Paul Römer (NTR): “Bezuinigen op publieke omroep onnodig en unfair”

De publieke omroep, de samenleving en de politiek staan op een kruispunt, vindt Paul Römer, algemeen directeur van de NTR. “Kunnen we de basis leggen voor de komende vijf tot tien jaar of verprutsen we het? Dan zouden we als maatschappij iets zeer waardevols verliezen.”

Römer is een man met een missie èn haast. Zijn missie is het behoud van een sterke, brede, pluriforme publieke omroep, die een onmisbare bijdrage blijft leveren aan de samenleving. Zijn haast is het gevolg van een nieuwe bezuiniging van tientallen miljoenen euro’s, die de publieke omroep en dus ook zijn missie, boven het hoofd hangt. De opbrengst van de Ster-reclamezendtijd staat onder druk en zal waarschijnlijk de komende jaren fors dalen. Minister Slob (OCW en politiek verantwoordelijk voor de publieke omroep) liet vorig jaar weten dat de publieke omroep die teruglopende Ster-inkomsten niet gecompenseerd krijgt. Daarnaast wil hij de reservepot voor het mediabeleid aanvullen, geld dat anders naar Hilversum zou gaan. Bovendien krijgt de publieke omroep geen volledige prijscompensatie, wat alleen al zo’n 8 miljoen euro zal schelen. “Eerder was gezegd dat het om 60 miljoen minder zou gaan, maar het komt bij elkaar opgeteld neer op een korting van 70 miljoen”, aldus Römer. “Per 1 januari volgend jaar! Minister Slob had deze maatregelen eigenlijk dit jaar willen nemen, maar dat kon niet want de begroting lag al vast. Maar volgend jaar gaat deze korting in. Dit betekent dat we nu al besluiten moeten nemen, anders zijn we te laat.”

Het mes moet dus weer in de programmering. Deze nieuwe, omvangrijke bezuiniging zal opnieuw werkgelegenheid kosten, bij de omroepen zelf, maar ook bij producenten, facilitaire bedrijven, onder freelancers en bij alle andere delen van de mediasector die (mede) van opdrachten van de publieke omroep afhankelijk zijn, voorspelt Römer. Hoe groot het verlies aan werkgelegenheid wordt, kan hij nu niet zeggen. “Dat hangt er uiteraard onder meer vanaf of deze onnodige en unfaire bezuiniging doorgaat. De publieke omroep heeft nu een budget van iets meer dan 800 miljoen euro. Minister Slob heeft gezegd, dat 740 miljoen de ondergrens is, minder mag het van hem niet worden. Maar wat het precies wordt, weten we nog niet. In maart zal dat duidelijker worden en op Prinsjesdag, in september, weten we het zeker.” Er zijn dus nog enkele maanden om de politiek op andere gedachten te brengen, maar voor ingrepen in de programmaschema’s is weinig tijd: in het voorjaar wordt al besloten over de schema’s na de zomer, en dan moeten de bezuinigingsmaatregelen dus ook worden verwerkt.

Onnodig en unfair
“Binnen de publieke omroep bestaat veel weerstand tegen deze bezuinigingen”, stelt Römer vast. “Toen Den Haag ons in 2011-2012 zeer ingrijpend heeft gekort, verkeerden we nog in een diepe crisis. Iedereen moest de broekriem aanhalen, dus was het te begrijpen dat ook wij werden getroffen. Er zijn toen grote stappen gezet, er is fors in de programmering gesneden, omroepen zijn gefuseerd en er gingen veel banen verloren. Destijds ging ruim een kwart van het budget eraf. Toch zijn we erin geslaagd het publiek vast te houden: de kijkcijfers zijn nog steeds goed en het publiek waardeert onze programma’s. Het was een enorme ingreep, maar we hebben die zonder groot kwaliteitsverlies kunnen opvangen. Nu is de situatie heel anders. We hebben weer economische voorspoed, dit kabinet draait zelfs bezuinigingen van het vorige terug. En dan wordt de publieke omroep extra gestraft! Dat noem ik onnodig en unfair.”

“Alle mediabedrijven hebben te kampen met teruglopende reclame-inkomsten, ook de commerciële. Dat komt niet doordat wij slecht presteren, maar heeft te maken met veranderend mediagedrag van het publiek, het hele medialandschap wijzigt. De overheid zou ons juist tegen dit soort ‘onheil van buiten’, zoals ik het noem, moeten beschermen. Er is bovendien geen rechtstreekse relatie tussen de Ster-opbrengst en het budget van de publieke omroep. Ons budget is voor drie kwart afkomstig uit de belastingen. De Sterinkomsten gaan eerst naar de totale mediabegroting van het ministerie, en vervolgens krijgt de publieke omroep daar een deel van, dat nu ongeveer een kwart van onze totale financiering bedraagt, zo’n 200 miljoen euro dus. De politiek wil nu een deel daarvan achterhouden, onder meer om de algemene mediareserve aan te vullen. Daarmee wentelt de minister een probleem op zijn begroting op ons af. Ik betwijfel of dat wettelijk gezien wel mag.”

