bros. Discovery en Comcast splitsen hun kabel- en streamingactiviteiten op. De belofte van integratie maakt plaats voor wendbaarheid. Kabel-tv loopt leeg; streaming moet groeien, maar dan wel zonder het gewicht van lineaire verliesposten. De les voor Nederland: schaal is geen doel op zich. Alleen wie de juiste keuzes maakt tussen tussen traditie en innovatie, maakt kans in het nieuwe medialandschap.
En vergeet daarbij niet waar en wanneer DPG-topman Christian Van Thillo zijn economische denkkader heeft gevormd: aan Duke University’s Fuqua School of Business, midden in de VS. Een MBA-opleiding doordrenkt met het zelfvertrouwen van Reagan’s jaren: schaal, groei, globalisering. Daar leerde je hoe je bedrijven bouwt, marktaandeel verovert — en vooral hoe je competitief denkt in een mondiale markt.
En de journalistiek dan? Die verliest langzaam haar status als kernactiviteit en verandert in een kostenpost — tenzij er bewust wordt gekozen voor bescherming, subsidie, of een publiek dat bereid is te betalen voor controle op de macht. Maar dat laatste blijft onzeker. De consument kiest gemak, bevestiging en vermaak. En Big Tech faciliteert dat moeiteloos. Wie de journalistiek overeind wil houden, moet dus meer doen dan het verdienmodel repareren: investeren in culturele relevantie, vertrouwen, en misschien zelfs in een heropvoeding van het publiek.
De cruciale vraag is dan ook niet wat SDM hoopt of denkt. Maar hoever de Belgische aandeelhouder bereid is voorbij de eigen bankrekening te handelen. Want in een medialandschap dat draait op clicks, schaal en rendement is idealisme zelden meer dan een mooi verhaal voor de bühne.
De structuur van DPG is transparant, met ook Nederlandse stichtingen als aandeelhouders, juist om redactionele onafhankelijkheid te waarborgen. En speelt Big Tech hier echt zo’n directe rol? Volgens mij draait het vooral om schaal om overeind te blijven in een markt die wordt gedomineerd door internationale streamingdiensten. Is dat niet eerder een strategische keuze dan een afscheid van journalistiek?