Nieuwe EU-richtlijnen voor online bescherming jongeren en onafhankelijkheid mediatoezicht

Zojuist heeft de Raad van Ministers van de Europese Unie de nieuwe Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (AVMD-richtlijn) aangenomen. De nieuwe richtlijn bevat diverse bepalingen op initiatief van ERGA, de Europese Regulators Groep voor de Audiovisuele Mediadiensten. Bescherming van jongeren in het online domein en onafhankelijkheid van mediatoezicht hebben een prominentere plek in de richtlijn gekregen.

De goedkeuring door de Raad van Ministers van de Europese Unie is het sluitstuk van een lang wetgevingstraject dat 2,5 jaar geleden startte met een voorstel van de Europese Commissie. Gedurende het proces is het oorspronkelijke voorstel op verschillende punten aangepast. Madeleine de Cock Buning, voorzitter van het Commissariaat voor de Media, is verheugd dat de aanbevelingen van ERGA zijn overgenomen in de nieuwe richtlijn. De Cock Buning heeft zich, afgelopen jaren als voorzitter van ERGA hard gemaakt voor regels die een adequate bescherming van minderjarigen waarborgen en de onafhankelijkheid van mediatoezichthouders ondersteunen.

De Cock Buning: “Het is van belang dat die bescherming ook binnen het online domein werkt, omdat jongeren audiovisuele content steeds vaker alleen maar via internet tot zich nemen. En dat stopt nu eenmaal niet bij de landsgrenzen.” Rapporten van ERGA laten zien dat – ondanks alle goede bedoelingen van de online media en platforms – de bescherming verre van waterdicht is. “Dit elektronisch vergiet vergroot de kans dat kinderen worden geconfronteerd met schadelijke beelden. Door betere internationale afstemming en meer betrekken van nieuwe spelers in de naar elkaar toe bewegende mediawereld, waar audiovisuele content steeds meer online wordt verspreid en gekeken, moet die kans worden verkleind. Want het systeem is zo sterk als de zwakste schakel”, zegt De Cock Buning. “Minderjarigen moeten op een adequate en toekomstbestendige manier worden beschermd tegen schadelijke inhoud. Daarbij moet het niet uitmaken of ze iets op televisie, tablet of telefoon bekijken of waar ze zich in de Europa bevinden. Het is goed om te zien dat de nieuwe richtlijn, in het verlengde van onze observaties en aanbevelingen, verdere stappen zet in de richting van betere online bescherming. Dat daarin ook een belangrijke rol voor co-regulering en mediawijsheid is weggelegd, is van belang.”

Onafhankelijk toezicht
Minstens zo belangrijk voor pluriforme en onafhankelijke media in heel Europa is het feit dat voor het eerst ook de onafhankelijkheid van mediatoezichthouders wordt beschermd en de rol van ERGA wordt versterkt: “We hebben in de afgelopen jaren binnen ERGA een paar keer moeten optreden omdat een collega-toezichthouder onder grote politieke druk werd gezet. De alarmerende signalen die wij als voorzitter van ERGA af gaven inzake Polen en Kroatië zijn serieus opgepakt. ERGA heeft zich daarmee onmisbaar gemaakt. We zijn verheugd dat zowel de EU-lidstaten als het Europees Parlement het belang delen van onafhankelijk mediatoezicht en de belangrijke rol die ERGA daarbij kan spelen. Door internationale samenwerking staan individuele toezichthouders nu sterker als hun onafhankelijkheid onder druk staat. Dat zien we nu bevestigd in de Richtlijn.”

Andere belangrijke wijzigingen hebben betrekking op reclame, productplaatsing, stimulering Europese werken. Het huidige reclamemaximum van 20 procent per uur, dat nu voor de hele dag geldt, geldt in de toekomst alleen voor bepaalde primetime periodes. Het huidige verbod op productplaatsing verdwijnt en productplaatsing wordt in het algemeen toegestaan. Uitgezonderd blijven kinderprogramma’s, consumentenprogramma’s, nieuws en actualiteitenprogramma’s.

Voor omroepdiensten geldt in de Europese Unie al sinds jaar en dag de verplichting om een minimumpercentage van 50 procent aan Europese content aan te bieden. Deze quotaverplichting wordt nu doorgetrokken naar aanbieders van on-demand diensten. Zij moeten in de toekomst minimaal 30 procent Europese films, series of andere werken in hun catalogus aanbieden. Tot nu toe gold de richtlijn alleen voor aanbieders van lineaire en on-demand mediadiensten.

De richtlijn Audiovisuele Mediadiensten treedt twintig dagen na publicatie in het officiële Publicatieblad van de Europese Unie in werking. Vanaf dat moment hebben de lidstaten 21 maanden de tijd om deze richtlijn om te zetten in hun nationale wetgeving.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*