Römer is strijdbaar, maar ook realistisch. “Ik vind dat we in de slag moeten met de politiek in Den Haag en met het publiek. De politiek zegt steeds wel dat een sterke publieke omroep belangrijk is, maar wil nu tijdens het spel de regels veranderen. We hebben afspraken gemaakt over wat we doen tot 2020, waaneer de huidige concessieperiode afloopt. Nu wil de politiek flink bezuinigingen, maar de afspraken blijven gelijk. Dat kan niet. We zullen ons daartegen moeten verzetten.” Daarvoor is volgens de NTR-baas de steun van het publiek nodig. “Wij hebben onvoldoende onze legitimatie bij het publiek gezocht. We hebben niet genoeg benadrukt wat de waarde is van een onafhankelijke publieke omroep. Onafhankelijk van de politiek, bedoel ik: we zijn van het publiek. Het publiek houdt ook van onze producties, daarom zijn de kijkcijfers en de waardering hoog.”

Zuurstof
“De publieke omroep is als zuurstof”, zegt Römer, “je mist het pas als het er niet meer is, dan stik je.” Dat klinkt zwaar aangezet, maar hij meent het wel. “De kracht van het vrije woord, van betrouwbare, onafhankelijke informatievoorziening om gefundeerde keuzes in het leven te kunnen maken, is heel groot. Kijk naar landen waar dat ontbreekt. Kijk naar Italië en hoe dat land afgleed toen Berlusconi nog premier was en zijn mediabedrijf zeer invloedrijk. Kijk naar Turkije, waar de media aan banden worden worden gelegd, en naar de Verenigde Staten waar president Trump serieuze media van leugens beticht en door veel mensen wordt geloofd. Wij moeten beter vertellen wat onze waarde is voor de maatschappij, ons publiek opzoeken via sociale media of ontmoetingen.”

En de eeuwige conflicten in Hilversum dan? Die zijn er wel, erkent Römer, maar worden uitvergroot door partijen die daar belang bij hebben, zoals concurrerende mediabedrijven. “Het is niet meer dan logisch dat we wel eens met elkaar botsen, we hebben tenslotte een pluriform bestel en dus zijn er uiteenlopende visies. Reken maar dat er net zoveel conflicten zijn bij grote concerns, maar daar hoor je nooit iets over. Onze botsingen zijn erg openbaar, kranten pakken er breed over uit. Dat is jammer. De NPO heeft nu wettelijk een grotere, meer centrale rol gekregen. Dit betekent verlies van soevereiniteit voor omroepen, die vinden dat niet leuk. Al met al is het maatschappelijke draagvlak voor de manier waarop de publieke omroep is georganiseerd niet groot. Politiek Den Haag stelt vage kaders, maar draait vooral aan de geldkraan en geeft geen richting aan het bestel. Dat moeten we zelf doen. Het publiek waardeert onze programma’s, maar houdt niet van de manier waarop we zijn georganiseerd. Daar moeten we wat aan doen. Wat precies, is onderwerp van gesprek tussen de omroepen en de NPO. Daar kan ik niet op vooruitlopen. Wel pleit ik voor een publiek bestel zonder reclame. Als we helemaal uit belastinggeld gefinancierd worden, kost dat per huishouden niet zo heel veel meer dan nu: 7 cent per huishouden per dag, een kleine 25 euro op jaarbasis. We behoren tot de goedkopere publieke omroepen in Europa en dat blijft zo, ook als de Ster verdwijnt.”

YouTube
Minister Slob raadt de publieke omroep aan nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren om de dreigende bezuiniging op te vangen. Vreemd, vindt Römer. “Stel dat we ons meer richten op bijvoorbeeld YouTube-kanalen, als platforms om het publiek te bereiken. De beheerder van YouTube verdient daaraan, net als de kabelaars nu bijvoorbeeld verdienen aan het doorgeven van onze programma’s. Dan vind ik het logisch dat wij een deel van die inkomsten krijgen. Maar geld verdienen is niet ons doel. Is de poltie bezig met geld verdienen, of de brandweer? Nee natuurlijk niet, daar zijn die diensten niet voor. Wij zijn de enige organisatie die door de overheid uit belastinggeld wordt gefinancierd, die geacht wordt geld te verdienen.”

Voor Römer staat voorop dat er een sterke, brede publieke omroep moet blijven, met een groot draagvlak in de samenleving. “Die breedte heeft de hele publieke omroep nodig, ook de NTR. Wij hebben een wettelijke taak op het gebied van onder meer kunst, cultuur, informatie en educatie. Maar die kunnen we alleen goed uitvoeren als we zoveel mogelijk mensen in Nederland bereiken en daarvoor hebben we ook de andere omroepen nodig.”

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*