Het Commissariaat voor de Media moet zich niet bemoeien met de inhoudelijke koers van (journalistieke) programma’s van de omroepen. Dat ligt bij de omroepen zelf.
Dat zegt Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, naar aanleiding van het onderzoek dat het Commissariaat instelt naar een aantal (journalistieke) programma’s. Bruning pleit ter bescherming van de journalistieke onafhankelijkheid voor een versterking van de positie van de genremanager journalistiek
Journalistiek beter borgen
Thomas Bruning wil die onafhankelijkheid beter borgen door het benoemings- en ontslagrecht van de genremanager te leggen bij de (hoofd)redacties van de omroepprogramma’s in combinatie met medezeggenschap vanuit de makers. Benoeming vindt nu plaats door de Raad van Bestuur van de NPO.
Deze week werd bekend dat het College van Hoofdredacteuren van de publieke omroep in een brief fel afstand neemt van de inhoudelijke bemoeienis van het Commissariaat.
Omroepen gaan zelf over de inhoud
Als het gaat om (nieuws)programma’s moet het Commissariaat zich in de visie van Bruning beperken tot toezicht op de infrastructuur, dus de vraag of er overal een duidelijke scheiding is van functies en of er een goed redactiestatuut ligt, waarin de zeggenschap van (hoofd)redactie ten opzichte van de directie goed geregeld is.
De gedragslijn voor journalisten van de NPO is vastgelegd in een journalistieke code. Over de toepassing daarvan gaat niet het Commissariaat voor de Media, aldus Bruning maar gaan de omroepen zelf en uiteindelijk ook de genremanager journalistiek.
Lees ook:
Ik begin steeds meer het idee te krijgen dat er op dit punt sprake is van een misverstand of een hoax. Nergens is over het onderzoek van het cvdm info te vinden. Het lijkt me heel waarschijnlijk dat het gaat om marginale toetsing en niet om inhoudelijke beoordeling.
Dit bericht is gebaseerd op drie afzonderlijke bronnen uit journalistieke kring, dus zeker geen hoax. Mocht het een misverstand zijn dan zouden zowel CvdM als het College van Hoofdredacteuren daar een eind aan kunnen maken door een verklaring af te leggen. Dat over dit onderwerp geen openbaarheid bestaat maakt het des te zorgelijker.